Terug
Gepubliceerd op 02/10/2023

2023_CBS_06390 - Omgevingsvergunning - OMV_2023072909. Hof ter Schriecklaan 6 . District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06390 - Omgevingsvergunning - OMV_2023072909. Hof ter Schriecklaan 6 . District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_06390 - Omgevingsvergunning - OMV_2023072909. Hof ter Schriecklaan 6 . District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023072909

Gegevens van de aanvrager:

BV WESPA met als adres Hof ter Schriecklaan 6 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Hof ter Schriecklaan 6 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie C nr. 199M4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24/09/1984: vergunning (1984788) voor  het bouwen van twee garages;

-          12/07/1929: toelating (956#5827) voor het bouwen van een volière;

-          05/06/1928: toelating (961#9805) voor het bouwen van een villa.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • woning van 2 bouwlagen gebouwd in verschillende volumes onder hellende daken in half open bebouwing;
  • de bouwdiepte bedraagt ca. 16,36 m, de kroonlijsthoogte ca.7,29 en de nokhoogte ca. 9,75 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rood-bruine gevelsteen op het gelijkvloers en houten balken met tussenliggende witte gevelbepleistering op de verdieping;
  • afwerkingen (hoekstenen/gevelstroken) in witsteen;
  • dakbedekking in rood-bruine dakpannen;
  • buitenschrijnwerk in wit aluminium;
  • centraal balkon op de eerste verdieping;

-          inrichting:

  • garage in de linker hoek, tegen de linker en achterste perceelsgrens;
  • achterterras van ca. 10,43 m².

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van een gewijzigd bouwvolume:

  • uitbreiding door een achterbouw (veranda) onder een hellend (glazen) dak, langs de rechter perceelsgrens met een bouwdiepte van 16,36 m;
  • uitbreiding achterterras naar ca 15,50 m².

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • woning van 2 bouwlagen gebouwd in verschillende volumes onder hellende daken in half open bebouwing;
  • de bouwdiepte bedraagt ca. 16,36 m, de kroonlijsthoogte ca.7,29 en de nokhoogte ca. 9,75 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in roodbruine gevelsteen op het gelijkvloers en houten balken met tussenliggende witte gevelbepleistering op de verdieping;
  • afwerkingen (hoekstenen/gevelstroken) in witsteen;
  • dakbedekking in roodbruine dakpannen;
  • buitenschrijnwerk in wit aluminium;
  • centraal balkon op de eerste verdieping;

-          inrichting:

  • garage in de linker hoek, tegen de linker en achterste perceelsgrens;
  • achterterras van ca. 15,50 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal

18 juli 2023

12 augustus 2023

Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is niet overeenstemming met de bepalingen van volgende artikels van de bouwcode:

  • Artikel 27 Open ruimte (§3):
    Verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter. Het totale verharde oppervlak in de achter- en zijtuin is meer dan 1/3e van de totale achter- en zijtuinoppervlakte;
  • Artikel 27 Open ruimte (§4):
    Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten: paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter en opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats. De oprit is 3.5 meter breed;
  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Dit gescheiden afvoersysteem staat niet op het grondplan van niveau -1;
  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    De aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. De aansluiting moet voldoen aan volgende voorwaarden:
    • elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Indien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient zo mogelijk op particulier domein toch een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden, bijvoorbeeld in de kelder door een afsluitbare opzetbuis (T – stuk) op de afvoerleiding. Het plaatsen van een eventuele toezichtsput op de openbare ruimte gebeurt uitsluitend door de rioolbeheerder. In geen geval wordt op het openbare domein een straatputdeksel geplaatst;
    • de aansluitpunten moeten minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn;
    • de vloeidiepte van de huisaansluitingen op de perceelsgrens mag niet meer bedragen dan 0,80 meter onder het straatniveau. Bij de aanvraag tot aansluiting kan de rioolbeheerder nog ondiepere afvoerleidingen opleggen in functie van de diepteligging van de openbare riolering.

Er zijn geen toegangsputten of aansluitpunten te zien op de plannen (van niveau -1). De aansluitingspunten moeten zich op min. 0.20 meter en max. 0.50 m van elkaar bevinden;

  • Artikel 43 Septische putten:
    Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. De septische put is niet aangeduid op het grondplan van niveau -1, noch op de snedes;
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De woning bestaat uit twee bouwlagen gebouwd in verschillende volumes onder hellende daken in halfopen bebouwing. De woning heeft aan zijn linkerzijde een bouwdiepte van 16,36 meter. De bestaande bouwdiepte ter hoogte van de rechter perceelsgrens betreft 11,83 meter. Het volume wordt ter hoogte van de rechter perceelsgrens uitgebreid tot de bouwdiepte van 16,36 meter zodat de gehele gelijkvloerse achtergevel zich op één lijn bevindt. De gelijkvloerse eetkamer wordt hiermee uitgebreid en door de grote raamopening in de achtergevel wordt de relatie met de tuin geoptimaliseerd. De gelijkvloerse uitbreiding en de hierbij horende scheimuurwijziging creëert geen bijkomende onaanvaardbare hinder ten opzichte van de aanpaler. De volume-uitbreiding is aanvaardbaar.

 

De plannen tonen bijkomend dat er een extra muur wordt voorzien tussen de woning zelf en de achterliggende garage. Deze muur zorgt voor een afscheiding tussen de tuin en de oprit en is aanvaardbaar.

 

De overige werken situeren zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel in roodbruine gevelsteen op het gelijkvloers en houten balken met tussenliggende, witte gevelbepleistering op de verdiepingen met witstenen detail en buitenschrijnwerk in wit aluminium blijft behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in de Hof ter Schriecklaan.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen tonen zowel verhardingen in de voor-, zij- en achtertuin. Volgens artikel 27 van de bouwcode zijn verhardingen in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². De totale verharde oppervlakte in de zij- en achtertuin is een stuk meer dan de aanvaardbare verharding. Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel, de tuin, hun groen karakter zoveel mogelijk te behouden. Dit heeft immers verschillende voordelen (aangenamer uitzicht, ruimte voor natuurlijke infiltratie van regenwater,…). In voorwaarden wordt opgelegd om deze verhardingen in de zijtuin te beperken conform de rode aanduiding op het inplantingsplan gevoegd bij de beslissing. De ontharde zones dienen aangeplant te worden met groen in volle grond.  

 

Bijkomend tonen de plannen een oprit naar de garage in de voortuinstrook met een breedte van 3,50 meter. Artikel 27 legt ook hieromtrent eisen op. Zo worden in de voortuin enkel strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten namelijk een oprit naar een garage met een maximumbreedte van 3 meter en een toegangspad naar de inkom met een maximumbreedte van 1,5 meter. De beperkte afwijking van 0,50 meter is aanvaardbaar, aangezien deze verharding dienst doet als oprit naar de garage en als toegangspad naar de woning. Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan hierop een afwijking worden toegestaan.

 

Artikel 40 en 41 leggen eisen op betreffende het rioolstelsel en de aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel. Echter zijn de werken beperkt en hebben deze een minimale impact op het bestaande rioolstelsel. Indien er in de toekomst uitgebreide werken worden uitgevoerd met een grote impact op het rioolstelsel zal dit rioolstelsel moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 40 en 41 van de bouwcode.

 

Artikel 43 van de bouwcode legt op dat het verplicht is om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden, een septische put voorzien moet worden. De toelating uit 1928 toont een septische put. Deze is nu niet zichtbaar op de ingediende plannen. De septische put dient behouden te blijven. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De septische put, zoals zichtbaar op de toelating uit 1928, dient behouden te blijven.
  1. De verhardingen in de zijtuin dienen beperkt te worden conform  de rode aanduiding op het inplantingsplan gevoegd bij de beslissing. De ontharde zones dienen aangeplant te worden met groen in volle grond.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

18 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

16 september 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

15 december 2023

Verslag GOA

11 september 2023

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De septische put, zoals zichtbaar op de toelating uit 1928, dient behouden te blijven.
  1. De verhardingen in de zijtuin dienen beperkt te worden conform  de rode aanduiding op het inplantingsplan gevoegd bij de beslissing. De ontharde zones dienen aangeplant te worden met groen in volle grond.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.