Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023065306 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Algemene Brandbeveiliging Brabo met als adres Toekomstlaan 1A te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Toekomstlaan 1A te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nr. 247H2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | afbreken van gebouwen achteraan op een industrieterrein en bouwen van nieuwe magazijnen met kantoorruimtes (fase 1) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/06/2019: gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning (OMV_2019046320) voor het bouwen van magazijnen met burelen en gedeeltelijke sloop van de bestaande gebouwen. De vergunning is vervallen;
- 7/06/2019: aktename (OMV_2019064614) voor het exploiteren van een printbedrijf;
- 10/04/1997: vergunning (19962179) voor het bouwen van een magazijn;
- 09/04/1990: vergunning (1990779) voor bergruimte, verbouwen voorgevel;
- 03/10/1988: vergunning (19887812) voor een open stapelplaats voor gasflessen;
- 09/05/1988: vergunning (1988461) voor voorgevelverbouwing.
Vergunde toestand/bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- afbraak alle constructies en verhardingen;
- in L-vorm op circa 3 m van achterste perceelgrens en gelijk met de rechter perceelgrens: 2 gekoppelde bedrijfsunits;
- 2 bouwlagen met plat dak;
- kroonlijsthoogte van 8 m;
- circa 18 m bouwdiepte op linkerzijde;
- op de rechterzijde sluit het volume vooraan aan tegen de bestaande bebouwing;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande constructies en verharding op de achterste helft van een perceel in industriegebied;
- bouwen van nieuwe opslagplaatsen;
- inrichten van de open ruimte tussen de gebouwen in.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 24 juli 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 24 juli 2023 | 16 augustus 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Oost | 24 juli 2023 | 9 augustus 2023 | Gunstig |
DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal | 24 juli 2023 | 22 augustus 2023 | Geen advies |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 24 juli 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Water-link | 24 juli 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 24 juli 2023 | 31 juli 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 24 juli 2023 | 26 juli 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 24 juli 2023 | 3 augustus 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikels 10 en 12 van de bouwcode. Deze afwijking is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
In de Toekomstlaan komt over het algemeen bedrijvigheid met magazijnen voor aan de straatzijde. De bebouwing aan deze straatzijde bestaat voornamelijk uit aaneengesloten bebouwing. Vanuit harmonie is het wenselijk om bebouwing aan de straatzijde te voorzien, aansluitend met de rechterbuur. Door de vergunde en bestaande bebouwing aan de straatzijde te verwijderen en geen vervangende nieuwbouw te voorzien, ontstaat een opening in de straatwand. De voorgestelde inplanting is atypisch en niet in harmonie met de omgeving.
Bijkomend zorgt het creëren van een nieuwbouw achteraan op het perceel ervoor dat de activiteiten van de gebruikers zich verplaatsen van voor naar achteraan op het perceel. Hierdoor verdwijnt de interactie tussen de gebruiker van het gebouw/perceel en de passant in de Toekomstlaan en dus ook een groot deel van de sociale controle. Straten met een gebrek aan interactie met de gebruikers en een overdaad aan “dode” functies ter hoogte van de rooilijn hebben over het algemeen een lage beeldkwaliteit. Ze worden als onaangenaam ervaren. Het verdwijnen van de showroom en het verplaatsen van de activiteiten meer naar achter op het perceel draagt bij aan het onaangename gevoel.
Omwille van voorafgaande punten wordt het dossier ongunstig geadviseerd.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gesitueerd in de Toekomstlaan, gelegen op de grens Merksem – Schoten. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door bedrijvigheid.
De aanvraag omvat de afbraak van bestaande gebouwen en de nieuwbouw van twee loodsen in combinatie met de aanleg van een parking en toegangsweg.
De site is gelegen in het industriegebied ‘Kanaalzone Merksem’ zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie. Het project past ook binnen de beleidsvisie van het provinciaal plan ‘Kanaalzone’.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voldoet niet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.
Het betreft een aanvraag in een ambachtelijke of industriële omgeving waarbij het aangewezen is om de grond optimaal te gebruiken en naar maximaal efficiënt en duurzaam ruimtegebruik te streven. Door het perceel enkel achteraan te bebouwen en het aan de straatzijde onbebouwd te laten, voldoet de aanvraag niet aan deze doelstelling.
Het gebouw richt zich noch naar de bestaande elementen van de straatwand of de omliggende gebouwen, noch houdt het rekening met de principes van een duurzaam ruimtegebruik.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.
De gevels worden afgewerkt met lichtgrijze sandwichpanelen en grijs aluminium schrijnwerk. Het betreft een aanvraag in een ambachtelijke of industriële omgeving en dan primeert de functionaliteit van de gebruikte materialen, niet zozeer het esthetisch aspect. In dat opzicht kan de aanvraag aanvaard worden.
Bodemreliëf
De afwijking op de verordening hemelwater - met betrekking tot het niet realiseren van infiltratieputten - kan gunstig worden geadviseerd.
Gelet op het overstromingsgevoelig gebied, de hoge grondwaterstand en de klei-houdende ondergrond bestaat de kans dat de infiltratieputten vaak vol gaan lopen met grondwater waardoor de infiltratiewerking niet optimaal gaat zijn. Het is aanvaardbaar om in dit ontwerp bufferputten met vertraagde afvoer te voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De afwijking op artikel 24 van de bouwcode – met betrekking tot de minimale lichtinval en luchttoevoer is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. De vergaderzaal/refter op de eerste verdieping van unit 2 heeft minder dan 10 % lichtoppervlakte. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de vergaderzaal/refter met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de gebruikers en voor een minimum verblijfskwaliteit.
De afwijking op artikel 26 van de bouwcode – met betrekking tot afvalverzameling – is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. Er is geen afvalberging ingetekend op de grondplannen. Vanuit het oogpunt van comfort en hygiëne voor gebruikers van een gebouw, is het belangrijk dat men over een eigen, afgescheiden en voldoende verluchte afvalberging beschikt. Dit vergemakkelijkt bovendien de huisvuilophaling en voorkomt grote opstapelingen van vuilniszakken op het openbaar domein. De afvalberging moet voldoende groot en kwalitatief zijn.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen. |
De plannen voorzien in 22 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 22 . |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 11 – 22 = 0 . |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. 0 |
Ontsluiting/bereikbaarheid
Het domein wordt ontsloten via de Toekomstlaan. De zichtbaarheid op fietsverkeer is slecht bij het verlaten van het domein. Er dienen ingrepen te gebeuren om de zichtbaarheid te verbeteren.
Hiermee kan rekening worden gehouden in een nieuwe aanvraag.
Fietsvoorzieningen
Er dienen 0,60 fietsparkeerplaatsen per 100 m² BVO te worden geplaatst. Voor 1.471 m² bedraagt de fietsparkeerbehoefte 9 plaatsen. Er wordt een fietsenstalling voorzien met plaats voor 11 fietsen.
Laden en lossen
Laden en lossen dient altijd op het eigen terrein te gebeuren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening en stedenbouwkundige voorschriften.
Standpunt college
Het college sluit zich niet integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, die adviseert om voorliggende vergunningsaanvraag te weigeren.
De omgevingsambtenaar stelt enerzijds dat de voorgestelde inplanting atypisch is en niet in harmonie is met de omgeving. Het creëren van een nieuwbouw achteraan op het perceel zorgt ervoor dat de activiteiten van de gebruikers zich verplaatsen van voor naar achteraan op het perceel. Hierdoor verdwijnt de interactie tussen de gebruiker van het gebouw/perceel en de passant in de Toekomstlaan. Anderzijds zou de aanvraag niet getuigen van duurzaam ruimtegebruik door het perceel enkel achteraan te bebouwen en het aan de straatzijde onbebouwd te laten, aldus de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De aanvraag omvat de afbraak van bestaande, vervallen gebouwen en de nieuwbouw van twee loodsen in combinatie met de aanleg van een parking en toegangsweg. Hoewel het ontwerp zorgt voor een onderbreking in de straatwand, doordat de loodsen achteraan het perceel worden geplaatst, is het college van mening dat dergelijke inplanting niet atypisch, noch afwijkend is in industriegebied. De feitelijke omgeving wordt gekenmerkt door diverse bedrijvigheid, waar het nog voorkomt dat de toegangswegen en parkings aan voorzijde van het perceel worden georganiseerd.
Zoals de gemeentelijke omgevingsambtenaar en de dienst Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en innovatie terecht in hun advies stellen, past het project bovendien binnen de beleidsvisie van het provinciaal plan ‘Kanaalzone’, zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie.
Wat het duurzaam ruimtegebruik betreft, is het college van mening dat deze inplanting, met huidig programma en densiteit, een gemakkelijke en efficiënte verdere uitbreiding naar straatzijde toe faciliteert. Minstens getuigt deze inplanting al van een begin van efficiënt en duurzaam ruimtegebruik: het gebouw is ontworpen op het breedste stuk van het perceel op een plaats op het terrein die later het moeilijkste toegankelijk gaat zijn. Voorts worden de gelijkvloerse vierkante meters met deze inplanting maximaal benut, wordt de Toekomstlaan ontlast voor wat betreft het laden en lossen en voorziet men volledig in de eigen parkeer- en fietsbehoefte. Gelet op de overdimensionering van de voorziene parkeergelegenheden, kan deze zone aangewend worden voor toekomstige uitbreidingen.
De stedelijke dienst Mobiliteit legt in haar advies volgende voorwaarden op:
• Laden en lossen dient altijd op het eigen terrein te gebeuren.
• Er dienen ingrepen te gebeuren ter hoogte van de toegang tot de magazijnen om de zichtbaarheid op fietsverkeer in de Toekomstlaan te verbeteren.
• De schuinparkeerplaatsen te vervangen door haaks parkeren om zo de zichtbaarheid te verbeteren
• De schuinparkeerplaats vlak tegen de Toekomstlaan te supprimeren om zo een comfortafstand ten opzichte van het fietspad te bewaren.
Dit advies van de stedelijke dienst Mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en moet worden opgevolgd.
Wegens de mogelijkse impact op het milieu werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Dit advies luidt als volgt: “In het dossier valt te lezen dat de bestaande gebouwen en de beton verharding zullen worden gesloopt.
Sloop
De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden.
Verwarming
In het dossier wordt niet omschreven hoe de kantoren verwarmd zullen worden. De exploitant wordt aangeraden na de realisatie van het project dit grondig te bekijken en indien nodig te regulariseren door een aanpassing van de omgevingsvergunning.
Bemaling
Voor de realisatie van een nieuw rioleringsstelsel, de aanleg van twee hemelwaterputten en de funderingswerken is er mogelijks een bemaling noodzakelijk.
De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2021 - zie checklist 1 en 2).
De karakteristieken (doorlatendheid en dergelijke) van de ondergrond worden bij voorkeur bepaald door een pompproef.
De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van stad Antwerpen (artikel 42) om de bronbemaling aan te sluiten op een retourbemaling (vb. wadi/infiltratieput), infiltratievoorziening of oppervlaktewater (vb. gracht, meer, vijver). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen.
In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.
De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv).
Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.
Op basis van de informatie in het aanvraagdossier wordt geen indicatie teruggevonden dat er andere ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing zouden zijn.
Het is aan de exploitant zelf om – indien noodzakelijk – een melding of vergunningsaanvraag in te dienen voor de exploitatie van de KMO-unit.
Indien rekening gehouden wordt met bovenstaande, kan vanuit technisch oogpunt voorwaardelijk positief advies gegeven worden de vergunning te verlenen.”
De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd.
Indien er een bemaling noodzakelijk is voor de aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel dan moet hiervoor een melding ingediend worden of een omgevingsvergunning worden aangevraagd voor de start van de werken. Dit wordt meegeven als aandachtspunt aan de aanvrager.
De afwijking op de verordening hemelwater - met betrekking tot het niet realiseren van infiltratieputten - wordt gunstig geadviseerd. Het is aanvaardbaar om in dit ontwerp bufferputten met vertraagde afvoer te voorzien.
Het college is bijgevolg van mening dat voorliggende aanvraag vergund kan worden, mits het opleggen van onderstaande voorwaarden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 mei 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 24 juli 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 22 september 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 21 december 2023 |
Verslag GOA | 13 september 2023 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden.
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/ exploitatie strikt na te leven;
2. De voorwaarden van het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moeten worden opgevolgd;
3. Te voldoen aan artikel 24 van de Antwerpse Bouwcode;
4. Te voldoen aan artikel 26 van de Antwerpse Bouwcode;
5. De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.