Terug
Gepubliceerd op 02/10/2023

2023_CBS_06754 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094173. Achturendagstraat, Standbeeldstraat, Drogedokstraat, Constantin Meunierplein, Wolplein, Kaarderstraat, Edisonstraat, Karel Van de Woestijnestraat, Scheldevrijstraat, Curiestraat. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06754 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094173. Achturendagstraat, Standbeeldstraat, Drogedokstraat, Constantin Meunierplein, Wolplein, Kaarderstraat, Edisonstraat, Karel Van de Woestijnestraat, Scheldevrijstraat, Curiestraat. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_06754 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094173. Achturendagstraat, Standbeeldstraat, Drogedokstraat, Constantin Meunierplein, Wolplein, Kaarderstraat, Edisonstraat, Karel Van de Woestijnestraat, Scheldevrijstraat, Curiestraat. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023094173

Gegevens van de aanvrager:

NV UMICORE met als contactadres Adolf Greinerstraat 14 te 2660 Antwerpen

Ligging van het project:

Achturendagstraat, Standbeeldstraat, Drogedokstraat, Constantin Meunierplein, Wolplein, Kaarderstraat, Edisonstraat, Karel Van de Woestijnestraat, Scheldevrijstraat, Curiestraat te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nrs. 242Y9, 242Y2, 242K25, 242C22, 242D20, 242B17, 242L17, 242Y23, 242X17, 242Z21, 242F8, 242M20, 242S9, 242Y21, 242V9, 242N25, 242H17, 242V21, 242B19, 242V17, 242N17, 242S23, 242A8, 242V10, 242E19, 242Y17, 242C20, 242X23, 242V23, 242G19, 242K17, 242Y10, 242K20, 242S10, 242B22, 242V7, 242A11, 242D11, 242F17, 242W18, 242H16, 242B16, 242E9, 242Z19, 242R25, 242Z18, 242C17, 242G11, 242C16, 242V8, 242X2, 242M10, 242K9, 242N15, 242E22, 242F16, 242S8, 242E16, 242B11, 242N12, 242R17, 242L3, 242R10, 242G20, 242D8, 242Z9, 242F20, 242M23, 242X10, 242T17, 242E25, 242P17, 242D19, 242A25, 242A19, 242S17, 242B20, 242A20, 242R9, 242C10, 242K10, 242L8, 242G9, 242F10, 242N10, 242Y18, 242F11, 242Y24, 242P9, 242R8, 242M15, 242E10, 242L10, 242A17, 242Y25, 242G16, 242X7, 242D16, 242H10, 242C11, 242L9, 242F9, 242H18, 242Z7, 242E24, 242H11, 242E11, 242B10, 242W7, 242X24, 242M24, 242A16, 242Z10, 242P18, 242R20, 242M18, 242A22, 242P24, 242D17, 242M17, 242L13, 242D9, 242S24, 242P25, 242V18, 242D24, 242X9, 242F6, 242V24, 242S18, 242A9, 242M19, 242G17, 242M25, 242A24, 242G15, 242K18, 242W16, 242L24, 242Y16, 242C25, 242W23, 242F19, 242Z17, 242G10, 242E21, 242F25, 242H15, 242W17, 242E20, 242Z24, 242E8, 242D10, 242T16, 242A10, 242K16, 242H20, 242W9, 242T9, 242P10, 242C18, 242T15, 242C24, 242W24, 242T24, 242Z23, 242M11, 242N16, 242X18, 242A26, 242E18, 242T7, 242B18, 242N13, 242M7, 242R18, 242Z8, 242R24, 242K11, 242B24, 242P16, 242A18, 242L11, 242T18, 242L18, 242X16, 242D18, 242A21, 242N7, 242N24, 242G18, 242B26, 242M13, 242S16, 242F24, 242K24, 242F18, 242Z16, 242N18, 242V16 en 255F8

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van 168 woningen en het aanleggen van een groenbuffer

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          17/03/2023: voorwaardelijke vergunning (OMV_2022110732) voor het slopen van 17 woningen en het aanleggen van een groenbuffer;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120668.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen: tuinwijk met eengezinswoningen;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met schuin dak
  • woningen in gesloten of halfopen bebouwing (op de kop);

-          inrichting:

  • voortuinen.

 

Bestaande toestand

-          conform vergunde toestand.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • groenbuffer Umicore;

-          bouwvolume:

  • afbraak 168 woningen met eventuele bijgebouwen en omheiningen;
  • 5 eengezinswoningen blijven behouden:

-          Achturendagstraat 26 en 43;

-          Constantin Meunierplein 25;

-          Kaarderstraat 19;

-          Standbeeldstraat 1;

-          gevelafwerking:

  • wachtgevels overblijvende 5 woningen afgewerkt met dubbelwandige staalplaat met 8cm PU isolatie;

-          inrichting:

  • afbraak wegenis Edisonstraat en Karel Van de Woestijnestraat en westelijke zijde Wolplein en Constant Meunierplein;
  • gedeeltelijke afbraak Achturendagstraat en Standbeeldstraat;
  • aanplanting ontoegankelijke boszone;
  • aanleg gracht rondom bos;
  • plaatsing tijdelijke omheining voor bescherming jong groen;
  • omzetting van Scheldevrijstraat van gemeenteweg voor alle verkeer naar fietspad;
  • oostelijke zijde van Wolplein eveneens omgezet van gemeenteweg voor alle verkeer naar fietspad.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van niet-vrijstaande woningen;

-          opbreken van wegenis;

-          aanleggen van een fietspad;

-          wijzigen van het reliëf.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Gemeentewegen

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Omschrijving beslissing

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 25 september 2023 om:

  • zijn goedkeuring te hechten aan het bijgevoegd rooilijnplan ‘BA_GroenbufferUmicore_rooilijn(v20230629).pdf’;
  • zijn goedkeuring te hechten aan de ligging, de breedte en de uitrusting van de Kaarderstraat, Wolplein, Scheldevrijstraat, Constantin Meunierplein, Grammestraat en Achturendagstraat.

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht

2 augustus 2023

28 augustus 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

2 augustus 2023

geen tijdig advies gegeven

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

2 augustus 2023

17 augustus 2023

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

2 augustus 2023

21 augustus 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

2 augustus 2023

4 augustus 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

2 augustus 2023

21 augustus 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

2 augustus 2023

25 augustus 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

2 augustus 2023

22 augustus 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:

-          artikel 5. (20/02/1973- ...) 1. De woongebieden: 1.0. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Een ontoegankelijk bos valt niet onder de toegelaten bestemmingen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op De 19/04/2023. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt. 

De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag behelst de sloopwerken van 168 woningen in de wijk Moretusburg te Hoboken en de opbraak van de straten die ontsluiting geven tot deze woningen voor de aanleg van een groene zone. De werken bevatten de tweede fase van de sloopwerken en kaderen binnen een groter plan waarbij een 185-tal woningen in de wijk gesloopt worden voor de aanleg van een groene zone. De braakliggende percelen zullen beplant worden met een bosplantsoen. Het gewestplan stelt dat:

“De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.”

In de voorschriften van het gewestplan wordt specifiek aangehaald dat groene ruimten mogelijk zijn in de zone voor woongebieden mits ze verenigbaar zijn met de onmiddelijke omgeving.

De activiteiten van Umicore Hoboken (verder Umicore genoemd) veroorzaken sinds vele jaren emissies van loodhoudend stof. Deze emissies beïnvloeden de luchtkwaliteit in de aangrenzende woonwijk Moretusburg, en de inwoners van deze wijk worden blootgesteld aan lood. Om de nadelige effecten van de uitstoot van lood te milderen wordt er een bufferzone ingericht in een deel van de wijk dat grenst aan de fabriek. Deze aanvraag heeft als doel het verbeteren van de leefkwaliteit van de omgeving en is in die zin verenigbaar met het woongebied. De wijzigen blijven in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke Groendienst.

De Groendienst geeft een voorwaardelijk gunstig advies. Artikel 18 in de verklarende nota moet zonder fout nageleefd worden, alsook de standaard boombeschermingsvoorwaarden bijgevoegd aan deze vergunning. Hierop moet toegezien worden door een erkend boomspecialist (ETW of ETT, adressen te vinden op het internet). Daarbij legt de Groendienst ook nog volgende extra voorwaarden op:

-          De timing van de sloopwerken in fase 2 moet zodanig geregeld zijn dat de volledige zone onmiddellijk kan aangeplant worden, zodat de realisatie van de groenbuffer geen vertraging oploopt. 

-          De bodem moet tot op 1 m diepte volledig losgemaakt worden (met indringingsweerstand van maximum 1,5 mpa), vrij zijn van grof gesteente (>5 cm) en verrijkt worden met 20 % uitgerijpte compost.

-          Aan de rand moeten de nieuwe bomen hoogstammige bomen van eerste grootte zijn met minimum stamomtrek van 18/20 cm. Soorten zoals voorgesteld in de verklarende nota zijn goedgekeurd.

-          De struiken in de randzone, die al meteen volume moeten geven, moeten een mengeling zijn van inheemse soorten (zoals duindoorn, wilde liguster, zuurbes, eglantier, wollige sneeuwbal, gele kornoelje, kruisbes, rode kamperfoelie, (europees) krentenboompje, eenstijlige meidoorn, sleedoorn, hondsroos, vlier, rode kornoelje, wilde kardinaalsmuts, hop,…) met een minimum plantmaat van 150/180 cm (1 st/m2).

-          De nieuwe beplanting moet voorzien worden van een mulchlaag (mengeling van schors en blad, max. 3 cm dik), als bescherming tegen uitdroging en voor een goede doorstart van de plantengroei.

-          De nieuwe hoogstammige bomen moeten de eerste twee jaar na aanplant gegoten worden (minimaal 20 gietbeurten van 60 liter per boom in het groeiseizoen).”

Het advies met voorgestelde voorwaarden wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd, maar genuanceerd.  Het is immers de verantwoordelijkheid van de aanvrager om de aanplantingen te onderhouden en ervoor te zorgen dat zij mooi volgroeien. Daarom zullen een aantal voorwaarden vervangen worden door de voorwaarde dat de aanvrager tot 2 jaar na aanplanting zal moeten instaan voor de één op één vervanging van alle afgestorven planten.

 

Gelet op de transformatie van ruimere stedenbouwkundige context werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Publieke Ruimte. Deze dienst verleend een gunstig advies voor deze aanvraag.

“De aanvraag past binnen de afspraken die gemaakt zijn in het principeakkoord 2022_DCHO_00162. Verdere afspraken omtrent eigendomsgrenzen zullen nog worden opgemaakt in een recht van opstal.

De voorwaarden die op het coördinatieoverleg van 3/4/2023 werden opgelegd werden verwerkt op het plan. Hierbij willen we nog benadrukken dat voor het fietspad in de Scheldevrijstraat er geen opstaande boordstenen voorzien mogen worden, dat de bestaande bomen in de Standbeeldstraat vervangen dienen te worden door nieuwe bomen met voldoende kwalitatieve wortelruimte en dat het beheer van het bufferbos door Umicore zal gebeuren.

Omwille van de veiligheid zal het hekwerk rond het bufferbos voldoende hoog moeten zijn zodat het niet overklimbaar is.

Publieke ruimte geeft bijgevolg een voorwaardelijk gunstig advies met volgende voorwaarde:

-          Geen opstaande boordstenen aan het fietspad in de Scheldevrijstraat.

-          De bestaande bomen in de Standbeeldstraat dienen vervangen te worden door nieuwe bomen met voldoende kwalitatieve wortelruimte.

-          Het totale doorwortelbaar volume bij Small bomen moet in een volledig open plantvak minstens 7 tot 11 m³ bedragen (afhankelijk van het type groeimedium).

-          Werken we met bomengranulaat, dan is de minimumvereiste 15 m³ bomengranulaat onder de verharding + 2,5 m³ teelaarde in het open plantvak.

-          Is het doorwortelbare volume kleiner, dan mogen enkel zeer smal groeiende bomen van derde of tweede grootte voorzien worden.

-          In de plantzone (zone van 1,60 x 1,60 m rond de boom) mogen geen nutsleidingen aanwezig zijn, met uitzondering van niet-verplaatsbare leidingen.

-          Die laatste moeten dan wel minstens op 80 cm onder het maaiveld liggen.

-          Het aantal nieuwe bomen moet gelijk of groter zijn dan het aantal te rooien bomen, en ze moeten een minimum plantmaat van 18/20 cm stamomtrek hebben (gemeten op 1m hoogte).

-          Het beheer van het bufferbos gebeurt door Umicore.

-          Het hekwerk rond het bufferbos dient voldoende hoog te zijn zodat het niet overklimbaar is.”

Het advies van Publieke Ruimte is in samenspraak geschreven met de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de voorgestelde voorwaarden bijgetreden.

 

Gelet op het bovenstaande, kan het ruimtegebruik van de aanvraag onder voorwaarde gunstig worden beoordeeld.

 

Cultuurhistorische aspecten

Tijdens de procedure werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Onroerend Erfgoed:

“Voor het project is een omgevingsvergunningsaanvraag verplicht. Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone en binnen een woon- en recreatiegebied. Het betreft een omgevingsvergunning met een perceelsoppervlakte boven 3000 m² (64 209 m²) en een vergunningsplichtige ingreep boven 1000 m² (56 329 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

De archeologienota werd opgemaakt door LAReS bvba en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 19/04/2023. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt.”

 

Bodemreliëf

Gelet op de ruimtelijke context van de aanvraag werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Milieuvergunningen:

Het project omvat de sloop van 168 woningen en de opbraak van de straten die ontsluiting geven tot deze woningen. Na sloop wordt de projectzone ingericht als groene zone. De werken zijn de tweede fase binnen een groter plan waarbij een 185-tal woningen in de wijk gesloopt zullen worden voor de aanleg van een groene zone. Het betreft geen bodemsanering. De bodem wordt bedekt met een propere leeflaag en beplant.

De woningen werden gebouwd tussen 1921 en 1950. Door de decennialange depositie van zware metalen zal stof aanwezig in en op de constructies en de toplaag verhoogde gehaltes zware metalen bevatten (Cd, Pb, As). Het slopen van de gebouwen brengt risico mee dat geïmmobiliseerd stof opwaait, neervalt in de onmiddellijke omgeving en opgenomen wordt door de bewoners. Deze niet-geleide emissies dienen maximaal vermeden te worden. De voorwaarden opgenomen in hoofdstuk 6.12 van Vlarem II m.b.t. de beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken gelden.

Daarnaast lijkt het aangewezen bijkomende maatregelen te nemen die specifiek gericht zijn naar het wegnemen van het risico op verspreiding van zware metalen. De te slopen gebouwen dienen op voorhand grondig gereinigd te worden, in het bijzonder op plekken die tijdens dagdagelijkse reiniging moeilijk bereikbaar zijn (kelder, ruimtes tussen valse plafonds, spouwmuren, zolder, dakgebintes en dergelijke). Deze plaatsen waar zich potentieel door de jaren stof heeft kunnen ophopen, dienen voorzichtig vrij gemaakt te worden en grondig gestofzuigd te worden.

De bouwheer geeft aan de nodige ervaring te hebben opgedaan tijdens fase 1 van het sloopproject (sloop van 17 woningen OMV_2022110732). Bij de uitvoering van dit project werden metingen uitgevoerd op een (uitgebreid) meetnet, gedurende vier weken. Er werd geen effect op de luchtkwaliteit vastgesteld. Op basis van deze ervaring worden door de bouwheer een reeks van stofbeheersingsmaatregelen vooropgesteld. Indien tijdens de uitvoering van de sloopwerken blijkt dat de vooropgestelde aanpak niet voldoende is om het ontstaan van stof te vermijden, worden onmiddellijk bijkomende maatregelen genomen.”

Het voorwaardelijk gunstig advies wordt bijgetreden. De voorgestelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarden van vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Tijdens de procedure werd er intern advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu:

  1. Luchtkwaliteit:

De af te breken gebouwen liggen in een milieugezondheidskundig aandachtsgebied: de wijk Moretusburg kent een zware metalenvervuiling. Het in de gebouwen opgehoopte stof kan verhoogde gehaltes aan zware metalen bevatten. De nodige maatregelen dienen genomen te worden om verspreiding van stof en blootstelling hieraan te vermijden. 

Uit de beschrijvende nota 
Bij de sloopwerken worden er milderende maatregelen voorzien om zoveel mogelijk opwaaiend stof te voorkomen. Dit houdt in dat:  

-          De woningen voor de afbraak gecontroleerd worden op aanwezigheid van stof en ze zo nodig intern gereinigd worden als er relevante hoeveelheden (mogelijk) loodhoudend stof aanwezig is (bvb. op zolders, …);  

-          Een aannemer wordt geselecteerd die vertrouwd is met de lood- en stofproblematiek bij Umicore en zijn werkwijze aanpast in functie van de opgelegde stofbeheersingsmaatregelen vanwege Umicore (bvb. besproeien, …). 

In de project-MER-screening luchtkwaliteit werden volgende stofbeheersingsmaatregelen opgenomen:  

-          Werf: heras hekken rondom de zone voor afbraak voorzien van stofscherm.

-          Dagelijks voor de start van afbraakwerken: huis langs buiten en binnen volledig natsproeien. De aannemer voorziet vier mistkanonnen die op de werf aanwezig zullen zijn.  

-          Om de af te breken woningen en het vrijgekomen puin extra te bevochtigen kan er 1x per dag water worden afgehaald op de Umicore site. (ongeveer 10 m³). De aannemer maakt eveneens gebruik van een standpijp via Watergroep.

-          Tijdens de afbraakwerken: manueel sproeien door een arbeider en mistkanon(nen) gericht op de afbraakwerken.

-          Volgen van de windbarometer. 

-          Invoeren van stopreflex.

-          Tijdens de werken is er te allen tijde een werfleider aanwezig.  

-          Op het einde van elke werkdag zullen omliggende wegen gereinigd worden m.b.v. wegdekreiniger (natte reiniging en opname van vervuild water). 

-          Afvaltransporten vermijden de woonkern Moretusburg. 

-          Afdekken van alle transportlading dat betrekking heeft op de werken. 

Conclusie: Gunstig op voorwaarde dat: 

-          De te slopen gebouwen op voorhand grondig gereinigd worden, in het bijzonder op plekken die tijdens de dagdagelijkse reiniging moeilijk bereikbaar zijn (kelder, ruimtes tussen valse plafonds, spouwmuren, zolder, dakgebintes en dergelijke). 

-          De stofbeheersingsmaatregelen voorgesteld in het dossier gevolgd worden. Indien tijdens de uitvoering van de sloopwerken blijkt dat de vooropgestelde aanpak niet voldoende is om het ontstaan en verspreiding van stof te vermijden, worden onmiddellijk bijkomende maatregelen genomen.  

  1. Omgevingsgeluid:

Uit de project-MER-screening geluid of trillingen: 
Naar omwonenden toe is er sprake van beperkte hinder. Daarom worden de sloopwerkzaamheden enkel op werkdagen, tussen 7.00 en 17.00 uur uitgevoerd.  

Conclusie:  Gunstig op voorwaarde dat de sloop van de woningen enkel uitgevoerd wordt op werkdagen tussen 7 en 17 uur.  

  1. Water/droogte 

Gunstig 

  1. Energie 

In de Bron- en netstrategie Zuid (goedgekeurd door de Gemeenteraad op 27/3/23, https://ebesluit.antwerpen.be/zittingen/22.0922.9467.1523/agendapunten/23.0303.2769.4347 ) wordt de warmtecluster Umicore gedefinieerd:

Gezien de mogelijke aanleg van een warmtenet in de omgeving van Umicore (cfr. bufferzone) is een goede afstemming met Fluvius van belang zodat eventuele synergiën optimaal kunnen worden uitgevoerd en/of wachtzones in de groene buffer kunnen worden voorzien. Voorlopig overweegt Fluvius de aanleg van het warmtenet in de straten zoals hieronder weergegeven. (zie afbeelding) Het is van belang dat beide partijen in onderling overleg de aanleg in de vergunde zone en zeker in de betreffende straten (cfr. afbeelding Fluvius) goed op elkaar afstemmen.  

Conclusie: 

Gunstig op voorwaarde dat het warmtenet bij de aanleg van de groene buffer in synergie kan worden aangelegd en/of er wachtzones worden voorzien. 

  1. Conclusie 

Gunstig mits voorwaarden 

Voorwaarde energie 

  •       Bij de aanleg van de groene buffer kan het warmtenet in synergie worden aangelegd en/of er worden wachtzones voorzien. 

Voorwaarden lucht 

  •       De te slopen gebouwen moeten op voorhand grondig gereinigd worden, in het bijzonder op plekken die tijdens de dagdagelijkse reiniging moeilijk bereikbaar zijn (kelder, ruimtes tussen valse plafonds, spouwmuren, zolder, dakgebintes en dergelijke). 
  •       De stofbeheersingsmaatregelen voorgesteld in het dossier dienen gevolgd te worden. Indien tijdens de uitvoering van de sloopwerken blijkt dat de vooropgestelde aanpak niet voldoende is om het ontstaan en verspreiding van stof te vermijden, worden onmiddellijk bijkomende maatregelen genomen.  

Voorwaarde geluid 

  •     De sloop van de woningen wordt enkel uitgevoerd op werkdagen tussen 7 en 17 uur.”

Het advies van Klimaat en Leefmilieu wordt grotendeels bijgetreden. Enkel de voorgestelde voorwaarde met betrekking op de synergie van de aanleg van het warmtenetwerk kan niet in voorwaarden worden opgenomen. Het vervullen van de voorwaarde moet kunnen worden verwezenlijkt door (enig) toedoen van de aanvrager. De aanvrager moet redelijkerwijs démarches kunnen ondernemen met het oog op de verwezenlijking van de voorwaarden, zo niet wordt afbreuk gedaan aan het beginsel dat de vergunning op zich de uitvoering van de vergunde handelingen moet mogelijk maken. Bijgevolg kan deze voorgestelde voorwaarde niet verder opgenomen worden.

Er zal wel in voorwaarden opgenomen worden om met Fluvius in overleg te gaan omtrent de aanleg van het warmtenet.

 

Er werd ook advies gevraagd aan de dienst Maatschappelijke veiligheid / Stadstoezicht. Dat advies luidt als volgt:

In de vergunningsaanvraag wordt de projectsite omgevormd van woonwijk naar groene zone die als buffer moet dienen naar de omgeving. Om de ontoegankelijkheid van dit bufferbos te garanderen wordt er volgens de vergunningsaanvraag in punt 4.2.3.1 aan de rand een struweel voorzien met inheemse en doornachtige soorten (meidoorn, sleedoorn, sporkenhout, liguster, …) dat op enkele jaren tijd al vrij dicht kan groeien. Om de beplanting de eerste jaren te beschermen wordt er een tijdelijke omheining voorzien rond het bos die, wanneer het struweel al een voldoende dichte buffer vormt, wordt weggenomen.

Vanuit sociaal-ruimtelijke veiligheid geven we volgend advies :

 

  • Het (tijdelijk) hekwerk dient doorzichtig, niet overklimbaar (geen horizontale elementen) en minstens 2 meter hoog te zijn;
  • De grondverankering van het (tijdelijk) hekwerk dient voorzien te worden onder het maaiveld;
  • Betreden van het bufferbos gebeurt uitsluitend voor bevoegden via een poort, onzichtbaar geïntegreerd in het (tijdelijk) hekwerk;
  • Het (tijdelijk) hekwerk heeft bij voorkeur afgeronde hoeken om het geheel een zacht karakter te geven;
  • Voorafgaand aan het wegnemen van het (tijdelijk) hekwerk dient er advies gevraagd te worden aan stad Antwerpen of dit wenselijk is. Bovendien stellen we de tijdelijkheid van het hekwerk in vraag. Betreedbaarheid van het terrein voor onderhoud wordt niet mogelijk wanneer het ganse terrein volledig ontoegankelijk wordt door de groenbuffer.

Het advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorwaarden zullen voor zover mogelijk, overgenomen worden. De aanvrager wordt bijkomende gevraagd om met de dienst in overleg te gaan voor de uitwerking van het voorlopige hekwerk.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De aanvraag heeft betrekking op het slopen van 168  eengezinswoningen. In de nieuwe toestand worden deze percelen ingezet als groenbuffer. De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De timing van de sloopwerken in fase 2 moet zodanig geregeld zijn dat de volledige zone onmiddellijk kan aangeplant worden, zodat de realisatie van de groenbuffer geen vertraging oploopt.

2. De bodem moet tot op 1 m diepte volledig losgemaakt worden (met indringingsweerstand van maximum 1,5 Mpa), vrij zijn van grof gesteente (>5 cm) en verrijkt worden met 20 % uitgerijpte compost.

3. Aan de rand moeten de nieuwe bomen hoogstammige bomen van eerste grootte zijn met minimum stamomtrek van 18/20 cm. Soorten zoals voorgesteld in de verklarende nota zijn goedgekeurd.

4. De struiken in de randzone, die al meteen volume moeten geven, moeten een mengeling zijn van inheemse soorten met een minimum plantmaat van 150/180 cm (1 st/m2).

5. Alle beplanting die in de eerste 2 jaar na aanplant sterft, moet één op één door de aanvrager vervangen worden door nieuwe beplanting.

6. De bestaande bomen in de Standbeeldstraat dienen vervangen te worden door nieuwe bomen met voldoende kwalitatieve wortelruimte zoals beschreven in het advies van de dienst Groen en begraafplaatsen.

7. Er mogen geen opstaande boordstenen zijn aan het fietspad in de Scheldevrijstraat.

8. De aanvrager gaat in overleg met Fluvius in het kader van de aanleg van het warmtenet.

9. De te slopen gebouwen moeten op voorhand grondig gereinigd worden, in het bijzonder op plekken die tijdens de dagdagelijkse reiniging moeilijk bereikbaar zijn (kelder, ruimtes tussen valse plafonds, spouwmuren, zolder, dakgebintes en dergelijke).

10. De stofbeheersingsmaatregelen voorgesteld in het dossier dienen gevolgd te worden. Indien tijdens de uitvoering van de sloopwerken blijkt dat de vooropgestelde aanpak niet voldoende is om het ontstaan en verspreiding van stof te vermijden, worden onmiddellijk bijkomende maatregelen genomen.

11. De sloop van de woningen wordt enkel uitgevoerd op werkdagen tussen 7 en 17 uur.

12. Het beheer van het bufferbos gebeurt door Umicore.

13. Het hekwerk dient doorzichtig, niet overklimbaar  en minstens 2 meter hoog te zijn. De grondverankering van het hekwerk dient voorzien te worden onder het maaiveld.

14. Het voorlopige hekwerk mag pas weggenomen worden wanneer de aanplantingen voldoende volgroeid zijn om de toegang tot het perceel effectief te verhinderen.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juli 2023

Volledig en ontvankelijk

2 augustus 2023

Start openbaar onderzoek

3 augustus 2023

Einde openbaar onderzoek

1 september 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

25 september 2023

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

14 januari 2024

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

13 april 2024

Verslag GOA

4 september 2023

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 augustus 2023

1 september 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De timing van de sloopwerken in fase 2 moet zodanig geregeld zijn dat de volledige zone onmiddellijk kan aangeplant worden, zodat de realisatie van de groenbuffer geen vertraging oploopt.

2. De bodem moet tot op 1 m diepte volledig losgemaakt worden (met indringingsweerstand van maximum 1,5 Mpa), vrij zijn van grof gesteente (>5 cm) en verrijkt worden met 20 % uitgerijpte compost.

3. Aan de rand moeten de nieuwe bomen hoogstammige bomen van eerste grootte zijn met minimum stamomtrek van 18/20 cm. Soorten zoals voorgesteld in de verklarende nota zijn goedgekeurd.

4. De struiken in de randzone, die al meteen volume moeten geven, moeten een mengeling zijn van inheemse soorten met een minimum plantmaat van 150/180 cm (1 st/m2).

5. Alle beplanting die in de eerste 2 jaar na aanplant sterft, moet één op één door de aanvrager vervangen worden door nieuwe beplanting.

6. De bestaande bomen in de Standbeeldstraat dienen vervangen te worden door nieuwe bomen met voldoende kwalitatieve wortelruimte zoals beschreven in het advies van de dienst Groen en begraafplaatsen.

7. Er mogen geen opstaande boordstenen zijn aan het fietspad in de Scheldevrijstraat.

8. De aanvrager gaat in overleg met Fluvius in het kader van de aanleg van het warmtenet.

9. De te slopen gebouwen moeten op voorhand grondig gereinigd worden, in het bijzonder op plekken die tijdens de dagdagelijkse reiniging moeilijk bereikbaar zijn (kelder, ruimtes tussen valse plafonds, spouwmuren, zolder, dakgebintes en dergelijke).

10. De stofbeheersingsmaatregelen voorgesteld in het dossier dienen gevolgd te worden. Indien tijdens de uitvoering van de sloopwerken blijkt dat de vooropgestelde aanpak niet voldoende is om het ontstaan en verspreiding van stof te vermijden, worden onmiddellijk bijkomende maatregelen genomen.

11. De sloop van de woningen wordt enkel uitgevoerd op werkdagen tussen 7 en 17 uur.

12. Het beheer van het bufferbos gebeurt door Umicore.

13. Het hekwerk dient doorzichtig, niet overklimbaar  en minstens 2 meter hoog te zijn. De grondverankering van het hekwerk dient voorzien te worden onder het maaiveld.

14. Het voorlopige hekwerk mag pas weggenomen worden wanneer de aanplantingen voldoende volgroeid zijn om de toegang tot het perceel effectief te verhinderen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.