Terug
Gepubliceerd op 25/09/2023

2023_CBS_06391 - Omgevingsvergunning - OMV_2023049625. Edgar Tinelstraat 3. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 22/09/2023 - 08:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06391 - Omgevingsvergunning - OMV_2023049625. Edgar Tinelstraat 3. District Berchem - Weigering 2023_CBS_06391 - Omgevingsvergunning - OMV_2023049625. Edgar Tinelstraat 3. District Berchem - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023049625

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Chankrisna Tep met als adres Edgar Tinelstraat 3 te 2600 Berchem en de heer Luc Masson met als adres Edgar Tinelstraat 3 te 2600 Berchem

Ligging van het project:

Edgar Tinelstraat 3 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 102G4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden en verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Watertoets

29 juni 2023

3 juli 2023

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • Hoofdstuk 2 Toepassingsgebied – Artikel 3:

de verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen of buffervoorzieningen is van toepassing bij het bouwen, herbouwen of uitbreiden van overdekte constructies waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40,00 m²;

  • Hoofdstuk 4 Normen inzake de verplichte plaatsing van een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening met vertraagde afvoer – Artikel 9:

bij nieuwbouw of herbouw van eengezinswoningen is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten met een totale minimale inhoud van 5 000 liter verplicht.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    • Het talrijkst liggen de daklagen op de voorgevellijn in de omgeving. Een teruggetrokken daklaag met terras aan de voorgevel is bijgevolg niet kenmerkend;
    • Het talrijkst is een daklaag afgewerkt in een dakmateriaal en met openingen kenmerkend voor deze daklaag. Grenen hout en de voorgestelde opening kunnen bezwaarlijk kenmerkend worden genoemd voor de daklagen in de omgeving;
    • Het talrijkst hebben de panden een vooruitstekende in de omgeving. Deze supprimeren is bijgevolg niet kenmerkend;
    • Het talrijkst is de voorgevel afgewerkt met een gevelsteen in de omgeving. Een bepleisterde voorgevel is bijgevolg niet kenmerkend.
  • Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:
    • De optimale daglichttoetreding van de verblijfsruimte op het gelijkvloers wordt gehinderd door de diepte van de ruimte (in combinatie met het gebrek van een raam in de achtergevel);
    • De optimale daglichttoetreding van rechts-aanpalende wordt gehinderd door de houten wand op de verdieping.
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

De lichtdoorlatende oppervlakte van de opening in de achtergevel op de gelijkvloerse verdieping voldoet niet aan de minimale vereiste (10%) van de netto-vloeroppervlakte van de keuken en eethoek samen;

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    • Bij elke nieuwe ruimte bij een volume-uitbreiding, zoals de aanbouw op de gelijkvloerse verdieping en de tweede verdieping, dienen de ruimten een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 m voor verblijfsruimtes;
    • De vrije hoogte van de verblijfsruimtes op de eerste verdieping werd verlaagd van circa 2,6 m hoogte tot 2,52 m;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    • De scheidingsmuren met de linker en rechter aanpalende hebben ter hoogte van de nieuwe bouwlaag geen opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
    • De nieuwe scheimuren en de houten wanden ter hoogte van de terrassen zijn aan voor- en achtergevel niet uitgevoerd in een ongeperforeerd en massief materiaal met een dikte van minstens 0,18 m;
  • artikel 38 Groendaken:

Het platte dak van de tweede verdieping wordt niet aangelegd als een groendak;

  • artikel 40 Privaat en gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    Het rioolstelsel wordt niet gescheiden aangelegd tot aan de straat;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

DWA en RWA moeten aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel en voorzien zijn van een gekenmerkte toezichtsput. De aansluitpunten moeten minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn;

  • artikel 43 Septische putten:

De septische put wordt gesupprimeerd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De Edgar Tinelstraat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen van twee bouwlagen onder plat dak. De aanvraag betreft het uitbreiden van het hoofdvolume naar twee bouwlagen met bijkomend een teruggetrokken daklaag met vooraan een terras. Dit is niet verenigbaar met het referentiebeeld van de straat.

 

Een uitbreiding van de woning naar 3 bouwlagen onder plat dak, in overeenstemming met het volume van de woning ten Edgar Tinelstraat nr. 11 of een uitbreiding van de woning naar twee bouwlagen bijkomend een volwaardige daklaag tot vooraan bovenop de voorgevel  (zoals Edgar Tinelstraat nr. 19), in een kenmerkend dakmateriaal in plaats van in grenen hout en met een opening kenmerkend voor een daklaag aan de straatzijde in de omgeving, zou wel tot de mogelijkheden behoren.

 

Het gelijkvloers werd uitgebreid tot een perceelbrede bouwdiepte van circa 11,5 m. Hierdoor blijft een tuin behouden die net voldoende groot is om te voldoen aan de minimumnorm uit artikel 27 van de bouwcode. Echter ontstaat door het uitbreiden van het gelijkvloers een diepe enkelzijdig verlichte verblijfruimte. Dit voorstel is onvoldoende kwalitatief.

 

Rechts achteraan de eerste verdieping wordt een dakterras voorzien met rechts een houten wand. Het terras bevindt zich (zelfs wanneer er rekening gehouden wordt met de wand) zeer dicht bij de tuinen van de achterliggende en aanpalende woning waardoor er onaanvaardbare hinder van de privacy zal optreden. Zowel omwille van de afstand tot de buren als omwille van het bouwvolume zijn dit terras en de bijhorende terraswand onaanvaardbaar.

 

Vooraan de daklaag wordt een dakterras met links en rechts een houten wand voorzien. Dergelijke voorgevelterrassen zijn in de omgeving van dit project niet kenmerkend.

 

Visueel-vormelijke elementen

De straat en omgeving wordt gekenmerkt door een baksteenarchitectuur. De enige bepleisterde gevels in de Edgar Tinelstraat zijn de bestaande (maar niet vergunde) voorgevels van deze woning en de links aanpalende woning. De uitwerking van deze twee woningen betreft een verarming van het straatbeeld.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

29 juni 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

28 augustus 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

26 november 2023

Verslag GOA

8 september 2023

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.