Terug
Gepubliceerd op 25/09/2023

2023_CBS_06410 - Omgevingsvergunning - OMV_2023058093. Laarsebaan 246. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/09/2023 - 08:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06410 - Omgevingsvergunning - OMV_2023058093. Laarsebaan 246. District Merksem - Goedkeuring 2023_CBS_06410 - Omgevingsvergunning - OMV_2023058093. Laarsebaan 246. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023058093

Gegevens van de aanvrager:

de heer Elmaadouri Boubker met als adres Groenendaallaan 284 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Laarsebaan 246 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 40 sectie C nr. 118H3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Vergunde en bestaande toestand  

-          braakliggend terrein met laag groen en struikgewas.

 

Nieuwe toestand

-          functie:  wonen (eengezinswoning);

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen met zadeldak;
  • dakkapel aan voor- en achterzijde
  • bouwdiepte gelijkvloerse verdieping 15 m;
  • bouwdiepte eerste verdieping 13 m;
  • bouwdiepte hoofdgebouw 9 m;

-          gevelafwerking:

  • rode steenstrips met zwart aluminium schrijnwerk;
  • verdiepingshoge arduinen gevelplint.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          bouwen van een eengezinswoning.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

24 juli 2023

25 juli 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

24 juli 2023

16 augustus 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

 

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 15 In en uitsprongen aan daken:

In- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 m van de perceelsgrens te worden ingeplant. Deze afstand bedraagt nu 0,5 m;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

De aansluiting met de openbare riolering voldoet niet aan volgende voorwaarden:

elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens;

  • artikel 43 Septische putten:

De inhoud van de septische put is niet vermeld.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat de bouw van een eengezinswoning en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwbouwwoning past in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen in de omgeving. De schaal van de aanvraag is in overeenstemming met deze van de omgeving.

 

De voortuin wordt groen ingericht en de bestaande boom blijft behouden. Om deze reden kan er in de voortuin geen autostalplaats georganiseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het materiaal en de kleur van de kroonlijsten in voor- en achtergevel worden niet gespecifieerd op de plannen en bijhorende legende. In de voorgevel zit de kroonlijst van de aanvraag op exact dezelfde hoogte als beide aanpalers, die een witte kroonlijst hebben. Om de harmonie van het straatbeeld te bewaren wordt conform artikel 6 van de bouwcode als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat de kroonlijst aan de voorgevel in een wit materiaal uitgevoerd dient te worden.

 

Aan de voorgevel worden zowel het dakvlak als de dakkapel bekleed met rode leien, waardoor het geheel leest als 1 dakvolume, ondergeschikt aan de onderliggende  voorgevel. Aan de achtergevel wordt de dakkapel daarentegen bekleed met donkerrode steenstrips, een materiaal dat niet kenmerkend is voor dakkappellen. Door de grootte en materialiteit van de dakkapel leest het volume in de achtergevel als 3 bouwlagen in plaats van 2 bouwlagen met een zadeldak. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de dakkapel aan de achtergevel ook met rode leien bekleed moet worden.

 

Verder voldoen de dakkappellen in voor- en achtergevel niet aan artikel 15 van de bouwcode. Uitsprongen in hellende daken dienen op minstens 0,60 m van de perceelsgrens te worden ingeplant. In voorliggende aanvraag bedraagt dit slechts 0,50 m. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de dakkappellen minstens 0,60 m afstand houden ten opzichte van de perceelsgrenzen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De riolering van de aanvraag voldoet niet aan artikel 40 van de bouwcode. Als voorwaarde voor vergunning wordt verplicht om een gescheiden rioolsysteem te plaatsen dat bestaat uit 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer. Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Daarnaast wijkt de aanvraag af van artikel 41 van de bouwcode. Als voorwaarde wordt opgenomen dat de aansluiting met de openbare riolering moet voldoen aan de voorwaarden opgelegd in desbetreffend artikel.

 

Op het rioleringsplan staat de inhoud van de septische put niet vermeld. De woning heeft 4 slaapkamers, waardoor conform artikel 43 van de bouwcode de minimale inhoud van de septische put 2.000 l moet bedragen. Dit wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd.

 

In de voor- en achtertuin blijven de bestaande bomen bewaard conform artikel 17 van de bouwcode. Tijdens de uitvoering van de werken dienen de bestaande bomen, met bijzondere aandacht voor de boom in de voortuin, beschermd te worden conform artikel 18 van de bouwcode. Indien een boom sterft tijdens de bouwwerken, als gevolg van de bouwwerken, zal deze gecompenseerd moeten worden op eigen terrein. Dit wordt als voorwaarde voor vergunning opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

Het betreft de bouw van een eengezinswoning.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. De voortuin wordt groen ingericht en de bestaande boom blijft behouden, waardoor een autostalplaats in de voortuin ook niet mogelijk is.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De kroonlijst aan de voorgevel dient in een wit materiaal uitgevoerd te worden.
  1. De dakkapel aan de achtergevel dient met rode leien bekleed te worden i.p.v. steenstrips.
  1. De dakkapellen aan voor- en achtergevel dienen op minstens 0,60 m van de perceelsgrens ingeplant te worden conform artikel 15 van de bouwcode.
  1. Er moet een gescheiden rioolsysteem geplaatst worden conform artikel 40 van de bouwcode.
  1. De aansluiting met de openbare riolering moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
  1. De inhoud van de septische put moet minimaal 2.000 l bedragen conform artikel 43 van de bouwcode.
  1. Tijdens de uitvoering van de werken dienen de bestaande bomen beschermd te worden conform artikel 18 van de bouwcode. Indien een boom sterft tijdens de bouwwerken, zal deze gecompenseerd moeten worden op eigen terrein.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

24 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

22 september 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

21 december 2023

Verslag GOA

13 september 2023

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De kroonlijst aan de voorgevel dient in een wit materiaal uitgevoerd te worden.
  1. De dakkapel aan de achtergevel dient met rode leien bekleed te worden i.p.v. steenstrips.
  1. De dakkapellen aan voor- en achtergevel dienen op minstens 0,60 m van de perceelsgrens ingeplant te worden conform artikel 15 van de bouwcode.
  1. Er moet een gescheiden rioolsysteem geplaatst worden conform artikel 40 van de bouwcode.
  1. De aansluiting met de openbare riolering moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
  1. De inhoud van de septische put moet minimaal 2.000 l bedragen conform artikel 43 van de bouwcode.
  1. Tijdens de uitvoering van de werken dienen de bestaande bomen beschermd te worden conform artikel 18 van de bouwcode. Indien een boom sterft tijdens de bouwwerken, zal deze gecompenseerd moeten worden op eigen terrein.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.