Terug
Gepubliceerd op 28/08/2023

2023_CBS_05728 - Omgevingsvergunning - OMV_2023017729. Tulpenlaan 23. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/08/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05728 - Omgevingsvergunning - OMV_2023017729. Tulpenlaan 23. District Ekeren - Goedkeuring 2023_CBS_05728 - Omgevingsvergunning - OMV_2023017729. Tulpenlaan 23. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023017729

Gegevens van de aanvrager:

de heer Andrzej Liberadzki met als contactadres Leerhoeklaan 32 te 2180 Ekeren (Antwerpen) en mevrouw Jolanta Maciejewska met als adres Leerhoeklaan 32 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Ligging van het project:

Tulpenlaan 23 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 35 sectie F nr. 240R

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van wijzigingen en verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/08/2022: proces-verbaal (11002_2022_16472_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          08/02/1960: toelating (803#274) voor het bouwen van een woning.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder zadeldak met wolfseinde, in halfopen bebouwing, met een bouwdiepte van 8 m;
  • dakkapellen in voorste en zijdelingse dakvlak;
  • garage tegen de linker perceelsgrens op een bouwdiepte van 11,50 m achter de voorgevellijn;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode gevelsteen met een plint in breuksteen;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in hout;
  • dorpels in blauwe kunststeen.

 

Bestaande toestand

-          in overeenstemming met de vergunde toestand, uitgezonderd:

  • uitgebreid gelijkvloers bouwvolume (onder plat dak) tot een diepte van 12,65 m;
  • zo’n 4,50 m verder naar achteren opgetrokken en intussen afgebroken garage (enkel betonnen vloerplaat werd behouden);
  • in achterste dakvlak aangebracht dakvlakvenster, ten behoeve van op dit niveau vergrote slaapkamer (door supprimeren van achteraan gelegen zolderruimte);
  • gewijzigde voorgevel.
     

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand, dus mits regularisatie van gelijkvloerse uitbouw en wijziging daklaag, afgezien van:

-          bouwvolume:

  • nieuw opgetrokken garage tegen de linker perceelgrens op een bouwdiepte van 16,15 m achter de voorgevellijn;

-          gevelafwerking:

  • na-geïsoleerde gevels afgewerkt met lichtgrijze steenstrips, boven een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk, dorpels en kroonlijst in zwarte pvc of aluminium.

 

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van de uitbreiding van het gelijkvloerse bouwvolume;

-          bouwen van een nieuwe garage langs de linker perceelsgrens;

-          wijzigen van de voorgevel door middel van na-isolatie en een nieuwe afwerking;

-          doorvoeren van interne constructieve werken. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

29 maart 2023

30 maart 2023

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

17 mei 2023

26 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).

 

(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):

-          artikel 1: Zone voor wonen (WO1):

  • 1.2 – Inrichting:
    • 3. Tuin: de tuin moet zoveel mogelijk groen en onverhard gehouden worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of een tuinhuis, met een maximum van 1/3de van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m2. In dit geval bedraagt de oppervlakte van de oprit en de garage samen reeds meer dan 1/3de van de totale tuinoppervlakte, waardoor bijvoorbeeld een bijkomend terras niet meer mogelijk is.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 – Tuinafsluitingen: het is uit de aangeleverde tekeningen niet eenduidig af te leiden of de vereiste voortuinafsluiting ter hoogte van de rooilijn effectief wordt voorzien;
  • artikel 24 – Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de slaapkamer op de tweede verdieping ontvangt onvoldoende licht. De lichtdoorlatende glasoppervlakte van de raamopeningen bedraagt minder dan 10 % van de netto vloeroppervlakte van de ruimte in kwestie;
  • artikel 27 – Open ruimte: de oppervlakte van opritverharding en garage bedraagt reeds meer dan 1/3de van de totale tuinoppervlakte, waardoor bovendien geen bijkomend terras meer kan worden voorzien;
  • artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidsmuren (aan beide zijden) worden niet voorzien van een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 41 – Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de woning wordt voorzien van een gescheiden afvoerstelsel maar dit wordt niet gescheiden aangeboden ter hoogte van de straat.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er werden in de aanvraag meerdere strijdigheden met de geldende regelgeving vastgesteld en voor het overgrote deel daarvan kunnen in de eindevaluatie voorwaarden dienaangaande worden opgenomen, zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.

Betreffende echter artikel 1.1.2.3 van het geldende ordeningsplan en artikel 27 van de Antwerpse bouwcode, inzake de vereiste open en onverharde ruimte op het perceel, kan eenduidig worden vastgesteld dat, ten gevolge van het feit dat de garage zo’n 4,50 m meer naar achteren wordt voorzien dan destijds werd vergund, sowieso niet kan worden voldaan aan de maximale verhardingsgraad van 33 % van de gehele zij- en achtertuinzone: oprit en garagegebouw zorgen samen reeds voor een overschrijding van betreffende – hierdoor is bijvoorbeeld de bijkomende aanleg van een terras uitgesloten.

Er kan echter eenduidig worden geoordeeld en geconcludeerd dat de garage in kwestie ten tijde van het afleveren van de vergunning voor de woning effectief op vermelde plaats (meer naar achteren) werd voorbereid, hetgeen mee af te leiden is uit de vergunning en bestaande toestand van de aanpalende garage: ook deze werd meer naar voren vergund maar op zijn huidige locatie (zo’n 4,50 m meer naar achteren) uitgevoerd.

De voorziene afwijking op de maximale hoeveelheid verharding kan dan ook gunstig geadviseerd worden.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het verbouwen en beperkt uitbreiden van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geplande en te regulariseren volumetrie, tot een gelijkvloerse bouwdiepte van 12,65 m, is zonder meer aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt want zij is in overeenstemming met de doorgaans voor dit type van bebouwing gehanteerde richtlijnen en is bovendien reeds voorkomend in de onmiddellijke omgeving. Gelet op het feit dat ook meer dan voldoende open en onbebouwde ruimte resteert, is dit deel stedenbouwkundig als wenselijk te beschouwen.

Ook de voorziene garage is, zoals in de eerste paragraaf hierboven reeds deels beargumenteerd, ruimtelijk aanvaardbaar want naadloos aangepast aan de inplanting van het bijgebouw op het aanpalende terrein, zonder nadelige impact te creëren voor zowel het eigen gebouw als buureigendommen.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De te hanteren materialisatie, lichtgrijze steenstrips en bepleistering (laatstgenoemde enkel voor de garage) en zwart schrijnwerk en dakpannen, is zonder meer aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en is bovendien reeds voorkomend in de ruime omgeving waardoor er ontegensprekelijk sprake is van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De afsluiting van de voortuin dient ter hoogte van de rooilijn vooraan te voldoen aan de voorwaarden van artikel 19 van de Antwerpse bouwcode.

2. Het dakvlakraam aan de achterzijde op de tweede verdieping dient qua omvang/grootte te worden aangepast, zodat de hier aanwezige slaapkamer over de vereiste minimale lichtinval kan beschikken, overeenstemmend de bepalingen van artikel 24.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          in het geval van het platte dak op de gelijkvloerse uitbouw van de woning: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          in het geval van het groendak bovenop de garage: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De aansluitingen van het rioleringsstelsel op het openbare systeem dienen te voldoen aan de bepalingen en richtlijnen van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.

5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 februari 2023

Volledig en ontvankelijk

29 maart 2023

Start 1e openbaar onderzoek

7 april 2023

Einde 1e openbaar onderzoek

1 mei 2023

Beslissing toepassing administratieve lus

17 mei 2023

Start laatste openbaar onderzoek

31 mei 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

29 juni 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

10 september 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

9 december 2023

Verslag GOA

16 augustus 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Gelet op de foutieve uitvoering van het vereiste openbare onderzoek en de daaraan gekoppelde ontegensprekelijke procedurefout, is eenduidig een administratieve lus vereist en derhalve de organisatie van een nieuw openbaar onderzoek - laatstgenoemde heeft een verlenging van de maximale looptermijn met 60 kalenderdagen tot gevolg.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en). 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

7 april 2023

1 mei 2023*

0

0

0

0

31 mei 2023

29 juni 2023

0

0

0

0

* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De afsluiting van de voortuin dient ter hoogte van de rooilijn vooraan te voldoen aan de voorwaarden van artikel 19 van de Antwerpse bouwcode.

2. Het dakvlakraam aan de achterzijde op de tweede verdieping dient qua omvang/grootte te worden aangepast, zodat de hier aanwezige slaapkamer over de vereiste minimale lichtinval kan beschikken, overeenstemmend de bepalingen van artikel 24.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          in het geval van het platte dak op de gelijkvloerse uitbouw van de woning: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          in het geval van het groendak bovenop de garage: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De aansluitingen van het rioleringsstelsel op het openbare systeem dienen te voldoen aan de bepalingen en richtlijnen van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.

5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.