Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023017729 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Andrzej Liberadzki met als contactadres Leerhoeklaan 32 te 2180 Ekeren (Antwerpen) en mevrouw Jolanta Maciejewska met als adres Leerhoeklaan 32 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Tulpenlaan 23 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nr. 240R |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van wijzigingen en verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/08/2022: proces-verbaal (11002_2022_16472_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen;
- 08/02/1960: toelating (803#274) voor het bouwen van een woning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- in overeenstemming met de vergunde toestand, uitgezonderd:
Nieuwe toestand
- conform bestaande toestand, dus mits regularisatie van gelijkvloerse uitbouw en wijziging daklaag, afgezien van:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de uitbreiding van het gelijkvloerse bouwvolume;
- bouwen van een nieuwe garage langs de linker perceelsgrens;
- wijzigen van de voorgevel door middel van na-isolatie en een nieuwe afwerking;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 29 maart 2023 | 30 maart 2023 |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 17 mei 2023 | 26 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):
- artikel 1: Zone voor wonen (WO1):
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werden in de aanvraag meerdere strijdigheden met de geldende regelgeving vastgesteld en voor het overgrote deel daarvan kunnen in de eindevaluatie voorwaarden dienaangaande worden opgenomen, zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.
Betreffende echter artikel 1.1.2.3 van het geldende ordeningsplan en artikel 27 van de Antwerpse bouwcode, inzake de vereiste open en onverharde ruimte op het perceel, kan eenduidig worden vastgesteld dat, ten gevolge van het feit dat de garage zo’n 4,50 m meer naar achteren wordt voorzien dan destijds werd vergund, sowieso niet kan worden voldaan aan de maximale verhardingsgraad van 33 % van de gehele zij- en achtertuinzone: oprit en garagegebouw zorgen samen reeds voor een overschrijding van betreffende – hierdoor is bijvoorbeeld de bijkomende aanleg van een terras uitgesloten.
Er kan echter eenduidig worden geoordeeld en geconcludeerd dat de garage in kwestie ten tijde van het afleveren van de vergunning voor de woning effectief op vermelde plaats (meer naar achteren) werd voorbereid, hetgeen mee af te leiden is uit de vergunning en bestaande toestand van de aanpalende garage: ook deze werd meer naar voren vergund maar op zijn huidige locatie (zo’n 4,50 m meer naar achteren) uitgevoerd.
De voorziene afwijking op de maximale hoeveelheid verharding kan dan ook gunstig geadviseerd worden.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het verbouwen en beperkt uitbreiden van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande en te regulariseren volumetrie, tot een gelijkvloerse bouwdiepte van 12,65 m, is zonder meer aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt want zij is in overeenstemming met de doorgaans voor dit type van bebouwing gehanteerde richtlijnen en is bovendien reeds voorkomend in de onmiddellijke omgeving. Gelet op het feit dat ook meer dan voldoende open en onbebouwde ruimte resteert, is dit deel stedenbouwkundig als wenselijk te beschouwen.
Ook de voorziene garage is, zoals in de eerste paragraaf hierboven reeds deels beargumenteerd, ruimtelijk aanvaardbaar want naadloos aangepast aan de inplanting van het bijgebouw op het aanpalende terrein, zonder nadelige impact te creëren voor zowel het eigen gebouw als buureigendommen.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialisatie, lichtgrijze steenstrips en bepleistering (laatstgenoemde enkel voor de garage) en zwart schrijnwerk en dakpannen, is zonder meer aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en is bovendien reeds voorkomend in de ruime omgeving waardoor er ontegensprekelijk sprake is van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De afsluiting van de voortuin dient ter hoogte van de rooilijn vooraan te voldoen aan de voorwaarden van artikel 19 van de Antwerpse bouwcode.
2. Het dakvlakraam aan de achterzijde op de tweede verdieping dient qua omvang/grootte te worden aangepast, zodat de hier aanwezige slaapkamer over de vereiste minimale lichtinval kan beschikken, overeenstemmend de bepalingen van artikel 24.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
- in het geval van het platte dak op de gelijkvloerse uitbouw van de woning: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
- in het geval van het groendak bovenop de garage: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
4. De aansluitingen van het rioleringsstelsel op het openbare systeem dienen te voldoen aan de bepalingen en richtlijnen van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.
5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 februari 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 29 maart 2023 |
Start 1e openbaar onderzoek | 7 april 2023 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 1 mei 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 17 mei 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 31 mei 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 29 juni 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 10 september 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 9 december 2023 |
Verslag GOA | 16 augustus 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Gelet op de foutieve uitvoering van het vereiste openbare onderzoek en de daaraan gekoppelde ontegensprekelijke procedurefout, is eenduidig een administratieve lus vereist en derhalve de organisatie van een nieuw openbaar onderzoek - laatstgenoemde heeft een verlenging van de maximale looptermijn met 60 kalenderdagen tot gevolg.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
7 april 2023 | 1 mei 2023* | 0 | 0 | 0 | 0 |
31 mei 2023 | 29 juni 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De afsluiting van de voortuin dient ter hoogte van de rooilijn vooraan te voldoen aan de voorwaarden van artikel 19 van de Antwerpse bouwcode.
2. Het dakvlakraam aan de achterzijde op de tweede verdieping dient qua omvang/grootte te worden aangepast, zodat de hier aanwezige slaapkamer over de vereiste minimale lichtinval kan beschikken, overeenstemmend de bepalingen van artikel 24.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
- in het geval van het platte dak op de gelijkvloerse uitbouw van de woning: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
- in het geval van het groendak bovenop de garage: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
4. De aansluitingen van het rioleringsstelsel op het openbare systeem dienen te voldoen aan de bepalingen en richtlijnen van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.
5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.