Terug
Gepubliceerd op 28/08/2023

2023_CBS_05736 - Omgevingsvergunning - OMV_2023044970. Lebaudystraat 33. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/08/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05736 - Omgevingsvergunning - OMV_2023044970. Lebaudystraat 33. District Merksem - Goedkeuring 2023_CBS_05736 - Omgevingsvergunning - OMV_2023044970. Lebaudystraat 33. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023044970

Gegevens van de aanvrager:

Adrian Victor Flueras namens de heer Nicolcioiu Augustin met als adres Trammezandlei 20 te 2170 Antwerpen

Ligging van het project:

Lebaudystraat 33 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 40 sectie C nr. 285Y13

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

herbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          06/01/2023: weigering (OMV_2022088179) voor het herbouwen van een eengezinswoning;

-          05/03/1968: vergunning (1974#10186) voor verbouwingswerken (enkel voorgevel zichtbaar).

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 1 bouwlaag met zadeldak in gesloten bebouwing;
  • dakkapel centraal vooraan;
  • voorgevelbreedte van 4,30 m;

-          gevelafwerking:

  • bakstenen gevel;
  • poort naar inpandige garage.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak in gesloten bebouwing; 
  • voorgevelbreedte van 4,30 m;
  • kroonlijsthoogte van 9 m;
  • bouwdiepte gelijkvloerse verdieping en eerste verdieping 11 m;
  • bouwdiepte tweede verdieping 8,50 m;

-          gevelafwerking:

  • crépi (kleur niet gedefinieerd);
  • schrijnwerk in PVC (indeling niet bindend);

-          inrichting:

  • terras van 6,50 m² achter de woning.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van bestaande bebouwing;

-          herbouwen van een eengezinswoning. 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 51 Het Dokske, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 juni 1995. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone a bis voor woningen en zone a voor woningen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

-          2.7. Gevelmaterialen: Het bepleisteren van voorgevels is niet toegelaten;

-          2.15. Hofmuren en scheidsmuren tussen dakterrassen: Er is slechts een hoogte van maximaal 2,50 meter toegelaten. De hofmuren hebben een hoogte van circa 3 en 6 m.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 19: Tuinafsluitingen: de maximale hoogte van een tuinmuur mag maximum 2,60 m zijn. Een hoogte van zijdelingse tuinafsluitingen van 3 m en achterste tuinafsluiting van 6 m zijn niet conform;
  • Artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren: het gedeelte van de scheidingsmuren heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Er is geen opstand van 0,30 m;
  • Artikel 41: Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. De aansluitpunten moeten minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn. Op het funderingsplan zijn geen toezichtsputten zichtbaar;
  • Artikel 43: Septische putten: het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Er is geen septische put ingetekend op het funderingsplan.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Op 6/03/2023 is een weigering verleend voor hetzelfde adres omwille van tegenstrijdigheden met de bouwcode. Voornamelijk de afwijking op artikel 12 – met betrekking tot de poort naar de inpandige garage – was stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.

In de voorliggende aanvraag is de poort naar de garage vervangen door een deur naar een inpandige fietsenberging. Aangezien de gevel smaller is dan 5 m, is dit conform artikel 12 van de bouwcode.

Verder wijkt de aanvraag nog steeds af van artikel 2.7. en 2.15. van het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) Het Dokske. Volgens artikel 2.7. is het bepleisteren van voorgevels niet toegelaten. En volgens artikel 2.15. zijn hofmuren slechts toegelaten tot een hoogte van maximaal 2,50 m.

Volgens artikel 4.3.1 §1 van de Vlaamse Code Ruimtelijke Ordening moet een vergunning worden geweigerd als het aangevraagde onverenigbaar is met voorschriften voor zover het bijzonder plan van aanleg niet ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de vergunningsaanvraag, en voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken. Aangezien het BPA goedgekeurd is op 8/06/1995, en dus ouder is dan 15 jaar, vormen deze voorschriften geen weigeringsgrond meer.

De afwijking op artikel 2.7. is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Lebaudystraat gekenmerkt wordt door gevels in gevelbakstenen afgewisseld met gepleisterde of geschilderde gevels. Er is een verscheidenheid aan gevelmaterialen. Hierdoor is het bepleisteren van de voorgevel aanvaardbaar in de omgeving.

Opgemerkt wordt dat de kleur van de gevelbepleistering niet meegedeeld wordt op de plannen. Omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld moet de voorgevel bepleisterd worden in een lichte kleur. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

De afwijking op artikel 2.15. is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
De volumes achteraan worden afgebroken, echter blijven de scheidsmuren staan. De tuinafscheidingen of hofmuren hebben een hoogte van 3 m op de linkse perceelsgrens en op de achterste perceelsgrens 6 m. Hiermee is de aanvraag ook strijdig met artikel 19 van de bouwcode.
Verder is het behoud van een scheidsmuur van 6 m zonder enige steunbeer constructief niet verantwoord.

De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Aangezien het verlagen van de scheidsmuren niet vervat zit in de aanvraag en de buren dus hiervoor geen toestemming kunnen verlenen, kan dit niet in voorwaarden worden opgelegd.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gesitueerd in de Lebaudystraat, gelegen in een woonwijk van het district Merksem. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen. 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

Het gebouw past in de toekomstige straatwand en het toekomstige gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De afstand van voorgevel tot voorgevel in de Lebaudystraat is voldoende breed om een extra bouwlaag toe te laten. Verder is de afstand tot de achterliggende bebouwing ook voldoende groot waardoor de extra bouwlaag geen hinder geeft naar de achterliggende buren. De schaal van de aanvraag is aanvaardbaar in de stedelijke omgeving.

De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing, bestaande uit 2 à 3 bouwlagen onder een plat dak. De linker aanpalende bestaat uit 2 bouwlagen onder een plat dak. De bouwdiepte bedraagt op de gelijkvloerse en eerste verdieping 13,5 m en 10 m. De rechter aanpalende bestaat uit 1 bouwlaag onder een zadeldak en de gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 12 m.

De aanvraag bestaat zelf uit 3 bouwlagen met een plat dak.
De volledige bebouwing op het perceel wordt afgebroken en vervangen door een herbouw/ nieuwbouw. De bouwdiepte bedraagt op de gelijkvloerse en eerste verdieping 11 m en op tweede verdiepingen 8,5 m.

De afbraak van de volumes achteraan is een verbetering. Er wordt meer open groene ruimte aangeboden in het bouwblok.

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.

De gevels worden afgewerkt met bepleistering en PVC buitenschrijnwerk. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

Bij pleisterwerk als gevelmateriaal worden volgende zaken nog meegenomen naar de voorwaarden:

-          De randen van bijvoorbeeld raamopeningen moeten voorzien worden van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

-          Onderaan de gevel een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand. Deze plint beschermt tegen beschadigingen.


Verder vormen de wijzigingen aan de voorgevel een eerlijke vertaling van de achtergelegen woonfunctie. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.

Verder voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Bestaande parkeerplaatsen moeten zoveel mogelijk behouden blijven.
 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen ( eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3. De riolering aan te leggen conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

4. Een septische put plaatsen conform artikel 43 van de bouwcode.

5. De opdrachtgever moet de gevel afwerken in een bepleistering met een lichte kleur.

6. Onderaan de gevel moet een plint in natuursteen worden voorzien van minimaal 60 cm. De plint steekt voorbij het gevelvlak.

7. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

23 mei 2023

Start openbaar onderzoek

2 juni 2023

Einde openbaar onderzoek

1 juli 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

5 september 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

4 december 2023

Verslag GOA

18 augustus 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

2 juni 2023

1 juli 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen ( eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3. De riolering aan te leggen conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

4. Een septische put plaatsen conform artikel 43 van de bouwcode.

5. De opdrachtgever moet de gevel afwerken in een bepleistering met een lichte kleur.

6. Onderaan de gevel moet een plint in natuursteen worden voorzien van minimaal 60 cm. De plint steekt voorbij het gevelvlak.

7. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.