2023_CBS_05747 - District Antwerpen. Sint-Jozefstraat 62 - 2021299 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

Op datum van 7 november 2021 vroeg De Munck Hendrik om het pand gelegen Sint-Jozefstraat 62, district Antwerpen, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.  

De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende gegevens:

• plannen van de huidige toestand;
• foto’s van de huidige toestand;
• bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
• kadastrale gegevens van 1 januari 2012;
• luchtfoto genomen door het  Nationaal Geografisch Instituut in 1974;
• luchtfoto Google Earth zonder datum;
• een huurovereenkomst beginnend op 1 oktober 1998 en eindigend op 31 december 1999 met betrekking op de gelijkvloerse woonentiteit achteraan;  
• een huurovereenkomst beginnend op 1 december 1998 en eindigend op 30 november 1999 met betrekking op de gelijkvloerse woonentiteit vooraan;
• plannen bij de goedgekeurde stedenbouwkundige toelating uit 1948.

1. Bestaande juridische toestand
Kadastrale gegevens:
Het pand, Sint-Jozefstraat 62 district Antwerpen, met kadastrale ligging (afd. 6) sectie F 1429 F9 is kadastraal gekend als huis met 2 woongelegenheden. 

Voor dit pand werden de volgende relevante toelatingen verleend:

• toelating van 16 januari 1948 (18#23714) voor het herbouwen van de woning. 

2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning met drie bouwlagen onder een plat dak. De indeling is als volgt: 

• een appartement vooraan de gelijkvloerse verdieping;
• een appartement achteraan het perceel verdeeld over de gelijkvloerse – en eerste verdieping;
• een appartement op de eerste verdieping;
• een appartement op de tweede verdieping.

Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd vóór 22 april 1962 ofwel tussen deze en vóór de eerste invoering van het gewestplan Antwerpen (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van  artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie wonen met 4 woonentiteiten. 

De bewijsvoering

Volgens de kadastrale gegevens dateert de eerste ingebruikneming van het gebouw van 1950. 

Volume

Op de luchtfoto genomen door het Nationaal Geografisch Instituut in 1974 is de huidige constructie duidelijk zichtbaar aanwezig. 

In vergelijking met de plannen bij de bouwtoelating uit 1948 zijn de oorspronkelijk toegelaten open terrassen op de 1^e en 2^e verdieping voorzien van ramen. Hierdoor werden deze open ruimtes opgenomen binnen het totale bouwvolume van het pand. 

Er zijn geen bewijsstukken aanwezig waaruit blijkt dat de volumewijziging plaatsvond voor 9 november 1979. 

Het gewijzigde bouwvolume van de woonentiteiten op de eerste en tweede verdieping wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister. 

Schil

Door het dichtmaken van de terrassen op de eerste en tweede verdieping (zie eerder), werd ook het uitzicht van de achtergevel gewijzigd.

Er zijn geen bewijsstukken aanwezig waaruit blijkt dat de gevelwijziging plaatsvond voor 9 november 1979. 

De gewijzigde achtergevel wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister. 

De klant leverde binnen dit dossier een aangepast bouwplan aan, waarop een zijgevelaanzicht van de woning zichtbaar is. Om verwarring bij de beoordeling van dit dossier te vermijden, werd het oorspronkelijk aangeleverd zijgevelaanzicht voorzien van een rode doorhaling op het bouwplan en daarenboven uitgesloten van opname in het vergunningenregister. 

Aantal wooneenheden

Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat het gebouw tussen 1962 en 1979 in hoofdzaak werd bewoond door drie gelijktijdig ingeschreven gezinnen. 

Dit aantal komt overeen met de plannen bij de bouwtoelating uit 1948, waarop te zien is dat de constructie is onderverdeeld in 3 woonentiteiten, namelijk één woonentiteit per bouwlaag.

De bevolkingsgegevens en plannen bij de bouwtoelating uit 1959 bewijzen voldoende de aanwezigheid van 3 woonentiteiten in het pand van voor 9 november 1979.

Er zijn geen bewijsstukken aanwezig waaruit blijkt dat het huidige aantal woningen (4) bestaat en ongewijzigd bleef sinds 9 november 1979. 

Interne indeling

In het bijzonder wordt de volgende woning uitgesloten van opname in het vergunningenregister: 

• de woonentiteit achteraan de benedenverdieping:

Ter bewijsvoering voor de aanwezigheid van de twee afzonderlijke woonentiteiten op de gelijkvloerse verdieping, heeft de aanvrager twee huurovereenkomsten toegevoegd aan het dossier. 

• Een eerste huurcontract levert een bewijs voor de aanwezigheid van een woonentiteit achteraan op de gelijkvloerse verdieping voor de periode van 1 oktober 1998 tot en met 31 december 1999;
• De tweede huurovereenkomst levert een bewijs dat vooraan op de benedenverdieping een tweede woonentiteit aanwezig was binnen de periode van 1 december 1998 tot en met 30 november 1999.

Beide huurcontracten leveren echter geen bewijs waaruit blijkt dat deze beide woonentiteiten reeds aanwezig waren voor 9 november 1979. 

Op de plannen bij de bouwtoelating uit 1948 is te zien dat de constructie achteraan op het perceel in gebruik is als werkplaats. Ten opzichte van deze plannen werd de oorspronkelijke woonentiteit op de gelijkvloerse verdieping vooraan opgedeeld en is er in de huidige toestand een bijkomende woonentiteit gerealiseerd op de gelijkvloerse verdieping achteraan het perceel. 

Het realiseren van deze bijkomende woonentiteit ging gepaard met het uitvoeren van inrichtingswerkzaamheden, dewelke vergunningsplichtig zijn sinds 22 april 1962. 

Er zijn geen bewijsstukken aanwezig waaruit blijkt dat de inrichtingswerkzaamheden uitgevoerd werden voor 9 november 1979. Bijgevolg is niet bewezen dat deze woonentiteit voor 9 november 1979 tot stand kwam. 

Functie(s)

In de huidige toestand zijn geen andere functies dan wonen aanwezig in het pand.

Op basis van de eerdere argumentatie met betrekking tot het aantal woningen en interne indeling, is de huidige woonfunctie op het gelijkvloers vooraan en op de verdiepingen voldoende bewezen en bijgevolg gedekt door het vermoeden van vergunning.

Voorgaande bewijst voldoende dat de huidige constructie, inclusief de functie van wonen met 3 woonentiteiten, dateert van voor de inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw (22 april 1962), met uitzondering van (zoals aangegeven met rood op de plannen):

• het oorspronkelijk aangeleverde bouwplan met zijgevelaanzicht van de woning;
• de gelijkvloerse woonentiteit achteraan op het perceel;
• het gewijzigde bouwvolume van de woonentiteiten op de eerste en tweede verdieping;
• de gewijzigde achtergevel van de woning. 

Conclusie

Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van wonen met 3 woonentiteiten, in aanmerking komt voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning met uitzondering van (zoals aangegeven met rood op de plannen):

• het oorspronkelijk aangeleverde bouwplan met zijgevelaanzicht van de woning;
• de gelijkvloerse woonentiteit achteraan op het perceel;
• het gewijzigde bouwvolume van de woonentiteiten op de eerste en tweede verdieping;
• de gewijzigde achtergevel van de woning.