Terug
Gepubliceerd op 12/07/2023

2023_CBS_04646 - Omgevingsvergunning - OMV_2023049204. Stijgbeugelstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/07/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04646 - Omgevingsvergunning - OMV_2023049204. Stijgbeugelstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04646 - Omgevingsvergunning - OMV_2023049204. Stijgbeugelstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023049204

Gegevens van de aanvrager:

de heer Alain Bara met als adres stijgbeugelstraat 13 te 2020 antwerpen en mevrouw Joke Heylen met als adres Stijgbeugelstraat 13 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

Stijgbeugelstraat 13 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nr. 2362R12

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van 8,82 m;
  • achterbouw van 2 bouwlagen langs de rechter perceelsgrens met een bouwdiepte van 16,42 m. Achterbouw langs de linker perceelgrens op het gelijkvloers met een bouwdiepte van 12,79 meter;

-          gevelafwerking:

  • gevel in rood gevelmetselwerk met detaillering in beton en natuursteen;
  • plint, dorpels en treden in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in witte pvc;
  • nokhoogte van 7,67 m.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van;

  • veranda onder een hellend dak langs de linker perceelsgrens met een bouwdiepte van 15,26 m;
  • voorgevel in zalmroze crepi;
  • voortuin volledig verhard in arduin klinkers;
  • fietsenberging vooraan op de linker perceelsgrens.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van 8,82 m;
  • achterbouw van 2 bouwlagen langs de rechter perceelsgrens onder een plat dak met een bouwdiepte van 16,42 m en van 1 bouwlaag langs de linker perceelsgrens onder een plat dak met een bouwdiepte van 15,38 m;

-          gevelafwerking:

  • gevel in zalmroze crepi;
  • plint, dorpels en treden in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in witte pvc;
  • nokhoogte van 7,67 m;

-          inrichting:

  • voortuin volledig verhard in arduin klinkers;
  • fietsenberging vooraan op de linker perceelsgrens.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          regulariseren van de voorgevel.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Tuinafsluitingen: De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximaal 1,00 meter;
  • artikel 27 Open ruimte: Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. De voortuin is volledig verhard en er is een constructie (houten fietsenberging) geplaatst.
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Het nieuw gelijkvloers plat dak heeft geen opstand van minstens 0,30 meter ter hoogte van de scheidingsmuur.
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Het rioolsysteem wordt niet gescheiden aangeboden aan de straat.
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: DWA en RWA moeten aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. De aansluitpunten moeten gekenmerkt worden op plan en moeten minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 19, 27, 34, 40 en 41 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden van afgeweken. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen. Artikel 19 en 27 worden verder toegelicht onder de rubriek ‘Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen’.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het verbouwen van een eengezinswoning met een beperkte volume-uitbreiding. Er werden geen plannen van de woning teruggevonden in het Felixarchief. Vermoedelijk is de veranda achteraan later toegevoegd. In huidige aanvraag wordt er in de plaats van de veranda een volwaardig perceelsbreed volume (bouwdiepte linker perceelgrens 16 meter inclusief de luifel) voorzien. Op de 1ste verdieping wordt de breedte van de volumes van de achterbouw gelijk getrokken.

Mits een beperkte scheidsmuurwijziging ten opzichte van het linkerbuurperceel, blijft de bebouwing binnen het bestaande gabarit van de buurpanden. De gewenste verbouwing is aldus inpasbaar in de bebouwde omgeving. Bovendien is er nog een ruime tuinzone die bewaard blijft. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt opgemerkt dat de voorgevel zonder voorafgaandelijke vergunning zalmroos bepleisterd werd. Volgens de voorgeveltekening zijn de blauwe hardsteen dorpels behouden en hiermee aldus in overeenstemming met artikel 11 van de bouwcode. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt betreuren we dat de gevel bepleisterd werd. Door het bepleisteren van de gevel is elke detaillering (gevelsteen in verschillend metselverband, speklaag tussen het gelijkvloers en de 1ste verdieping, detaillering in natuursteen of beton rondom de voordeur, dorpels in natuursteen,…) verdwenen. Anderzijds komen er nog woningen voor in de straat die zijn afgewerkt met pleisterwerk of een mix van pleister en gevelsteen. Tevens wordt er aan de hand van de foto’s geoordeeld dat de uitvoering van de gewijzigde gevel kwalitatief is gebeurd en zorgvuldig is afgewerkt. De visueel vormelijke elementen zijn bijgevolg gunstig;

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Aan de hand van de foto’s en het inplantingsplan wordt er opgemerkt dat de voortuin, strijdig met artikel 27 van de bouwcode, volledig verhard is, dat er een constructie van fietsenberging aanwezig is en dat de voortuin, strijdig met artikel 19, niet is afgesloten. In voorwaarde zal opgenomen worden om deze te vergroenen in volle grond en een voortuinafsluiting te voorzien. De fietsenberging moet weggenomen worden. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten, zijnde een pad naar de voordeur en een pad langsheen de gevel voor onderhoud of in totaal 9,7 m². Mits herschikking kan er aldus een verharde zone voor fietsenstalling voorzien worden. Hierop kan evenwel geen constructie geplaatst worden. Enkel de plaatsing van fietsbeugels is aanvaardbaar. De overige oppervlakte moet dan met groen in volle grond ingericht worden. De bouwcode beschouwt de voortuin immers als een volwaardig deel van de tuin omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het nieuw plat dak, gelegen naast de scheidingsmuur, dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. De voortuin dient te worden afgesloten conform artikel 19 van de bouwcode.

4. De voortuin dient te worden vergroend in volle grond en vrij te zijn van constructies conform artikel 27 van de bouwcode, maximaal 9,7 m² mag verhard worden.

5. Het rioolstelsel dient te worden uitgevoerd conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 april 2023

Volledig en ontvankelijk

26 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 oktober 2023

Verslag GOA

30 juni 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het nieuw plat dak, gelegen naast de scheidingsmuur, dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. De voortuin dient te worden afgesloten conform artikel 19 van de bouwcode.

4. De voortuin dient te worden vergroend in volle grond en vrij te zijn van constructies conform artikel 27 van de bouwcode, maximaal 9,7 m² mag verhard worden.

5. Het rioolstelsel dient te worden uitgevoerd conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.