Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022122518 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Johan Pieraerts met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Krijgsbaan 150 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nrs. 149H, 150F, 151F en 152E |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | inrichten van 48 loten woonwagen staanplaatsen en het bouwen van 48 sanitaire bijgebouwen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/05/2019: vergunning (OMV_2018147044) voor het verkavelen van een terrein voor woonwagens (48 loten) met wegenis en openbaar groen.
Vergunde toestand
- woonwagenterrein voor 48 woonwagens met wegenis en openbaar groen.
Bestaande toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over nieuwbouw.
Nieuwe toestand
- functie: woonwagenterrein;
- bouwvolume dienstgebouwen bij de woonwagenstelplaatsen op de loten 1-48 van het woonwagenterrein:
- gevelafwerking dienstgebouwen bij de woonwagenstelplaatsen op de loten 1-48 van het woonwagenterrein:
- inrichting van de loten 1-48 van het woonwagenterrein:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van dienstgebouwen voor de woonwagenstelplaatsen;
- inrichten van de loten voor de woonwagenstelplaatsen:
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 14 februari 2023 | 17 februari 2023 | Geen bezwaar |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 14 februari 2023 | 24 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 14 februari 2023 | 31 mei 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 14 februari 2023 | 27 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Elia Asset nv/ Elia Contact Center Noord | 15 februari 2023 | 15 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS/ Proximus | 15 februari 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Vlaamse Milieumaatschappij/ Watertoets | 15 februari 2023 | 5 april 2023 | Gunstig |
Water-link | 15 februari 2023 | 31 mei 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 14 februari 2023 | 15 februari 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 14 februari 2023 | 15 februari 2023 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 14 februari 2023 | 2 maart 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 14 februari 2023 | 28 februari 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Ruggeveld-Silsburg, goedgekeurd op 26 maart 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen-art. 12-residentieel woonwagenterrein, zone voor natuur-art. 4 en zone voor groen-art. 2-park met recreatief medegebruik.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied als pleisterplaats voor nomaden of woonwagenbewoners. De legende van artikel 5 van de aanvullende stedenbouwkundige voorschriften die behoren bij het gewestplan Antwerpen, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979, houdende vaststelling van het gewestplan Antwerpen, wordt vervangen door een enkele rode arcering met een effen lichtgroene ondergrond. De bepalingen van artikel 5 blijven ongewijzigd. De gebieden die als pleisterplaats voor nomaden of woonwagenbewoners zijn aangeduid, zijn bestemd voor het tijdelijk verblijf voor nomaden of woonwagenbewoners. In deze gebieden zijn slechts toegelaten mobiele woonwagens en sociale, recreatieve of gemeenschapsuitrustingen die voor de bewoners van genoemde woonwagens nodig of nuttig zijn.
Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling op volgende punten:
- Lot 1-7 > Gebouw > Inplanting:
De plaatsing van woonwagen en de bouw van haar eventuele uitbouw dient te gebeuren binnen de als ‘stelplaatszone’ en als 'gecombineerde stelplaatszone/parkeerstrook' aangeduide zone van elk lot. Deze heeft een breedte van 8 m en een diepte van 14m. In de aanvraag stemt dit hier niet mee overeen.
- Lot 8-48 > Gebouw > Inplanting:
De plaatsing van woonwagen en de bouw van haar eventuele uitbouw dient te gebeuren binnen de als ‘stelplaatszone’ en als 'gecombineerde stelplaatszone/parkeerstrook' aangeduide zone van elk lot. Deze heeft een breedte van 7 m of 7 m en een diepte van 14 m. Op het inplantingsplan van de aanvraag wordt deze zone voorzien met een afmeting van 8 m op 13 m.
- De achtertuinstrook (zone tussen de dienstgebouwen en stelplaatszone) is een onbebouwde strook en kan volgens de voorschriften verhard worden met waterdoorlatende verharding.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project ligt in een beperkt overstromingsgevoelig gebied en heeft een beperkte oppervlakte zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat de inrichting van de loten van een verkaveling voor het woonwagenterrein te Deurne. Het woonwagenterrein bestaat uit 48 loten die uniform ingericht worden en waarvoor een verkavelingsvergunning bekomen werd op 10/05/2019. In de verkaveling wordt elk lot opgedeeld in een zone voor dienstgebouwen en een opstelzone met achteraan, vooraan en links of rechts een niet-bebouwbare strook. Elk lot beschikt over een parkeerstrook.
De dienstgebouwen, verhardingen en parkeervoorzieningen worden in functie van de woonwagens voorzien en zijn daarmee functioneel inpasbaar in de verkaveling.
Schaal – ruimtegebruik – visueel-vormelijke elementen
Het betreft de bouw van dienstgebouwtjes en de inrichting van de percelen en aanleg van verhardingen en parkeerfaciliteiten op de loten 1-48 voor de woonwagenstelplaatsen.
Inzake volume en materialisatie vormt het ontwerp een harmonieus geheel. Per lot wordt een dienstgebouwtje voorzien. Elk gebouwtje wordt voorzien van een badkamer, een ‘natte’ berging en een overdekte buitenruimte. Alle gebouwen zijn nagenoeg identiek en worden rug aan rug en/of zij aan zij geschakeld waardoor het terrein een geheel vormt. Verder worden de stelplaatszones verhard met cementbeton en de parkeerstroken op de loten voorzien van grasbetondallen met een padje in betontegels.
De contouren van de ‘maximum afmeting woonwagen’, rood omkaderd op het inplantingsplan, stemmen niet overeen met de maximale contouren opgenomen in de verkaveling.
In de verkaveling hebben de loten een opstelzone van maximaal 14 m op 7,50 m groot. Behalve voor lot 1 tot en met 7 werd een extra meter opstelzone (door eventuele toevoeging van de gecombineerde opstelzone/parkeerstrook) voorzien. De opstelzone is achteraan, vooraan en links of rechts voorzien van een niet-bebouwde zone of tuinzone. Voor- en achteraan bedraagt deze zone 0,80 m en de zijtuinstrook 1 m.
In de aanvraag worden opstelzones voorzien van 14,7 m en 13,7 m op 8 m. Ook wordt er geen onbebouwde strook van minimaal 0,80 m voorzien tussen de opstelzone en de dienstgebouwen.
De ‘maximum afmeting woonwagen’ dient aangepast te worden zodat deze overeenkomt met de voorschriften in de verkaveling. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.
De betonverharding wordt tot tegen de dienstgebouwen voorzien. Dit is in strijd met de verkavelingsvoorschriften. De onbebouwde strook tussen de dienstgebouwen en de stelplaats moet in waterdoorlatende verharding voorzien worden. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.
Mits het naleven van deze voorwaarden is de aanvraag ruimtelijk en visueel-vormelijk inpasbaar in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de daken van de dienstgebouwen worden zonnepanelen geplaatst. Het hemelwater vanop de daken watert af naar een hemelwaterput. Per gebouwencluster worden er hemelwaterputten geplaatst, 4 putten van 10.000 liter en 1 put van 5.000 liter met overloop naar de dichtstbijzijnde wadi’s. Dit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
De dimensies van de septische putten worden niet duidelijk aangegeven op de funderingsplannen en dienen te voldoen aan artikel 43 in de bouwcode.
Het advies van de dienst Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen is gunstig onder de volgende voorwaarden:
Dit advies wordt bijgetreden en dient te worden opgevolgd.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het Omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
De voorwaarden uit de adviezen van de brandweer, van Elia en van Aquafin dienen te worden opgevolgd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 14 februari 2023 |
Start openbaar onderzoek | 24 februari 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 25 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 augustus 2023 |
Verslag GOA | 30 juni 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 februari 2023 | 25 maart 2023 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
In de looptijd van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat als volgt wordt beoordeeld:
- Bezoekersparking: In de verkavelingsvergunning wordt een voorwaarde opgelegd om een bezoekersparking te voorzien met 8 parkeerplaatsen. Deze wordt niet voorzien in de aanvraag.
Beoordeling
Het bezwaar is ongegrond. In de verkavelingsvergunning wordt inderdaad opgelegd een bezoekersparking te voorzien. Dit heeft echter betrekking op de openbare wegenis. Voorliggende aanvraag handelt over het inrichten van de loten. De openbare wegenis maakt geen deel uit van deze aanvraag.
- Stelplaatszone afmetingen: Bezwaarindiener stelt dat de afmetingen van de stelplaatsen niet conform de voorschriften in de verkaveling zijn. Er wordt opgemerkt dat in het inplantingsplan bij voorliggende aanvraag de middelste strook met stelplaats telkens overal 8 m breed is, terwijl de verkavelingsvoorschriften voorschrijven dat dit soms 8, soms 7,5 en soms 7 m is. De lengte van de stelplaats soms 13,7 m en soms 14,7 m is, terwijl de verkavelingsvoorschriften en de beschrijvende nota voorschrijven dat dit telkens 14 m lang is.
Beoordeling
Het bezwaar is gegrond. De loten hebben een opstelzone van maximaal 14 m op 7,50 m groot. Behalve voor lot 1 tot en met 7 werd een extra meter opstelzone (door eventuele toevoeging van de gecombineerde opstelzone/parkeerstrook) voorzien. De opstelzone is achteraan, vooraan en links of rechts voorzien van een niet-bebouwde zone/ tuinzone. Voor- en achteraan bedraagt deze zone 0,80 m en de zijtuinstrook 1 m. De aanduiding op het inplantingsplan (rode omkadering) van ‘de maximale afmeting woonwagen’ komt niet overeen met de maximale contouren van de opstelzone opgenomen in de verkavelingsvoorschriften. Ook wordt er geen onbebouwde strook van minimaal 0,80 m voorzien tussen de opstelzone en de dienstgebouwen. Voor deze onverenigbaarheden wordt een voorwaarde opgenomen in de vergunning.
- Inpassing woonwagen: Bezwaarindiener stelt dat het voor velen onmogelijk, minstens zeer lastig is om hun woonwagen in te passen in de strook omwille van verschillende redenen die in het bezwaar worden opgesomd.
Beoordeling
Het bezwaar is ongegrond. Op 10/05/2019 werd een verkavelingsvergunning bekomen voor het verkavelen van het woonwagenterrein. De bestemmingszones per lot zijn hierin vastgelegd. Tijdens het openbaar onderzoek in de procedure van de verkaveling zijn geen bezwaarschriften ontvangen. Afwijkingen op de bestemmingszones kunnen niet worden toegestaan. Een wijziging van de bestemmingszones en de contouren van deze zones dienen deel uit te maken van een nieuwe aanvraag tot verkavelingswijziging.
- Technieken: Bezwaarindiener dient bezwaar in tegen de keuze van technieken. Hij beweert dat de keuze voor de warmtepompboiler + zonnepanelen technisch onvoldoende zal zijn om de woonwagens in de winter afdoende te verwarmen. Verder is het onduidelijk wat er bedoeld wordt met een ‘evaluatie per geval’.
Beoordeling
Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar omtrent voldoende verwarming betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die geen betrekking hebben op de omgevingsvergunning en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de beoordeling van voorliggend project. De technische installatie is een keuze van de aanvrager. In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat de verwarmingsbehoefte afhankelijk is van het type en grootte van de woonwagens. De behoefte is zeer uiteenlopend en wordt per geval geëvalueerd. Het is aan de aanvrager om in overleg met de huurder te zoeken naar een juiste oplossing.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.