Het college keurde op 4 november 2022 (jaarnummer 7806) de overeenkomst van de niet-geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerking met een consortium van de AP Hogeschool, KdG Hogeschool en Universiteit Antwerpen goed.
Dit addendum beschrijft meer concreet de uitvoeringsmodaliteiten en de concrete projecten waarbinnen het wetenschappelijk onderzoek vorm zal krijgen.
Art. 31 van de Wet Overheidsopdrachten van 17 juni 2016 bepaalt dat een opdracht die uitsluitend tussen twee of meer aanbestedende overheden wordt gesloten, buiten het toepassingsgebied van de wet overheidsopdrachten valt, wanneer aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
Artikel 56 §3, 4° van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
De thema's en modaliteiten van het participatief wetenschappelijk onderzoek voor het academiejaar 2023 - 2024 worden bij addendum geconcretiseerd (zie bijlage).
Werkgroep 1: Brugpraktijken onder de loep
In dit onderzoek worden de volgende onderzoeksvragen behandeld:
1. Wat zijn verschillen tussen de bestaande brugpraktijken?
Brugpraktijken kennen diverse verschijningsvormen. In het onderzoek worden de bestaande brugpraktijken beschreven en worden hun verschillen in kaart gebracht.
2. Wat zijn de werkzame principes van de bestaande brugpraktijken en hoe evalueren betrokken stakeholders de impact van de brugpraktijken op de situatie van betrokken jongeren en de afstemming tussen relevante diensten en vrijwilligers?
Er wordt geanalyseerd wat er werkt binnen de brugpraktijken vanuit het perspectief van beleid, professionals, relevante welzijns- en zorgorganisaties en doelgroep.
3. Welke omkadering, samenwerkingsverbanden of andere randvoorwaarden zijn noodzakelijk om de doelrealisatie en gewenste impact van de burgpraktijken te versterken?
Er wordt zichtbaar gemaakt welke contextuele randvoorwaarden aanwezig moeten zijn zodat brugpraktijken hun impact kunnen realiseren.
Werkgroep 2: Voortraject begeleiding risicojongeren
Het doel van het voortraject is drieledig:
1. Onderzoeken in welke mate de leidinggevende van het begeleidingsteam van de risicojongeren (na afstemming met onderzoekers) zelf stappen kan ondernemen om de reeds geformuleerde veranderingstheorie te toetsen (aan data en ervaringen) en ze zo kan verfijnen.
2. Nagaan of het 'collective impact' framework van toepassing is op de samenwerking tussen diensten en actoren. Deze samenwerking is nodig voor een goede doorverwijzing en opvolging van de jongeren en hun context. Met name het vervullen van de 5 voorwaarden om door samenwerking een antwoord te bieden op een complexe uitdaging: (1) gedeelde agenda, (2) gedeelde registratie of meetinstrument (3) wederzijds ondersteunende activiteiten (4) voortdurende communicatie (5) backbone organisation.
3. Identificeren van onderzoek noden (bvb. registratie, huisbezoek als methodiek, opvolging, afstemming tussen diensten, perspectief van jongeren of ouders etc.) en het uitschrijven van een realistisch onderzoeksplan voor 1 jaar met één of meerdere projectpartners.
Het college keurt het addendum aan de niet geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerkingsovereenkomst met Universiteit Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool en Artesis Plantijn Hogeschool goed.
Het college keurt de vastlegging en uitbetaling goed voor 150.000,00 EUR voor de uitvoering van de niet geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerkingsovereenkomst.
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | Bestelbon |
Sociale impactmeting Universiteit Antwerpen OND 0257.216.482 Prinsstraat 13 2000 Antwerpen IBAN BE90 7350 0799 7232 | 50.000,00 EUR | budgetplaats:5400500000 | 4005573511 |
Sociale impactmeting Universiteit Antwerpen OND 0257.216.482 Prinsstraat 13 2000 Antwerpen IBAN BE90 7350 0799 7232 | 100.000,00 EUR | budgetplaats:5400500000 | 4005573511 |