Terug
Gepubliceerd op 09/10/2023

2023_CBS_06770 - Omgevingsvergunning - OMV_2023088191. Van Luppenstraat 30A. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/10/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06770 - Omgevingsvergunning - OMV_2023088191. Van Luppenstraat 30A. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_06770 - Omgevingsvergunning - OMV_2023088191. Van Luppenstraat 30A. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023088191

Gegevens van de aanvrager:

de heer Eric Lamot met als contactadres Van Luppenstraat 30 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Eric Lamot met als contactadres Van Luppenstraat 30 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Luppenstraat 30A te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 6 sectie F nr. 1302Z9

waarvan:

 

-          20230301-0013

afdeling 6 sectie F nr. 1302Z9 (Het plaatsen van  3 warmtepompen)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het energetisch renoveren/verbouwen van 3 bestaande appartementen met een atelier en het plaatsen van warmtepompen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/06/2008: vergunning (20073108) voor het bouwen van een telecommunicatiestation;

-          29/08/1958: toelating (Felixarchief inventarisnummer 18#38549) voor verbouwingswerken (met voorwaarden!);

-          06/07/1956: toelating (Felixarchief inventarisnummer 18#35577) voor veranderingswerken;

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          functie: richtinggevend, niet bindend advies “Vermoeden Van Vergunning” voor 3 woningen als geacht vergund;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak; 
  • L-vormig perceel op gelijkvloerse verdieping volledig bebouwd;
  • kroonlijsthoogte van 13,1 m voor het hoofdvolume vooraan;
  • ondergrondse parkeergarage;

-          voorgevelafwerking:

  • roomkleurige paramentsteen met houten ramen;
  • blauw natuurstenen pui met:

-          links en rechts telkens een poort naar inpandige garage;

-          centraal de inkom naar bovengelegen verdiepingen.

 

Bestaande toestand

-          functie: gemengd gebouw:

  • gelijkvloerse verdieping: atelier (industrie en bedrijvigheid);
  • verdieping 1-3: per verdieping 1 woonentiteit (3 in totaal).

-          bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:

  • rechts achteraan het perceel 2 bouwlagen met lessenaarsdak;
  • gedeeltelijk op het dak van de gelijkvloerse verdieping een dakterras.

-          voorgevelafwerking:

  • okerkleurige gevelsteen met wit pvc buitenschrijnwerk;
  • donkergrijs geschilderde gevelpleister voor de pui met:

-          links en rechts telkens een donkergrijs geschilderde sectionaalpoort naar inpandige garage;

-          centraal een donkergrijs geschilderde inkomdeur naar bovengelegen verdiepingen.

  • arduinen dorpels en plinten en donkergroen geschilderde houten bakgoot.

 

Nieuwe toestand

-          functie overeenkomstig bestaande toestand: gemengd gebouw:

  • gelijkvloerse verdieping: atelier (industrie en bedrijvigheid);
  • verdieping 1-3: per verdieping 1 woonentiteit (3 in totaal).

-          bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:

  • rechts achteraan het perceel 2 bouwlagen met lessenaarsdak;
  • gedeeltelijk op het dak van de gelijkvloerse verdieping een dakterras;
  • kroonlijsthoogte van 13,2 m voor het hoofdvolume vooraan;
  • geïsoleerde daken, voor- en achtergevel.

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:

-          donkergrijze gevelpleister op isolatie met donkergrijs (RAL7022) gemoffeld aluminium buitenschrijnwerk;

-          donkergrijs geschilderde gevelpleister voor de pui met:

-          links en rechts telkens een donkergrijs geschilderde sectionaalpoort naar inpandige garage;

-          centraal een donkergrijs (RAL7022) gemoffeld aluminium inkomdeur naar bovengelegen verdiepingen.

-          arduinen plinten en donkergrijs (RAL7022) gepoederlakte aluminium raamdorpels en gootbekleding.

  • zijgevel:

-          lichtgrijze ruitleien.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden naar een gebouw met 3 woonentiteiten en een gelijkvloers atelier (industrie en bedrijvigheid) met:

  • uitbreiden van het bouwvolume rechts achteraan;
  • wijzigen van de scheidingsmuren;
  • inrichten van een dakterras;
  • wijzigen van de voorgevel;
  • isoleren van alle gevels en daken.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de exploitatie van warmtepompen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Het plaatsen van  3 warmtepompen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

18,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 augustus 2023

8 september 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 augustus 2023

17 augustus 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

§1.1. Zowel de DWA als de RWA moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelgrens.

Er zijn geen toezichtputten voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-         Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 

Het project is gelegen aan een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1.000 jaar onder huidig klimaat.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De vergund geachte functie van gelijkvloers atelier en meergezinswoning op de bovenliggende verdiepingen blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bovenliggende verdiepingen worden ter hoogte van de voor- en zijgevel en de scheimuren aan de buitenzijde geïsoleerd. De volumetrische wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand zijn dus minimaal, waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft het isoleren van de voorgevel op de 1ste, 2de en 3de verdieping en het afwerken met een donkergrijze gevelpleister. Voor gevels raadt de stad Antwerpen het gebruik van lichte kleuren en bij voorkeur witte kleuren aan, aangezien Antwerpen historisch een “witte” stad is. Daarom wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat de gevelpleister aan de voorgevel in lichtgrijs of wit uitgevoerd moet worden.

 

Het na-isoleren van gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.

Stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een omgevingsvergunning voor buitengevelisolatie aan de voorgevel. Men is verplicht om het totale gevelpakket te voorzien van een dikte van 14 cm voorbij de voorgevellijn. Dit wordt als voorwaarde van de vergunning opgelegd.

 

Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, moet er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht worden besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het bepleisteren van de gevel.

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

De arrière corps blijft behouden en vrij van isolatie, wat positief geadviseerd wordt.  De raamopeningen worden wel gewijzigd, maar aangezien het een vergroting van de raamoppervlakte inhoud, zijn de wijzigingen aanvaardbaar. De bestaande natuurstenen raamdorpels worden verwijderd en vervangen door raamdorpels in aluminium. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan en reliëf in de gevel te bevorderen, wordt er als voorwaarde opgelegd dat de nieuwe raamdorpels in de voorgevel ook in natuursteen dienen uitgevoerd te worden. De natuurstenen elementen dienen in de nieuwe toestand even ver uit te steken ten opzichte van het gevelvlak als voordien en onbeschilderd te blijven.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag is strijdig met artikel 41 van de bouwcode betreffende de kenmerken van de aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel. Zowel de droogwaterafvoer (DWA) als de regenwaterafvoer (RWA) moeten voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelgrens. Het plaatsen van deze toezichtsputten wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd.

 

Er wordt opgemerkt dat de atelierruimte op het gelijkvloers met ramen en een deurgeheel uitkomt op de koer van het naburige perceel, die als gemeenschappelijke buitenruimte gebruikt wordt. Deze gevelopeningen voldoen niet aan de regelgeving betreffende lichten en zichten. Aangezien de situatie ongewijzigd blijft ten opzichte van de vergunde toestand en de koer een gemeenschappelijk gebruik heeft, zijn de gevelopeningen stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het verkrijgen van een vergunning is evenwel geen vrijgeleide voor de aanvrager om zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag betreft de exploitatie van warmtepompen voor de verwarming van 3 appartementen. Elk appartement wordt afzonderlijk voorzien van een warmtepomp. De warmtepompen worden centraal op het dak geplaatst om eventuele geluidshinder te vermijden. De warmtepompen zullen op trillingsdempers worden geplaatst. Het dak is voorzien van opstaande randen. De warmtepompen zullen gebruik maken van het koelmiddel R32.

Uit de evaluatie van het dossier blijkt dat het thermisch vermogen (18 kW) is aangevraagd in plaats van het elektrisch vermogen. Uit de technische fiche blijkt dat de warmtepomp een elektrisch vermogen van 1,24 kW heeft, wat neer komt op een totaal elektrisch vermogen van 3,72 kW voor drie warmtepompen. Het totaal elektrisch vermogen valt onder de grens van de indelingslijst. Bijgevolg is rubriek 16.3.2°a) zonder voorwerp. 

Wat betreft vast opgestelde elektrisch aangedreven motoren, stelt de politiecodex dat deze geen hinder mogen veroorzaken aan de omgeving. De exploitant dient bijgevolg alle nodige maatregelen te nemen om hinder te voorkomen.

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. Aan de voorgevel dient de gevelpleister in lichtgrijs of wit uitgevoerd te worden.

4. Aan de voorgevel heeft het gevelpakket een totale dikte van 14 cm voorbij de bestaande gevellijn.

5. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.

6. De nieuwe raamdorpels in de voorgevel dienen in natuursteen uitgevoerd te worden. De dorpels dienen in de nieuwe toestand even ver uit te steken ten opzichte van het gevelvlak als voordien en onbeschilderd te blijven.

7. Er dienen toezichtsputten geplaatst te worden op de DWA en RWA conform artikel 41 van de bouwcode.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aangezien er na advies geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA's) van toepassing zijn, worden er geen milieutechnische voorwaarden voorgesteld voor deze aanvraag.


Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 juni 2023

Volledig en ontvankelijk

16 augustus 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

15 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

13 januari 2024

Verslag GOA

25 september 2023

Naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. Aan de voorgevel dient de gevelpleister in lichtgrijs of wit uitgevoerd te worden.

4. Aan de voorgevel heeft het gevelpakket een totale dikte van 14 cm voorbij de bestaande gevellijn.

5. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.

6. De nieuwe raamdorpels in de voorgevel dienen in natuursteen uitgevoerd te worden. De dorpels dienen in de nieuwe toestand even ver uit te steken ten opzichte van het gevelvlak als voordien en onbeschilderd te blijven.

7. Er dienen toezichtsputten geplaatst te worden op de DWA en RWA conform artikel 41 van de bouwcode.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.