Terug
Gepubliceerd op 31/07/2023

2023_CBS_05178 - Omgevingsvergunning - OMV_2023052482. Van Loenoutstraat 73. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 28/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05178 - Omgevingsvergunning - OMV_2023052482. Van Loenoutstraat 73. District Deurne - Weigering 2023_CBS_05178 - Omgevingsvergunning - OMV_2023052482. Van Loenoutstraat 73. District Deurne - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023052482

Gegevens van de aanvrager:

de heer Michel Smets met als adres Ruytenburgstraat 78 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Van Loenoutstraat 73 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 444K2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning en vermeerderen van het aantal wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          8/10/1969: vergunning (627#32960) voor het oprichten van een appartementsgebouw;

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 wooneenheden;
  • gelijkvloers met 3 bergingen en doorrit naar achterliggende garageboxen; 
  • 2-slaapkamerappartement op verdiep 1 en op verdiep 2;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte 15m / bouwhoogte 8m50;

-          gevelafwerking:

  • blauwe hardsteen gevelbeplating ter hoogte van gelijkvloers, roodbruin metselwerk op de verdiepen.

 

Vergund geachte toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;
  • gelijkvloers met studio en doorrit naar achterliggende garageboxen; 
  • 2-slaapkamerappartement op verdiep 1 en op verdiep 2;

-          gevelafwerking:

  • buitenschrijnwerk wit PVC, arduinen raamomkadering

-          inrichting:

  • verharde voortuin met doorrit naar achterliggende garages.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;
  • gelijkvloers met studio en doorrit naar achterliggende garageboxen; 
  • 2-slaapkamerappartement op verdiep 1 en op verdiep 2;

-          bouwvolume:

  • samenvoegen van keuken en woongedeelte van appartement op de verdiepingen; 

-          inrichting:

  • verharde voortuin en doorrit met poort naar achterliggende garages;
  • ontharden en creëren van een tuin voor de gelijkvloerse studio.

 

Inhoud van de aanvraag

-          inrichten van een meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          omvormen van gelijkvloerse bergingen naar studio;

-          uitvoeren van interne constructieve werken;

-          ontharden en creëren van een tuin voor de gelijkvloerse studio.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

30 mei 2023

12 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

30 mei 2023

1 juni 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

30 mei 2023

12 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige woning. Een zelfstandige woning dient een netto-vloeroppervlakte te hebben van minimaal 35 m2. Gelijkvloers appartement van de aanvraag bedraagt slechts 28,3 m²
  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer. De ramen van de badkamer en slaapkamer monden uit op de overdekte doorrit.
  • Artikel 27 Open ruimte

Voortuin is volledig verhard, enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten: toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 m en opritten naar een garage met een maximumbreedte van 3 m.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-           Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Van Loenoutstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft een gebouw van 3 bouwlagen onder plat dak, volgens de plannen uit 1969 met twee appartemeten op de verdiepingen en een doorrit naar de achtergelegen garages op het gelijkvloers. Naast deze doorrit bevinden zich 3 bergruimtes en een toilet. In de aanvraag zijn geen wijzigingen aan het vergunde volume voorzien.

 

Artikel 27 van de bouwcode (Open ruimte) bepaalt dat voortuinen vrij moeten zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten, m.n. paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,5 m, en opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 m. De voortuin is volledig verhard en voldoet hiermee niet aan de bepalingen van artikel 27. Indien een vergunning wordt verleend, moet in voorwaarden worden opgenomen dat de verhardingen moeten beperkt worden tot wat in artikel 27 is voorzien. De rest van de voortuin moet groen en onverhard worden ingericht.

 

Daarnaast bepaalt artikel 27 dat de tuin zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht moet worden en als groene ruimte aangeplant moet worden. Verhardingen zijn beperkt toegestaan, met een maximum van 20 m² voor tuinen tot 60 m² en 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². De tuinzone is in de bestaande situatie volledig verhard. Op het inplantingsplan van de nieuwe toestand wordt aangeduid ‘tuin t.b.v. app. 0.1 te ontharden en vergroenen’. Er wordt echter niet aangeduid waar de grens van deze tuinzone is en hoe deze zal afgesloten worden van de zone waar de auto’s naar de achterliggende garages rijden. Er geldt immers een erfdienstbaarheid voor een recht van doorgang naar deze garages in het binnengebied.

Indien een vergunning wordt verleend, moet in voorwaarden worden opgenomen dat de verharding in functie van de doorrit naar de achterliggende garages moet beperkt worden tot een breedte van 3 m, en dat deze doorgang moet aangelegd worden in waterdoorlatende verharding. Daarnaast moet er een degelijke afscheiding voorzien worden tussen de private tuin en de doorrit naar de garages.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels zijn grotendeels in overeenstemming met de vergunde toestand: opgebouwd in rode gevelsteen met aan de voorgevel een gelijkvloerse plint en raamkaders in blauwe hardsteen. Het gelijkvloerse raam in de achtergevel werd gewijzigd. Het schrijnwerk werd vervangen door wit pvc, waarbij de indeling deels werd aangepast. De materiaal- en kleurkeuzes zijn aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In de appartementen op de eerste en tweede verdieping zijn constructieve werken uitgevoerd: om de keuken bij de leefruimte te betrekken wordt de dragende muur weggebroken en wordt er een stalen balk geplaatst.

 

Volgens de plannen uit 1969 omvat het gebouw twee appartementen op de verdiepingen en een doorrit naar de achtergelegen garages op het gelijkvloers. Naast deze doorrit bevinden zich 3 bergruimtes en een toilet. Onderzoek door de dienst vermoeden van vergunning toont aan dat er volgens de kadastergegevens en de bewonershistoriek 3 woningen geacht vergund zijn. Er wordt echter enkel een uitspraak gedaan over het aantal woningen binnen het gebouw, niet over de locatie of de indeling.

 

In het ingediende voorstel wordt de derde woonunit ingericht op het gelijkvloers, in de ruimtes die op de oorspronkelijke plannen staan aangeduid als berging. Artikel 22 van de bouwcode bepaalt dat een zelfstandige woning een netto-vloeroppervlakte van minimaal 35 m² moet hebben. De netto vloeroppervlakte van het gelijkvloers appartement bedraagt slechts 28,3 m² en voldoet dus niet. Daarnaast voldoet het gelijkvloers appartement ook niet aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode (Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer). De ramen van de badkamer en de slaapkamer monden uit in de overdekte doorrit. 

 

Uit bovenstaande blijkt dat de gelijkvloerse unit onvoldoende woonkwaliteit kan bieden, en de omgevingsvergunning moet dan ook geweigerd worden.

 

Mobiliteitsimpact

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 april 2023

Volledig en ontvankelijk

30 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 oktober 2023

Verslag GOA

19 juli 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.