Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023052482 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Michel Smets met als adres Ruytenburgstraat 78 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Van Loenoutstraat 73 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 30 sectie A nr. 444K2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning en vermeerderen van het aantal wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 8/10/1969: vergunning (627#32960) voor het oprichten van een appartementsgebouw;
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Vergund geachte toestand
- functie:
Bestaande toestand
- functie:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- inrichten van een meergezinswoning met 3 woongelegenheden;
- omvormen van gelijkvloerse bergingen naar studio;
- uitvoeren van interne constructieve werken;
- ontharden en creëren van een tuin voor de gelijkvloerse studio.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 30 mei 2023 | 12 juli 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 30 mei 2023 | 1 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 30 mei 2023 | 12 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Voortuin is volledig verhard, enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten: toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 m en opritten naar een garage met een maximumbreedte van 3 m.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Van Loenoutstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft een gebouw van 3 bouwlagen onder plat dak, volgens de plannen uit 1969 met twee appartemeten op de verdiepingen en een doorrit naar de achtergelegen garages op het gelijkvloers. Naast deze doorrit bevinden zich 3 bergruimtes en een toilet. In de aanvraag zijn geen wijzigingen aan het vergunde volume voorzien.
Artikel 27 van de bouwcode (Open ruimte) bepaalt dat voortuinen vrij moeten zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten, m.n. paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,5 m, en opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 m. De voortuin is volledig verhard en voldoet hiermee niet aan de bepalingen van artikel 27. Indien een vergunning wordt verleend, moet in voorwaarden worden opgenomen dat de verhardingen moeten beperkt worden tot wat in artikel 27 is voorzien. De rest van de voortuin moet groen en onverhard worden ingericht.
Daarnaast bepaalt artikel 27 dat de tuin zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht moet worden en als groene ruimte aangeplant moet worden. Verhardingen zijn beperkt toegestaan, met een maximum van 20 m² voor tuinen tot 60 m² en 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². De tuinzone is in de bestaande situatie volledig verhard. Op het inplantingsplan van de nieuwe toestand wordt aangeduid ‘tuin t.b.v. app. 0.1 te ontharden en vergroenen’. Er wordt echter niet aangeduid waar de grens van deze tuinzone is en hoe deze zal afgesloten worden van de zone waar de auto’s naar de achterliggende garages rijden. Er geldt immers een erfdienstbaarheid voor een recht van doorgang naar deze garages in het binnengebied.
Indien een vergunning wordt verleend, moet in voorwaarden worden opgenomen dat de verharding in functie van de doorrit naar de achterliggende garages moet beperkt worden tot een breedte van 3 m, en dat deze doorgang moet aangelegd worden in waterdoorlatende verharding. Daarnaast moet er een degelijke afscheiding voorzien worden tussen de private tuin en de doorrit naar de garages.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels zijn grotendeels in overeenstemming met de vergunde toestand: opgebouwd in rode gevelsteen met aan de voorgevel een gelijkvloerse plint en raamkaders in blauwe hardsteen. Het gelijkvloerse raam in de achtergevel werd gewijzigd. Het schrijnwerk werd vervangen door wit pvc, waarbij de indeling deels werd aangepast. De materiaal- en kleurkeuzes zijn aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de appartementen op de eerste en tweede verdieping zijn constructieve werken uitgevoerd: om de keuken bij de leefruimte te betrekken wordt de dragende muur weggebroken en wordt er een stalen balk geplaatst.
Volgens de plannen uit 1969 omvat het gebouw twee appartementen op de verdiepingen en een doorrit naar de achtergelegen garages op het gelijkvloers. Naast deze doorrit bevinden zich 3 bergruimtes en een toilet. Onderzoek door de dienst vermoeden van vergunning toont aan dat er volgens de kadastergegevens en de bewonershistoriek 3 woningen geacht vergund zijn. Er wordt echter enkel een uitspraak gedaan over het aantal woningen binnen het gebouw, niet over de locatie of de indeling.
In het ingediende voorstel wordt de derde woonunit ingericht op het gelijkvloers, in de ruimtes die op de oorspronkelijke plannen staan aangeduid als berging. Artikel 22 van de bouwcode bepaalt dat een zelfstandige woning een netto-vloeroppervlakte van minimaal 35 m² moet hebben. De netto vloeroppervlakte van het gelijkvloers appartement bedraagt slechts 28,3 m² en voldoet dus niet. Daarnaast voldoet het gelijkvloers appartement ook niet aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode (Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer). De ramen van de badkamer en de slaapkamer monden uit in de overdekte doorrit.
Uit bovenstaande blijkt dat de gelijkvloerse unit onvoldoende woonkwaliteit kan bieden, en de omgevingsvergunning moet dan ook geweigerd worden.
Mobiliteitsimpact
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 april 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 30 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 oktober 2023 |
Verslag GOA | 19 juli 2023 |
naam GOA | Cynthia Steurs |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.