Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022159735 |
Gegevens van de aanvrager: | Autonoom Gemeentebedrijf voor vastgoedbeheer en stadsprojecten met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Grotesteenweg zn en Binnensingel zn te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie A nrs. 95F2, 95F2, 160A2, 160A2, 160Z, 160Z, 160P, 160P, 160M2, 160M2, 160N2 en 160N2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, vegetatiewijzigingen |
Voorwerp van de aanvraag: | heraanleggen van het park Brialmont (fase 2) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/08/2018: voorwaardelijke vergunning (OMV_2018021126) voor
infrastructuurwerken in het Brilschanspark;
- 306839: beschermd landschappelijk element: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/306839.
Vergunde / bestaande toestand
- functie:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- heraanleggen van het park Brialmont (fase 2):
Omschrijving vegetatiewijzigingen
Binnen het Brialmontpark wordt het masterplan Park Brialmont uitgewerkt, met ingrijpende inrichtingswerken die een impact hebben op de aanwezige natuurwaarden met een vegetatiewijziging tot gevolg. Er worden ook zones ontbost (7152 m²), waarvoor een compensatievoorstel (9507,5 m²) door Agentschap Natuur en Bos is opgesteld, dat de bouwheer moet volgen. De nieuw te bebossen oppervlakte als bosompensatie moet binnen het projectgebied uitgevoerd worden, zonder de overige bospercelen te verstoren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 15 maart 2023 | 27 maart 2023 | Ongunstig |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 28 april 2023 | 5 juli 2023 | Ongunstig |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 21 juni 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 15 maart 2023 | 30 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 15 maart 2023 | 28 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 15 maart 2023 | 20 maart 2023 | Geen bezwaar |
Onroerend Erfgoed | 15 maart 2023 | 16 maart 2023 | Geen advies |
Onroerend Erfgoed | 28 april 2023 | 28 april 2023 | Geen advies |
Onroerend Erfgoed | 21 juni 2023 | 21 juni 2023 | Geen advies |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 15 maart 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 15 maart 2023 | 23 maart 2023 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 15 maart 2023 | 29 maart 2023 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 28 april 2023 | 12 mei 2023 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 21 juni 2023 | 21 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu | 15 maart 2023 | 12 april 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 maart 2023 | 16 maart 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 april 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 21 juni 2023 | 25 juli 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 15 maart 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 28 april 2023 | 23 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 21 juni 2023 | 23 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 15 maart 2023 | 2 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 28 april 2023 | 26 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 21 juni 2023 | 26 juni 2023 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 15 maart 2023 | 2 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 15 maart 2023 | 4 april 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:
- artikel 4.4. parkgebieden: Wolvenberg: het perceel is gelegen in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
met het oog op het bewaren van bestaande waardevolle natuurlijke, cultuurhistorische of landschappelijke elementen moet de inplanting van de vergunningsplichtige werken zo worden bepaald dat de aanwezige waardevolle landschappelijke en ecologische elementen maximaal behouden kunnen blijven.
Met de gestelde vegetatievoorwaarden wordt hiervoor een afwijking gemotiveerd.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 21/04/2023.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Gewestplan:
Het gedeelte ‘Wolvenberg’ werd deels als natuurgebied ingericht in plaats van parkgebied. Dit valt echter onder de afwijkingsmogelijkheid uit artikel 4.4.5. van de VCRO (medegebruik inzake natuurschoon). Dit artikel stelt: “In alle bestemmingsgebieden kunnen, naast de handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en van landschapswaarden, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.”
De afwijking dat ‘Wolvenberg’ reeds deels als natuurgebied ingericht is, betreft een gunstige invloed op de omgeving en de natuur.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De wijzigingen te Wolvenberg blijven beperkt tot het wijzigen van de paden, waarbij er langsheen de nieuwe vlonderpaden drie uitkijkpunten voorzien worden en waarbij er langsheen de wandelpaden twee verhoogde uitkijkpunten voorzien worden. De uitwerking hiervan is kwalitatief en wordt gunstig geadviseerd.
Ook de paden te Brilschanspark worden gewijzigd, waarbij de lange parallelle paden door meer secundaire paden verbonden worden, wat de toegankelijkheid van het park sterk verbetert. Hierbij wordt er ten zuiden van het park een grote speeltuinzone aangelegd. Ten noordwesten worden de nieuwe paden en open grasvelden maximaal ingezet om de historische context van de site te herstellen. Ten noorden van de gracht wordt een lage vlonderbrug aangelegd.
Ten noorden van het Brilschanspark wordt een wadi aangelegd met beperkte hellingsgraad. Hiertegen geen bezwaar.
Visueel-vormelijke elementen
Paden en uitkijkpunten
Te Wolvenberg worden de wandelpaden in ternair mengsel voorzien en de vlonderpaden, trappen en uitkijkpunten worden in natuurkleurig hout met lage houten afsluitingen met touw voorzien. Deze uitwerking sluit aan bij de context van dit gedeelte als natuurgebied. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Ter hoogte van de historische omwalling van het Brilschanspark worden de paden, trappen en keringen maximaal in rode baksteen uitgevoerd. In de andere en reeds gerealiseerde delen van het Brilschanspark worden de paden afhankelijk van hun belangrijkheid voorzien in rode baksteen, halfverharding of beton. De trapconstructies worden steeds in rode baksteen uitgevoerd als verbindend element binnen de gehele parkzone. Dit sluit aan bij de ongewijzigde (bestaande) paden.
De Vlonderbrug van het Brilschanspark wordt in hetzelfde materiaal en een gelijkaardige architectuur uitgewerkt als de vlonderpaden van het gedeelte Wolvenberg. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Overige verharding
De zone rondom de speeltuin in het Brilschanspark wordt in zand uitgevoerd. De zone rondom de buitengym wordt in boomschors uitgevoerd. Het ontwerp van de speeltuin en buitengym zelf maken geen onderdeel uit van de voorliggende aanvraag.
De fietspaden worden in asfalt uitgevoerd, zodat de grens tussen fietspad en voetpad duidelijk zichtbaar is. Dit komt de veiligheid van het park ten goede.
Overige publieke infrastructuur
Het park betreft publiek domein en dient als dusdanig ontworpen te zijn. Inzake de uitwerking van de parkinfrastructuur formuleert de stedelijke dienst Publieke Ruimte onderstaande voorwaarden:
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van Publieke Ruimte bijgetreden. Deze zaken dienen in voorwaarden opgenomen te worden.
Cultuurhistorische aspecten
De stedelijke dienst Archeologie geeft volgend advies:
“Binnen Park Brialmont is het belangrijke relict van de 19de-eeuwse Brilschans bewaard gebleven. Het benutten van de vestingbouwkundige waarde van de schans is vanuit archeologische erfgoedzorg een sturend element geweest tijdens het ontwerpproces. Dit proces verliep grondig en in overleg met de betrokken partijen. Het herstel van het vestinglandschap wordt in het nieuwe ontwerp enkel plaatselijk doorgevoerd, in balans met maximaal behoud van de aanwezige natuurwaarden en met een duidelijke educatieve meerwaarde. Het ontwerp verhoogt ook de belevingswaarde van de schans en herstelt de functie als eerste schakel in de verdediging van de Berchemse Poort.
De Brilschans is onderdeel van de indrukwekkende toegangszone van de Mechelse en Berchemse Poort die zich situeert aan binnenzijde van de Binnensingel ter hoogte van het De Villegaspark. Deze poortzone werd geflankeerd door kazernes in de wal en was verdedigd door een brede gracht, de caponnière tussen de toegangsbruggen, een voorgracht met glacis en de Brilschans. Binnenin de schans waren houten barakken gelegen en op de schanspunt en centraal waren batterijen opgesteld voor het geschut. De schans was omgeven door een gracht en een buitenglacis met een bedekte weg.
De inrichting van de schans is een essentieel onderdeel om de verdedigingsfunctie van de schans te kunnen begrijpen. Door het gebruik van de open vlakte werd maximaal rekening gehouden met de ondertussen ontstane natuurwaarden; er wordt niet geraakt aan het profiel van de wallen aan de gracht.
In het nieuwe ontwerp worden de batterijen (geschutsplaatsen) geëvoceerd door middel van ingegraven paden en gemodelleerde taluds. Het symmetrisch plan van de binneninrichting wordt hierbij gerespecteerd. Voor de realisatie ervan dienen plaatselijk bomen te worden gerooid.
De positie van de barakken op de schans staan in verbinding met de batterijen en worden in het landschap zichtbaar door middel van cirkelvormige treden die de helling volgen naar de Ring.
De gracht rond de schans en het glacis worden door middel van beperkte profielaanpassingen geaccentueerd. Voor het doorsnijden van het glacis worden plaatselijk bakstenen keermuurtjes geïntegreerd.
Cultuur-historische waarde:
Vestingbouwkundige relicten maken een belangrijk deel uit van het ondergrondse patrimonium van Antwerpen. De Brialmontomwalling is niet alleen de getuige van de politieke en militaire geschiedenis van de stad, ze heeft ook een bovenlokale waarde doordat haar ontstaansgeschiedenis te situeren is binnen de 19de-eeuwse nationale en Europese context. De Brialmontomwalling werd gebouwd in 1859 en maakte deel uit van de Kringversterking rond Antwerpen die de status had van Nationaal Reduit, de laatste wijkplaats voor regering en leger in tijden van oorlog. De verdedigingsgordel was voor die tijd vooruitstrevend en bestond uit een 15 km lange ‘Grote Omwalling’ rond de stad met 19 toegangspoorten en een gordel van acht vooruitgeschoven forten in de omliggende gemeenten: Wijnegem, Wommelgem, Borsbeek, Mortsel, Edegeme, Wilrijk (2) en Hoboken.
Schaarste van relicten en opportuniteiten:
De Brialmontomwalling werd gedemilitariseerd in 1906 maar de grootschalige afbraak kwam er in 1963 met de aanleg van de Ring. De volledige omwalling en alle poorten verdwenen, van de schansen bleven enkel Mastvest, Halfmaantje en Brilschans bewaard. Ze werden tot park omgevormd maar verloren hun betekenis en functie. Ook het archeologisch patrimonium van de omwalling is schaars door de grootschalige ingrepen voor de Ring en de Binnensingel (met talrijke bruggen, toegangswegen en op- en afritten) en door recente projectontwikkeling. De mogelijkheden tot valorisatie zijn dus beperkt. Met de aanleg de Ringpark Groene Vesten ontstaat een unieke kans om de geschiedenis van de plek en van de Brialmontomwalling als geheel te versterken. Erfgoedherstel van de Brilschans door profilering van de binneninrichting en het accentueren van de gracht en het buitenglacis is een belangrijke schakel in de ketting tot ontsluiting.
Onroerenderfgoeddecreet:
Het projectgebied bevindt zich buiten een vastgestelde archeologische zone, is gelegen buiten een woon- of recreatiegebied. Het projectgebied is groter dan 3000 m² (ca. 193 554 m²) met een vergunningsplichtige ingreep boven 1000 m² (ca. 166 621 m²). De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota is ingediend door RAAP en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 21/04/2023 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25728). Er werd een programma van maatregelen opgemaakt in de vorm van een archeologische werfbegeleiding tijdens de werken.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies bijgetreden. De voorwaarden inzake werfbegeleiding dienen opgenomen te worden in de beslissing.
De stedelijke dienst monumentenzorg en het Vlaamse Agentschap Onroerend Erfgoed formuleren geen bezwaar tegen de voorliggende aanvraag.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Klimaat en leefmilieu:
Beide parkdelen bevinden zich in het onmiddellijke invloedgebied van de Ring en de Singel. Inzake eventuele gezondheidsaspecten werd het advies van de stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu gevraagd. Hieruit volgde een gunstige beoordeling:
“Het projectgebied Brilschanspark is een pilootproject binnen het innovatietraject luwte- en geluidsplanning (stad Antwerpen). In dit pilootproject worden de mogelijkheden voor soundscaping onderzocht om het omgevingslawaai te maskeren.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit bijgetreden.
De dienst milieuvergunningen gaf volgend voorwaardelijk gunstig advies:
“De aanvraag bevat onder andere volgende ingrepen: het opbreken van wegenis en verharding, het rooien van bomen, reliëfwijzigingen, het aanleggen van nieuwe wandelpaden en vegetatiewijzigingen. Er worden geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten aangevraagd. Mogelijks zijn er tijdens de werfactiviteiten tijdelijke ingedeelde activiteiten van toepassing. Het is dan ook aan de uitvoerder van de werken om dit na te gaan en de nodige melding of vergunning aan te vragen.”
De aanvrager dient dit advies ter harte te nemen.
Vegetatiewijzigingen
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt de beoordeling vegetatiewijzigingen bijgetreden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
De fiets- en wandelpaden grenzen aan de fietsostrade, maar eventuele wijzigingen aan de fietsostrade zelf maken geen onderdeel uit van de aanvraag. Inzake het fietsverkeer doorheen het park en de aansluiting met de omliggende straten werd het advies van de stedelijke dienst mobiliteit gevraagd. Hieruit volgde een voorwaardelijk gunstig advies:
“Wanneer het park gerealiseerd wordt zal er ook een fietsstraat moeten worden ingericht vanaf het rondpunt in de Henri Prostlaan doorheen de Marcel Auburtinlaan tot aan het kruispunt met de fietsverbinding naar het ringfietspad (thv kruispunt Florent Bauduinstraat).”
Het mobiliteitsadvies wordt integraal overgenomen als vergunningsvoorwaarde.
Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu
Het project bestaat uit twee delen te weten vegetatiewijziging in Wolvenberg en vegetatiewijziging in Brilschans.
De vegetatiewijziging in Wolvenberg wordt algemeen gunstig geadviseerd door alle adviesverleners en kan vergund worden overeenkomstig de aanvraag.
Voor het onderdeel Brilschans is er een voorwaardelijk gunstig advies van Stadsbeheer/Groendienst en een aanvankelijk negatief advies van ANB dat met schrijven van 05/07/2023 door ANB werd genuanceerd in een afradend ongunstig advies. De bezwaren van ANB zijn gebaseerd op de principiële aandacht die ANB wenst te besteden aan ontbossingen in Vlaanderen, zeker wanneer deze plaatsvinden in groene ruimtelijke bestemmingen. Anderzijds is er begrip voor de wens van de aanvrager tot historisch herstel van de site en het totaalverhaal van de Ringparken (waar ook ruimte zal zijn voor extensievere groengebieden).
ANB stelt wel dat, indien de vergunning verlenende overheid aan haar advies gemotiveerd wenst voorbij te gaan en de vergunningsaanvraag alsnog wenst te verlenen, alsnog het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen integraal deel moet uitmaken van de omgevingsvergunning. Daarbij zijn onderstaande direct werkende normen van toepassing:
- Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13.06.1990;
- Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001.
Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:
- De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23-204809.
- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 6395 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
- De resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.
- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
- De bosbehoudsbijdrage van € 16057.89 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
- De compenserende bebossing op het perceel/de percelen Antwerpen: 11003A0160/00P000, 11003A0160/00Z000, 11003A0160/00Z000, 11003A0159/00W000, 11003A0160/00N002 over een oppervlakte van 4307 m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden.
Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos
Om het verlies aan natuurwaarden maximaal te compenseren binnen het project en om aan de voorwaarden van ANB en Stadsbeheer/Groendienst tegemoet te komen moet minstens aan volgende (gecombineerde) voorwaarden worden voldaan:
- De boscompensatie dient uitgevoerd zoals in het laatste voorstel boscompensatie aan ANB (4/7/2023) rekening houdend met de tekortkomingen zoals door ANB geformuleerd over de soortenlijst van de te compenseren bomen, een aanvullende bebossing en het opgelegde plantverband:
- De nodige maatregelen te nemen tijdens de uitvoering van werken om bodemverdichting te voorkomen:
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten uit het bijgevoegde advies van het Vlaamse Agentschap Wegen en Verkeer.
3. Volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
Er dient een archeologische werfbegeleiding te worden uitgevoerd op een deel van het terrein.
De maatregelen moeten uitgevoerd worden voor de start van de werken overeenkomstig het programma geformuleerd in de archeologienota.
Inzake deze archeologische werfbegeleiding dienen volgende voorwaarden gevolgd te worden:
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be).
- De bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering.
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
4. Wanneer het park gerealiseerd wordt zal er ook een fietsstraat moeten worden ingericht vanaf het rondpunt in de Henri Prostlaan doorheen de Marcel Auburtinlaan tot aan het kruispunt met de fietsverbinding naar het ringfietspad (thv kruispunt Florent Bauduinstraat).
5. De fietsenbeugels ter hoogte van de Marcel Auburtinlaan zijn niet langer dan 1m en situeren zich binnen de objectenstrook en in het verlengde van de parkeerstroken.
6. De big belly's afvalbakken dienen aan de rand van het park geplaatst te worden omwille van het makkelijker ledigen, de gewone afvalbakken kunnen verspreid in het park voorzien worden, op plekken in het zicht van mensen die verblijven op de zitbanken maar niet er vlak naast zodat de negatieve aspecten van een afvalbak de verblijfsfunctie niet gaan hypothekeren. De locaties dienen in overleg te gebeuren met de bevoegde diensten van stad Antwerpen.
7. De looproute dient geduid te worden conform de generieke parksignalisatie /aanduidingen voor looproutes in parken.
8. De detaillering van materialen (zoals grasbetontegels, asfalt voor fietspaden en boordstenen) en de opbouw ervan dient in overleg met SW Structureel Onderhoud verder uitgewerkt te worden in functie van het toekomstig beheer.
9. De standaard grasbetontegel (met vierkante noppen) dient in functie van opstelruimte voor de grote evenementzone voorzien te worden.
10. Eventuele ingedeelde inrichtingen of activiteiten die tijdens de werffase zouden kunnen plaatsvinden worden uitgesloten uit de vergunning.
Advies over de vegetatiewijzigingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de vegetatiewijzigingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde voorwaarden betreffende de vegetatiewijzigingen
1. De boscompensatie dient uitgevoerd zoals in het laatste voorstel boscompensatie aan ANB (4/7/2023) rekening houdend met de tekortkomingen zoals door ANB geformuleerd over de soortenlijst van de te compenseren bomen, een aanvullende bebossing en het opgelegde plantverband:
2. De nodige maatregelen te nemen tijdens de uitvoering van werken om bodemverdichting te voorkomen:
Volgende voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos moeten strikt nageleefd worden:
- De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23-204809.
- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 6395 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
- De resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.
- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
- De bosbehoudsbijdrage van € 16057.89 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
- De compenserende bebossing op het perceel/de percelen Antwerpen: 11003A0160/00P000, 11003A0160/00Z000, 11003A0160/00Z000, 11003A0159/00W000, 11003A0160/00N002 over een oppervlakte van 4307 m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden.
Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 15 maart 2023 |
Start 1e openbaar onderzoek | 27 maart 2023 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 25 april 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 28 april 2023 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 20 juni 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 23 juni 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 22 juli 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 27 augustus 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 25 november 2023 |
Verslag GOA | 3 augustus 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Er werd aanvullende en bijkomende informatie aangeleverd inzake de Vegetatie in het kader van het ongunstige advies van het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos. De aanvullende informatie is volledig.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
27 maart 2023 | 25 april 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
10 mei 2023 | 8 juni 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
23 juni 2023 | 22 juli 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten uit het bijgevoegde advies van het Vlaamse Agentschap Wegen en Verkeer.
3. Volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
Er dient een archeologische werfbegeleiding te worden uitgevoerd op een deel van het terrein.
De maatregelen moeten uitgevoerd worden voor de start van de werken overeenkomstig het programma geformuleerd in de archeologienota.
Inzake deze archeologische werfbegeleiding dienen volgende voorwaarden gevolgd te worden:
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be).
- De bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering.
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
4. Wanneer het park gerealiseerd wordt zal er ook een fietsstraat moeten worden ingericht vanaf het rondpunt in de Henri Prostlaan doorheen de Marcel Auburtinlaan tot aan het kruispunt met de fietsverbinding naar het ringfietspad (thv kruispunt Florent Bauduinstraat).
5. De fietsenbeugels ter hoogte van de Marcel Auburtinlaan zijn niet langer dan 1m en situeren zich binnen de objectenstrook en in het verlengde van de parkeerstroken.
6. De big belly's afvalbakken dienen aan de rand van het park geplaatst te worden omwille van het makkelijker ledigen, de gewone afvalbakken kunnen verspreid in het park voorzien worden, op plekken in het zicht van mensen die verblijven op de zitbanken maar niet er vlak naast zodat de negatieve aspecten van een afvalbak de verblijfsfunctie niet gaan hypothekeren. De locaties dienen in overleg te gebeuren met de bevoegde diensten van stad Antwerpen.
7. De looproute dient geduid te worden conform de generieke parksignalisatie /aanduidingen voor looproutes in parken.
8. De detaillering van materialen (zoals grasbetontegels, asfalt voor fietspaden en boordstenen) en de opbouw ervan dient in overleg met SW Structureel Onderhoud verder uitgewerkt te worden in functie van het toekomstig beheer.
9. De standaard grasbetontegel (met vierkante noppen) dient in functie van opstelruimte voor de grote evenementzone voorzien te worden.
10. Eventuele ingedeelde inrichtingen of activiteiten die tijdens de werffase zouden kunnen plaatsvinden worden uitgesloten uit de vergunning.
Voorwaarden betreffende de vegetatiewijzigingen
1. De boscompensatie dient uitgevoerd zoals in het laatste voorstel boscompensatie aan ANB (4/7/2023) rekening houdend met de tekortkomingen zoals door ANB geformuleerd over de soortenlijst van de te compenseren bomen, een aanvullende bebossing en het opgelegde plantverband:
2. De nodige maatregelen te nemen tijdens de uitvoering van werken om bodemverdichting te voorkomen:
Volgende voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos moeten strikt nageleefd worden:
- De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 23-204809.
- De te ontbossen oppervlakte bedraagt 6395 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
- De resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.
- De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
- De bosbehoudsbijdrage van € 16057.89 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.
- De compenserende bebossing op het perceel/de percelen Antwerpen: 11003A0160/00P000, 11003A0160/00Z000, 11003A0160/00Z000, 11003A0159/00W000, 11003A0160/00N002 over een oppervlakte van 4307 m² dient uitgevoerd te worden binnen 2 jaar vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning. De compenserende bebossing zal uitgevoerd worden door de aanvrager van de vergunning. Deze verbindt er zich toe om minstens binnen 30 dagen voordat de compenserende bebossing wordt uitgevoerd dit aan het Agentschap voor Natuur en Bos te melden.
Wanneer de compenserende bebossing volledig is uitgevoerd, kan men hiervan een attest bekomen bij de provinciale afdeling van het Agentschap voor Natuur en bos.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.