Terug
Gepubliceerd op 16/08/2023

2023_CBS_05442 - Omgevingsvergunning - OMV_2023045155. Jozef Wautersstraat 18. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05442 - Omgevingsvergunning - OMV_2023045155. Jozef Wautersstraat 18. District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_05442 - Omgevingsvergunning - OMV_2023045155. Jozef Wautersstraat 18. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023045155

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Nancy De Vlieger met als adres Jozef Wautersstraat 18 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Jozef Wautersstraat 18 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie C nr. 237Z3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van een eengezinswoning met nevenfunctie vrije beroepen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/06/2007: weigering (3238#969) voor het regulariseren van de afsluiting aan een dakterras;

-          29/10/1998: vergunning (961#11837) voor het herinrichten van het gelijkvloers;

-          25/05/1972: vergunning (961#12778) voor verbouwingswerken.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met nevenfunctie vrije beroepen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • perceel volledig bebouwd op de gelijkvloerse verdieping buiten de voortuinstrook;
  • uitbouw over 3 bouwlagen tot achteraan het perceel aan de rechterzijde;

-          gevelafwerking:

  • plint natuursteen;
  • parement beige;
  • buitenschrijnwerk hout;
  • poort naar inpandige garage.

 

Bestaande toestand

-          dakterras op de eerste verdieping;

-          af te breken terrasoverkapping;

-          af te breken terrasomheining.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met nevenfunctie vrije beroepen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • perceel volledig bebouwd op de gelijkvloerse verdieping buiten de voortuinstrook;
  • uitbouw over 3 bouwlagen tot circa 11 m aan de rechterzijde;
  • overdekt dakterras op de eerste verdieping ter hoogte van gesloopte uitbouw;

-          gevelafwerking:

  • plint natuursteen;
  • parement beige;
  • buitenschrijnwerk hout;
  • poort naar inpandige garage;

-          deels ontharde voortuin;

-          gewijzigde inkomzone;

-          groendak op de eerste verdieping;

-          geïsoleerde achtergevel.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van onvergund dakterras;

-          deels slopen van de achterbouw;

-          inrichten van een overdekt dakterras;

-          ontharden van de voortuin;

-          wijzigen van de inkomzone;

-          inrichten van een groendak;

-          isoleren van de achtergevel.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

23 juni 2023

14 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

22 mei 2023

6 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 9

Als de bestaande toegang tot de publiek toegankelijke delen van een constructie niet voldoet aan de bepalingen van artikel 12 en van artikel 22 tot en met 25 en er geen handelingen aan die toegang gepland zijn, moet bij uitbreidings- of verbouwingswerken een toegang tot de publiek toegankelijke delen van de constructie die voldoet aan de bepalingen van artikel 12 en van artikel 22 tot en met 25, gegarandeerd worden.

  • Artikel 10

Bij handelingen aan de bestaande toegang tot een publiek toegankelijke constructie of tot de publiek toegankelijke delen ervan, en in de gevallen, waarin artikel 9 van toepassing is, is dit besluit ook van toepassing op minstens één toegangspad dat leidt tot de toegang die aan de bepalingen van dit besluit voldoet en dat vertrekt vanaf het openbaar domein.

  • Artikel 16

Een looppad mag alleen hellen in de richting dwars op de normale looprichting om een normale afwatering te verzekeren.

Het looppad helt van het bordes tot de toegang van de praktijk niet dwars op de normale looprichting.

  • Artikel 19

Een combinatie van hellingen is toegestaan op voorwaarde dat gezorgd wordt voor een tussenbordes van 120 cm op 150 cm ter hoogte van de overgang. Als een combinatie van hellingen gepaard gaat met een verandering van richting, is een tussenbordes van 150 cm op 150 cm, ter hoogte van de richtingsverandering, vereist.

Bij hellingen met een hellingspercentage van meer dan vier procent moet zowel bovenaan als onderaan voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. Die draairuimte mag maximaal twee procent in één richting hellen met het oog op de afwatering.

 

Als een helling een niveauverschil van meer dan 10 cm overbrugt, moet aan de open zijkanten van de helling en aan de eventuele tussenbordessen over de volledige lengte van de helling voor een afrijdbeveiliging van minstens 5 cm hoogte gezorgd worden.

Het bordes is slechts 110 cm diep. Er is geen afrijdbeveiliging voorzien.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 12 Levendige plint

Het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is.

Ondanks het supprimeren van de garage en het herorganiseren van de toegang tot de praktijk wordt er geen verblijfs- of kantoorruimte voorzien aan de straatzijde.

  • Artikel 27 Open ruimte

Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen.

Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten in voortuinen.

De gedeeltelijke verharding voor de fietsstalplaatsen is niet noodzakelijk.

  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen

De vergunde autostalplaats in de woning wordt gesupprimeerd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning met gelijkvloerse dokterspraktijk blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bestaande pand telt 3 bouwlagen met plat dak. Het gelijkvloers is ingericht als dokterspraktijk en behoudens de voortuinstrook volledig dichtgebouwd.

De aanvraag voorziet hier in interne werkzaamheden die het functioneren van de praktijk moeten verbeteren. Zo wordt de huidige garage omgevormd tot aparte inkomzone met balie en wachtruimte. In de bestaande situatie is de inkom tot de praktijk gedeeld met de inkom tot de bovenliggende woning. Het plat dak wordt ingericht als groendak.

 

Op de bovenliggende verdiepingen wordt de achterbouw van 2 bouwlagen die momenteel tot aan te achterste perceelsgrens loopt, ingekort door het badkamervolume achteraan te slopen. De bouwdiepte van het bouwvolume op de verdiepingen wordt zo van 24,94 m op ca. 22,20 m gebracht. Dit is in overeenstemming met de bouwdiepte van de het bouwvolume van de rechterbuur.

 

De aanvraag voorziet na een reorganisatie van de duplex, de leefruimtes op de 1ste verdieping en de slaapruimtes op de 2de verdieping. Hierdoor wordt achteraan de aanbouw ter hoogte van de nieuwe keukenruimte een inpandig terras van 4,63 m op 4,14 m en 2,50 m hoog voorzien. Gezien het de woning momenteel aan enige vorm van buitenruimte ontbreekt wordt deze ingreep positief onthaald.

 

Het advies, zoals geuit tijdens de voorbesprekingen, om een deel van de buitenschil rond het terras te behouden en zichten naar de omgeving door middel van raam- of muuropeningen te nemen werd echter niet gevolgd. Het terras is volledig open naar de omgeving toe. Het inpandig terras ligt op 2,23 m van de linkerperceelsgrens en minimaal 2,25 m van de achterperceelsgrens.

Ondanks het feit dat het terras voldoende afstand ten opzichte van de perceelsgrenzen houdt om directe zichten te kunnen nemen, wordt geoordeeld dat de positie achteraan het perceel op de 1ste verdieping alsnog privacyhinder en overlast bij de directe buurpanden kan geven.

Het desbetreffende pand is namelijk gelegen in de nabijheid van de oksel van het bouwblok waardoor het perceel niet enkel aansluit op de linkerbuur maar ook op 2 percelen in de Leopold de Vriesstraat. 

In voorwaarden wordt opgenomen dat aan de linkerzijde van het terras waar op de achterzijde van de percelen in de Leopold de Vriesstraat wordt gekeken een vaste afsluiting moet komen. Deze afsluiting kan in de vorm van een doorlopende plantenbak aannemen of in een massieve muur van 0,90 m hoog uitgevoerd worden. 

 

De bouwdichtheid wijzigt niet, de werken gebeuren in functie van een beter intern ruimtegebruik. 

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Ondanks de interne wijzigingen blijft de voorgevel ongewijzigd. De garagepoort blijft behouden maar wordt gedurende de praktijkuren geopend zodat de achterliggende dokterspraktijk zichtbaar wordt. Hierdoor wordt tegemoetgekomen aan artikel 12 van de bouwcode om een levendige plint te voorzien.  

 

De achtergevel wordt na-geïsoleerd en afgewerkt met wit gevelpleisterwerk en donkergrijs aluminium buitenschrijnwerk. 

 

Het project strookt qua materiaalgebruik met het algemeen aanvaardbare in de omgeving. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In de voortuin is enkel de strikt noodzakelijke verharding toegelaten (bouwcode, art. 27). Daarom wordt de verharding ter hoogte van fietsenstalplaats van de vergunning uitgesloten. 

 

De aanvraag voldoet niet aan het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, maar gezien de beperkte afwijkingen, kan de stedenbouwkundige vergunning toch worden verleend mits de in voorwaarde opgelegde aanpassingen integraal worden uitgevoerd. In toepassing van artikel 4.2.19. §1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zullen deze aanpassingen als voorwaarde in de stedenbouwkundige vergunning worden opgelegd. 

 

Voorliggend ontwerp wijkt af van artikel 16 en 19 van de verordening integrale toegankelijkheid. Omdat de aanvraag ook afwijkt van artikel 27 uit de Bouwcode (zie verder) wordt in voorwaarden opgenomen naast het voorzien van een afrijbeveiliging in de vorm van een opstand van 5cm aan beide zijden, de toegang tot de dokterspraktijk in het verlengde van de inkomzone te voorzien zodat het pad niet langer van richting verandert maar in rechte lijn loopt. Op die manier kan voldaan worden aan bovenvermelde artikels.

De breedte van 1,10 m van het tussenbordes is echter aanvaardbaar omdat het zijpad naar de inkom van de woning ook als stelruimte gebruikt kan worden.

Bijkomend wordt ook in voorwaarden opgenomen dat dit toegangspad een maximale breedte van 1,50 m mag hebben  (bouwcode, art. 27).

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt berekend op het verdwijnen van de bestaande parkeerplaats. De uitbreiding van de bestaande praktijk is zeer klein en heeft geen impact.

 

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

 

De parkeerbehoefte is 1.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          Indien mogelijk moeten bestaande parkeerplaatsen behouden blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Aan de linkerzijde van het terras moet een massieve muur of moet er doorlopende plantenbak van 0,90 m hoog voorzien worden.
  1. Conform artikel 27 van de bouwcode mag in de voortuinstrook enkel de strikt noodzakelijke verharding voorzien worden. De verharding onder de fietsenstalplaats wordt van de vergunning uitgesloten.
  1. Conform artikel 19 van de verordening toegankelijkheid moet het toegangspad in een rechte lijn in het verlengde van de inkomzone liggen met een breedte van 1,50 m. Het toegangspad moet daarnaast voorzien worden van een afrijdbeveiliging met een minimale hoogte van 5 cm.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

22 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

21 juli 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

19 oktober 2023

Verslag GOA

2 augustus 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Aan de linkerzijde van het terras moet een massieve muur of moet er doorlopende plantenbak van 0,90 m hoog voorzien worden.
  1. Conform artikel 27 van de bouwcode mag in de voortuinstrook enkel de strikt noodzakelijke verharding voorzien worden. De verharding onder de fietsenstalplaats wordt van de vergunning uitgesloten.
  1. Conform artikel 19 van de verordening toegankelijkheid moet het toegangspad in een rechte lijn in het verlengde van de inkomzone liggen met een breedte van 1,50 m. Het toegangspad moet daarnaast voorzien worden van een afrijdbeveiliging met een minimale hoogte van 5 cm.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.