Terug
Gepubliceerd op 16/08/2023

2023_CBS_05459 - Omgevingsvergunning - OMV_2023053172. Berkenveldstraat 42. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05459 - Omgevingsvergunning - OMV_2023053172. Berkenveldstraat 42. District Wilrijk - Goedkeuring 2023_CBS_05459 - Omgevingsvergunning - OMV_2023053172. Berkenveldstraat 42. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023053172

Gegevens van de aanvrager:

de heer Gil Van den Brande met als adres Dreefstraat 9 te 1880 Kapelle-op-den-Bos

Ligging van het project:

Berkenveldstraat 42 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 43 sectie A nr. 397A6

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning en het wijzigen van de voorgevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/09/1970: vergunning (222#13219) voor verbouwingswerken.

 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 1 bouwlaag met daklaag onder combinatiedak;
  • tuinhuis tegen linker perceelgrens onder zadeldak;
  • bouwdiepte circa 13 m;
  • open ruimte circa 110 m²;

-          gevelafwerking: rood parement.

 

Bestaande toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • perceelsbrede aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • tuinhuis is gesloopt;
  • bouwdiepte circa 15 m;
  • open ruimte circa 103 m² waarvan circa 19,5 m² verhard terras;

-          gevelafwerking:

  • rood parement;
  • nieuw schrijnwerk in antracietkleurig aluminium.

 

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het tuinhuis en de gelijkvloerse aanbouw;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

30 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 27 Open ruimte:
    Paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden in de voortuin zijn toegelaten met een maximumbreedte van 1,50 meter. Het toegangspad heeft een breedte van 1,65 meter.
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Het gedeelte van de scheidingsmuren heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Er wordt slechts een opstand van 0,10 meter voorzien aan de nieuwe aanbouw.
  • artikel 38 Groendaken:
    Het nieuwe platte dak van de aanbouw is niet als groendak aangelegd.
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Er kan niet beoordeeld worden of aan dit artikel voldaan wordt.
  • artikel 43 Septische putten:
    Het is verplicht om bij verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. er wordt geen septische put voorzien conform dit artikel.
     

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag omvat de regularisatie van een grondige verbouwing van een woning waarbij het gelijkvloers is opengemaakt. De koer naast de voormalige uitbouw is mee opgenomen in het bewoonbaar volume. Het tuinhuis achter de uitbouw is gesupprimeerd. De nieuwe bouwdieptes zijn inpasbaar. Om voldoende licht tot centraal in de woning te brengen wordt er een dakvenster voorzien. Deze werken zorgen voor een kwalitatief gelijkvloers en een optimaal contact met de tuinzone.

Op de eerste verdieping is een slaapkamer omgevormd tot badkamer om zo meer ruimte te hebben op het gelijkvloers.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

Gelet op de ligging van het pand in de tuinwijk is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies is gunstig met volgende afweging:

“De tuinnwijk Berkenveld-Koornbloem uit het eerste kwart van de 20ste eeuw werd weerhouden voor opname in de inventaris tijdens de recente herinventarisatie van het district Wilrijk. De regularisatie van de bestaande aanbouw is aanvaardbaar. Bij een tuinwijk wordt er voornamelijk ingezet op het behoud van de beeldwaarde van de wijk gekenmerkt door een uniforme materialisatie en volumewerking. De voorgevel en bedaking bleven ongewijzigd. Enkel het houten schrijnwerk werd vervangen door aluminium. Het zou een meerwaarde zijn indien er bij een toekomstige wijziging van het schrijnwerk hout zou overwogen worden.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voortuinen van percelen met een woonfunctie mogen alleen in functie van de strikt noodzakelijke toegangen verhard worden conform artikel 27 van de bouwcode, met een maximale breedte van 1,5 meter voor toegangspaden. De voortuin wordt beschouwd als een volwaardig deel van de tuin. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Het voorzien van voldoende groene tuinen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem en heeft een milderend effect op de stedelijke opwarming. Van deze voorschriften kan bijgevolg niet afgeweken worden. Als voorwaarde zal daarom opgenomen worden om een toegangspad van maximaal 1,5 meter breed te voorzien conform artikel 27 van de bouwcode.

 

Het platte dak van de uitbreiding is niet aangelegd als een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het conform artikel 38 van de bouwcode verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.

 

De scheimuur met de aanpalende bebouwing werd niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Voorliggende aanvraag voorziet geen septische put wat strijdig is met artikel 43 van de bouwcode. Als voorwaarde zal opgenomen worden om de septische put achteraan de woning te voorzien of onder de verharding in de voortuin.

 

Verder wijkt de aanvraag af van artikel 40 en 41 van de bouwcode. Ook dit zal als voorwaarde worden opgenomen.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Een toegangspad van maximaal 1,5 meter breed moet worden voorzien conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het platte dak van de uitbreiding is te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. Een septische put moet worden voorzien conform artikel 43 van de bouwcode en achteraan de woning of onder de verharding in de voortuin.
  1. Het rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 40 en artikel 41 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 april 2023

Volledig en ontvankelijk

30 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

29 juli 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

27 oktober 2023

Verslag GOA

2 augustus 2023

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Een toegangspad van maximaal 1,5 meter breed moet worden voorzien conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het platte dak van de uitbreiding is te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. Een septische put moet worden voorzien conform artikel 43 van de bouwcode en achteraan de woning of onder de verharding in de voortuin.
  1. Het rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 40 en artikel 41 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.