Terug
Gepubliceerd op 16/08/2023

2023_CBS_05436 - Omgevingsvergunning - OMV_2023004426. Thonetlaan 56. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05436 - Omgevingsvergunning - OMV_2023004426. Thonetlaan 56. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_05436 - Omgevingsvergunning - OMV_2023004426. Thonetlaan 56. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023004426

Gegevens van de aanvrager:

WP-Development met als adres Prins Boudewijnlaan 218 te 2650 Edegem

Ligging van het project:

Thonetlaan 56 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nr. 735A6

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een eengezinswoning en bouwen van een meergezinswoning met 6 appartementen plus 4 eengezinswoningen waarvan 1 met praktijkruimte

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/08/2022: weigering door deputatie (OMV_2021118248) voor het slopen van een eengezinswoning en bouwen van een meergezinswoning en 5 eengezinswoningen;

-          01/01/1988: vergunning (86#8724066) voor verbouwen van een huis;

-          10/07/1958: toelating (18#38470) voor rioolaansluiting;

-          03/08/1956: toelating (18#35545) voor het bouwen van een woning.

Vergunde toestand

-          vrijstaande eengezinswoning;

-          1 bouwlaag onder schuin dak.

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          gesloopte eengezinswoning;

-          functie:

  • gemeenschappelijke ondergrondse parkeergarage en fietsenberging met inrit langs de Thonetlaan;
  • 1 meergezinsgebouw met 6 appartementen (hoek Thonetlaan en Fromentinstraat):

-          1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 65 m²;

-          5 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van 87 m²;

  • 3 eengezinswoningen met 3 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van cica 135 m² (zijde Fromentinstraat);
  • 1 eengezinswoningen met 2 slaapkamers plus een praktijkruimte met een netto vloeroppervlakte van 190 m² (zijde Fromentinstraat);

-          bouwvolume:

  • meergezinsgebouw:

-          3 bouwlagen onder plat dak;

  • zijde Fromentinstraat:

-          2 bouwlagen onder plat dak;

-          dakterrassen met buitenkeuken aan de voorzijde met daktoegang onder luifel;

-          gevel:

  • meergezinsgebouw:

-          lichtgrijze gevelsteen;

-          glazen voorgevel (schuifsysteem wintertuin/terrassen);

-          bronskleurig aluminium schrijnwerk en een metalen borstwering met spijlen;

-          teruggetrokken glazen borstwering op het dak voor de zonnepanelen;

  • zijde Fromentinstraat:

-          lichtgrijze gevelsteen;

-          bronskleurig aluminium schrijnwerk;

-          metalen borstwering met spijlen.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een eengezinswoning;

-          bouwen van 1 meergezinsgebouw en 4 eengezinswoningen waarvan 1 met een praktijkruimte plus een ondergrondse parkeergarage;

-          rooien van 5 populieren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

12 juni 2023

26 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

12 juni 2023

10 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal

12 juni 2023

14 juni 2023

Gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

12 juni 2023

20 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

PROXIMUS/ Proximus

12 juni 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Water-link

12 juni 2023

26 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

25 april 2023

10 mei 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

25 april 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

25 april 2023

9 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • Artikel 19: de gang naar de ondergrondse private bergingen is slechts 1m40 breed in plaats van de minimaal vereiste 1m50.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Context

Op 7 januari 2022 werd reeds eerder een vergunning onder voorwaarden (OMV_2021118248) afgeleverd voor het perceel waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft. In navolging van deze beslissing werd door derden een administratief beroep ingediend bij de Deputatie van de provincie Antwerpen. Bij besluit van 25 augustus 2022 werd de omgevingsvergunning geweigerd. Voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag betreft een aanpassing van de initiële aanvraag waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen uit de beslissing van de Deputatie.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel verenigbaar met de omgeving. De aanvraag voorziet een groepswoningbouw binnen het woongebied van Linkeroever.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een verdichtingsproject op de hoek van de Thonetlaan en de Fromentinstraat. De bestaande ruime en vrijstaande eengezinswoning wordt gesloopt en vervangen door een woonproject bestaande uit een meergezinsgebouw op de hoek van de Thonetlaan en Fromentinstraat met 6 appartementen en 4 eengezinswoningen langs de Fromentinstraat. Met dit verdichtingsproject zet de aanvraag in op de doelstellingen van artikel 4.3.1 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) inzake ruimtelijke rendement. Dit artikel stelt dat meer activiteiten op eenzelfde oppervlakte kunnen georganiseerd worden indien de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en dit op de best gelegen plaatsen.

De projectsite is omwille van zijn ligging geschikt om het ruimtelijke rendement te verhogen. Het project situeert zich in het midden van het noordoostelijke bebouwingsfragment van Linkeroever, afgebakend door de Thonetlaan, de Charles de Costerlaan en de Gloriantlaan. Dit bebouwingsfragment kent een opvallende verscheidenheid aan gebouwtypologieën en een functionele verweving. Villa’s, rijwoningen, appartementsgebouwen en woontorens worden afgewisseld door niet-woongebouwen zoals scholen, vrije beroepen, gemeenschapsfuncties en commerciële functies. In de plint van woongebouwen zijn eveneens niet-woonfuncties te vinden. De wijk is heterogeen. Het is een caleidoscopisch gebied opgebouwd door fragmenten uit verschillende perioden en hun kenmerkende gebouwtypologieën. Het naast en door elkaar voorkomen van uiteenlopende perioden, stijlen en patronen levert een visuele rijkdom en een levendigheid op die meer homogene wijken missen, wat meteen de sterkte is van deze buurt. In vergelijking met het eerdere voorstel, wordt in voorliggende aanvraag 1 eengezinswoning geschrapt. Deze keuze optimaliseert het ruimtegebruik op het perceel en komt tegemoet aan de opmerking van de Deputatie dat het eerdere project de draagkracht op het perceel overschrijdt.

 

Het perceel zelf situeert zich tegenover het Katrinahof, kijkt uit over de jachthaven en vormt de aanzet van de nieuwe ontwikkeling die vergund is op de site van het Cultureel Centrum ter Schelde. Deze ontwikkeling zal bestaan uit een gemengde ontwikkeling van een meergezinsgebouw, grondgebonden woningen, een groepswoning voor begeleid wonen en een dagcentrum (OMV_2020112698). Naast de sterk gemengde omgeving en de uitzonderlijke relatie met de jachthaven vormt ook de specifieke ligging van het perceel in het bouwblok aanleiding om de ontwikkelingspotenties van het perceel met de bestaande villa te herdenken. Als kopperceel van een bouwblok is het vaak voorkomend dat dit wordt ingevuld met een robuuster gebouw, terwijl de langse zijden van het bouwblok bestaan uit kleinschaligere en/of vrijstaande woningen. 

 

Het project werd meermaals voorbesproken met de Kwaliteitskamer Architectuur van de stad Antwerpen, waarna het op basis van de geformuleerde adviezen telkens werd aangepast. Dat leidde tot een compact en monolitisch volume met inpandige terrassen. Het gebouw is langs de Thonetlaan uitgelijnd op het linkeraanpalende volume. Ter hoogte van de publieke doorsteek voor langzaam verkeer tussen de Theophile Gautierstraat en de Fromentinstraat werd in de eerdere aanvraag tot op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd. In voorliggende aanvraag wordt een bouwvrije zijtuinstrook van 3 meter voorbehouden. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de opmerking van de Deputatie dat het eerdere project de draagkracht van het perceel overschrijdt.

 

Het perceel valt buiten de aanvullende voorschriften van het gewestplan Antwerpen betreffende de bouwhoogte van gebouwen (BVR 07/07/00). Dit betekent dat het aantal bouwlagen maximaal 3 kan bedragen. Het project houdt hiermee rekening. Wel zullen de daken als buitenruimte voor de eengezinswoningen gebruikt worden. Deze woningen worden volgens de split-level typologie uitgewerkt met een verhoogde gelijkvloerse ruimte aan de tuinzijde. Hierdoor ontstaat een terraszone ter hoogte van de voorgevel op het lagere deel van de woning. Deze terrassen richten zich op de Fromentinstraat en de jachthaven. De positionering van de terrassen aan de voorzijde en de verhoging van het volume van de woningen aan de achterzijde beperkt de privacyhinder ten aanzien van de tuinen van de andere woningen in het bouwblok. Het dak van het meergezinsgebouw werd in de geweigerde vergunning ingericht als buitenruimte met een overdekte zomerkeuken voor de onderliggende appartementen in een teruggetrokken volume. In voorliggende aanvraag wordt deze piste verlaten. De aanvraag zal zich hierdoor beter inpassen in het referentiebeeld van de omgeving en geen inkijk meer genereren naar de omliggende percelen. Deze aanpassing is tegelijk een tegemoetkoming op de bezwaren uit de vorige vergunningsaanvraag.

 

Ter hoogte van de aanpalende perceelsgrens wordt een groenscherm voorzien en worden enkele hoogstammige bomen aangeplant. Een aantal van de bestaande populieren ter hoogte van de publieke doorsteek van de Theophile Gautierstraat en de Fromentinstraat blijven behouden. De keuze om 1 eengezinswoning minder te realiseren en de bebouwing 3 meter terug te trekken ten opzichte van het eerdere voorstel maakt dit behoud mogelijk.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het project werd op de Kwaliteitskamer van 4 juni 2021 gunstig geadviseerd. Conform het advies wordt de gevel voorzien in baksteen, wat aansluit bij het karakter en de architectuurtraditie op Linkeroever.

De woningen en het appartementsgebouw zijn toegankelijk via de Fromentinstraat. De pandsgewijze opbouw van de eengezinswoningen wordt in de gevel leesbaar gemaakt door verticaal ingewerkte regenwaterafvoeren, als vrije interpretatie op de arrière-corps. De gedifferentieerde uitwerking van borstweringen van de dakterrassen bij de eengezinswoningen versterkt deze geleding.

Op advies van de Kwaliteitskamer werden de scheidingsmuren tussen de terrassen van de woningen aan de achterzijde van de woningen opgemetst op de diepte van de luifels. Dit advies werd eveneens verwerkt.

De aanvraag is visueel-vormelijk verenigbaar met de omgeving.

 

Woningtypologie

Het project voorziet in 10 wooneenheden, waarvan 3 eengezinswoningen aan de Fromentinstraat van 135 m² en 1 eengezinswoning met praktijkruimte van 190m² netto vloeroppervlakte. In het kopvolume aan de Thonetlaan worden 6 appartementen ingericht. De gemiddelde netto appartementsoppervlakte bedraagt 83m². Het project voorziet daarmee in een gevarieerd woonaanbod wat een divers publiek aantrekt. De netto vloeroppervlaktes van alle wooneenheden zijn voldoende ruim om te voorzien in een optimaal wooncomfort.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De platte daken van de eengezinswoningen in het project worden geactiveerd tot dakterrassen wat het gebruiksgenot van de wooneenheden verhoogt. De dakterrassen zorgen voor extra buitenruimte bovenop de stadstuinen. Deze woningen voldoen aan de stijgende vraag naar woningen met meer (verschillende) buitenruimten.

 

Het volume van de groepswoningbouw is een halve meter minder diep dan in het eerdere voorstel. Hierdoor wordt een diepere tuinzone gerealiseerd die het gebruiksgenot van de tuinen verhoogt en die meer afstand houdt van het aanpalende perceel langs de Thonetlaan. Ook het kruiwagenpad uit het eerdere voorstel wordt gesupprimeerd ten voordele van het gebruiksgenot van de tuinen. Hiermee komt de aanvraag tegemoet aan een opmerking van de Deputatie op het eerdere voorstel.

 

De toegangen tot het appartementsgebouw en de eengezinswoningen bevinden zich in de Fromentinstraat. De toegang tot de ondergrondse parkeergarage gebeurt via de Thonetlaan. Hierdoor wordt het auto- en voetgangersverkeer van en naar het project maximaal gescheiden. De toegang tot de ondergrondse garage onder het toekomstige project op de site van het Cultureel Centrum ter Schelde gebeurt via de zuidelijke zijde (Victor Hugostraat). Op die manier wordt de Fromentinstraat optimaal gevrijwaard van autoverkeer. Dit is ook belangrijk gezien het noodzakelijke, veilige en beschutte klimaat dat verzekerd moet worden voor de ontsluiting van het Katrinahof, waar dagelijks kwetsbare en minder mobiele personen afgezet en opgehaald worden.

De inrit tot de ondergrondse parkeergarage sluit aan op de garage van de aangrenzende halfopen bebouwing. De wachtgevel van de linkeraanpalende woning langs de Thonetlaan wordt afgebouwd met een luifelconstructie op slanke kolommen die zorgt voor leesbaarheid en beschutting van de ondergrondse toegang. De inrit blijft beperkt tot het profiel van de wachtgevel van de linkeraanpalende woning langs de Thonetlaan waardoor eventuele hinder beperkt en aanvaardbaar blijft.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. In de voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen dat de aanvraag aan deze afwijkingen moet voldoen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

De aanvraag betreft de nieuwbouw van 4 eengezinswoningen en een meergezinswoning met 6 appartementen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 15 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de oppervlakte van de woningen:

-          6 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,35 = 8,1

-          4 appartementen/woningen > 90m² met parkeernorm 1,55 = 6,2

-          80m² kantoor met parkeernorm 1,55/100m² = 1,24

De werkelijke parkeerbehoefte is 15 (8,1 + 6,2 + 1 = 15,3).

 

De plannen voorzien in 15 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 15.

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

De parking wordt ontsloten via Thonetlaan.

De inrit is te smal om auto’s te laten kruisen.

Er wordt een verkeerslicht voorzien zodat niet tegelijk in- en uitgereden kan worden.

 

Fietsvoorzieningen

Voor de appartementen en woningen moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden.

-          1 appartement met 1 slaapkamer : 1 x 2 = 2

-          6 appartementen met 2 slaapkamers : 6 x 3 = 18

-          3 woningen met 3 slaapkamers : 3 x 4 = 12

-          80m² kantoor : 80m² x 1,25/100m² = 1

In totaal moeten 33 fietsenstallingen voorzien worden.

 

Er wordt een fietsenstalling ingericht in de ondergrondse parking voor 35 fietsen.

De inrit valt samen met de inrit van de auto’s, via een trap in het midden van de helling.

Het verkeerslicht moet ook werken bij fietsers, zodat de fietsers niet in conflict kunnen komen met auto’s.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De voorwaarden uit het advies van Fluvius moeten strikt opgevolgd worden.

3. De gang naar de ondergrondse private bergingen moet minimaal 1m50 breed zijn.

4. Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.

5. Het gebruik van het dak van het appartementsgebouw als buitenruimte is niet toegelaten.

6. Het groenscherm op de perceelsgrens met de aanpalende woning moet minstens 1,80 meter hoog en maximaal 2,60 meter.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

8. De voorwaarden uit het advies van Aquafin moeten strikt opgevolgd worden.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

25 april 2023

Start openbaar onderzoek

5 mei 2023

Einde openbaar onderzoek

3 juni 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

8 augustus 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

6 november 2023

Verslag GOA

3 augustus 2023

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

5 mei 2023

3 juni 2023

0

0

0

31

 

Bespreking van de bezwaren

  1. De aanvraag heeft geen verantwoord ruimtegebruik en bouwdichtheid, is niet in harmonie met het referentiebeeld en is bijgevolg strijdig met artikel 6 van de bouwcode: Het bezwaar dat de vermindering van één wooneenheid ten opzichte van het eerdere project en het voorzien in een beperkte bouwvrije strook niet volstaat om tot een vergunbaar project te komen. Het project overschrijdt nog steeds de draagkracht van het perceel en is strijdig met artikel 6 van de bouwcode. In de tuinzone van de woningen langs de Thonetlaan wordt bebouwing opgericht en de gangbare bouwdiepte van de woningen langs de Thonetlaan wordt overschreden. De bouwlijn van 3,5 meter is niet kenmerkend voor de omgeving. Het merendeel van de woningen langs de Thonetlaan en de grotere volumes van de school en Katrinahof staan op 5 meter achter de rooilijn ingeplant;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag voorziet een verdichtingsproject op de hoek van de Thonetlaan en de Fromentinstraat. De bestaande ruime en vrijstaande eengezinswoning wordt gesloopt en vervangen door een woonproject bestaande uit een meergezinsgebouw op de hoek van de Thonetlaan en Fromentinstraat met 6 appartementen en 4 eengezinswoningen langs de Fromentinstraat. Met dit verdichtingsproject zet de aanvraag in op de doelstellingen van artikel 4.3.1 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) inzake ruimtelijke rendement. Dit artikel stelt dat meer activiteiten op eenzelfde oppervlakte kunnen georganiseerd worden indien de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en dit op de best gelegen plaatsen.

De projectsite is omwille van zijn ligging geschikt om het ruimtelijke rendement te verhogen. Het project situeert zich in het midden van het noordoostelijke bebouwingsfragment van Linkeroever, afgebakend door de Thonetlaan, de Charles de Costerlaan en de Gloriantlaan. De gebouwtypologieën van dit bebouwingsfragment zijn erg divers en kennen een functionele verweving. Villa’s, rijwoningen, appartementsgebouwen en woontorens worden afgewisseld door niet-woongebouwen zoals scholen, vrije beroepen, gemeenschapsfuncties en commerciële functies. In de plint van woongebouwen zijn eveneens niet-woonfuncties te vinden. De wijk is heterogeen. Het is een caleidoscopisch gebied opgebouwd uit fragmenten van verschillende perioden en hun kenmerkende gebouwtypologieën. Het naast en door elkaar voorkomen van uiteenlopende perioden, stijlen en patronen levert een visuele rijkdom en levendigheid op die meer homogene wijken missen, wat meteen de sterkte is van deze buurt.

Het perceel zelf situeert zich tegenover het Katrinahof, kijkt uit over de jachthaven en vormt de aanzet van de nieuwe ontwikkeling die wordt gepland op de site van het Cultureel Centrum ter Schelde. Deze ontwikkeling zal bestaan uit een gemengde ontwikkeling van een meergezinsgebouw, grondgebonden woningen, een groepswoning voor begeleid wonen en een dagcentrum (OMV_2020112698). Naast de sterk gemengde omgeving en de uitzonderlijke relatie met de jachthaven vormt ook de specifieke ligging van het perceel in het bouwblok aanleiding om de ontwikkelingspotenties van het perceel met de bestaande villa te herdenken. Als kopperceel van een bouwblok is het vaak voorkomend dat deze worden ingevuld met een robuuster gebouw, terwijl de langse zijden van het bouwblok bestaan uit kleinschaligere en/of vrijstaande woningen. De omgevingsambtenaar is van mening dat de inplanting en volumetrie vanuit bovenstaande argumentatie verenigbaar kan gevonden worden met artikel 6 van de bouwcode.

 

  1. De aanvraag is niet in harmonie met het referentiebeeld en is bijgevolg strijdig met artikel 6 van de bouwcode: Het bezwaar dat het project niet in harmonie is met het kleinschalig referentiebeeld van de omgeving qua vormgeving (plat dak, 3 verdiepingen) en materiaalgebruik (grijze baksteen, grote glaspartijen). Het karakter van de wijk wordt teniet gedaan. 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De bezwaarindiener alludeert op de reeks eengezinswoningen ten zuiden van het project. De bebouwingskorrel van het bebouwingsfragment afgebakend door de Thonetlaan, de Charles de Costerlaan en de Gloriantlaan is echter veel diverser waardoor er geen eenduidig referentiebeeld is. Ten noorden en ten westen van het project bevinden zich andere bebouwingstypologieën. Zoals reeds in een eerdere beoordeling van een bezwaar beschreven wordt, vraagt het perceel om een vorm van frontaliteit waardoor er geen kopie noodzakelijk is van de eengezinswoningen ten zuiden van het project.

 

 

  1. De aanvraag schendt artikel 30 van de bouwcode: Het bezwaar dat er geen autoparkeerplaats op de openbare ruimte kan afgewenteld worden. Een praktijkruimte heeft bovendien een hogere parkeerbehoefte dan berekend in de beschrijvende nota en de parkeerplaatsen zijn te klein. Het project veroorzaakt een verkeersdrukte die ingaat tegen de heraanleg van het project Scheldeboorden Linkeroever;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst mobiliteit. Uit haar advies blijkt dat alle parkeerplaatsen als nuttige parkeerplaatsen kunnen beschouwd worden en dat de aanvraag een behoefte genereert van 15 plaatsen. De aanvraag voorziet bijgevolg in haar eigen parkeerbehoefte. De heraanleg van de Scheldeboorden gaat een verdichting van het woongebied Linkeroever niet tegen. De huidige verkeersstromen blijven mogelijk en de vekeersgeneratie van het project is beperkt.

 

  1. De aanvraag is een schending van artikel 13 van de Seveso III-richtlijn: De Seveso III-richtlijn stelt dat er voldoende afstand dient gehouden te worden tussen Seveso-inrichtingen enerzijds en aandachtgebieden (= woongebied) anderzijds. Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft valt binnen de consultatiezone van 5 Seveso-bedrijven. De bezwaarindiener verwijst naar het advies van de Team Externe Veiligheid naar aanleiding van de opmaak van het RUP Sint-Anneke Plage. Hierin werd gesteld dat, mits het in acht nemen van de beperkingen van de populatie, het RUP verzoenbaar is met de aanwezigheid van de Seveso-inrichtingen. Om te kunnen inschatten hoeveel mensen in de omgeving aanwezig zijn en met welke frequentie werd een populatiematrix opgemaakt. De bezwaarindiener stelt dat deze populatiematrix volstrekt arbitrair werd opgemaakt en dat er zeer laag weerhouden aantallen werden gehanteerd die zeer dicht liggen bij de absoluut te hanteren bovengrenzen. Wat de bezwaarindiener hiermee wil aantonen is dat er geen marge is voor verdere populatieuitbreiding. Het vergunnen van de aanvraag zou een schending van artikel 13 van de Seveso-III richtlijn impliceren;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning moet niet getoetst worden aan de Seveso III-richtlijn.

 

  1. Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid: Het bezwaar dat de aanpassingen aan het project niet tegemoet komen aan de overschrijding van de draagkracht van het perceel. De vermindering met één wooneenheid is onvoldoende om het project plots wel in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening. De aanpassingen aan de inplanting van het project op het perceel zijn beperkt. De aanvraag blijft bijgevolg strijdig met de goede ruimtelijke ordening;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Voor de beoordeling wordt verwezen naar de beoordeling van bezwaarschrift 1.

 

  1. Privacy en visuele hinder: Het bezwaar dat de aanvraag buitensporige privacy- en visuele hinder zal creëren Momenteel wordt het perceel van de aanvraag gescheiden van het aanpalende door hoge bomen en struiken die een mooi zicht geven en de nodige privacy scheppen. Dit zicht zal verdwijnen. Het is onduidelijk uit de aanvraag hoe hoog het groenscherm is dat voorzien wordt. Er wordt dus geen zekerheid geboden of dit groenscherm de privacy en visuele hinder zal opvangen. Er worden hoogstammige bomen geplant. Hoogstammige bomen verhinderen het gebruiksgenot van de kleine tuinen waardoor de kans reëel wordt dat de bomen vaak gesnoeid worden en er sprake is van inkijk in de tuinen in de omgeving;

Beoordeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond. Wonen in een stedelijke agglomeratie veronderstelt een zekere mate van verdraagzaamheid ten opzichte van aanpalende eigenaars. De helft van de populieren (eerder ter hoogte van de achtertuinzijde), blijven behouden. De populieren die gerooid worden, worden vervangen door nieuwe hoogstammen. De veronderstelling dat de bomen te vaak zullen gesnoeid worden is hypothetisch en kan niet mee in afweging genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het is een terechte vaststelling dat de hoogte van het groenscherm op de perceelsgrens nergens vermeld wordt. Er kan verondersteld worden dat dit groenscherm minstens 1,80 meter hoog zal zijn om voldoende privacy te behouden in de onderlinge tuinen, met een maximale hoogte van 2,60 meter (cf. bouwcode, art. 19). Om dit te onderstrepen kan dit als voorwaarde de vergunning worden gekoppeld.

 

  1. Het verdwijnen van groen: Het bezwaar dat het beleid van de stad om bestaand groen zoveel mogelijk te behouden en niet te verminderen in dit project niet gevolgd wordt. In tijden van klimaatopwarming is dit ongehoord. Het is het zoveelste stukje groen dat verdwijnt op Linkeroever;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bestaande groen wordt zoveel mogelijk behouden en er worden nieuwe groenelementen voorzien. Het project uit de omgevingsvergunningsaanvraag besteedt hier extra aandacht aan ten opzichte van het eerdere project. Voor de nieuwe groenelementen zal streekeigen groen gebruikt worden.

 

  1. Oneigenlijk gebruik van het dak van het appartementsgebouw: Het bezwaar dat het onduidelijk is of het dak kan gebruikt worden door de bewoners. De aanduiding van een glazen balustrade op het dak, gecombineerd met groendaken en een toegangstrap suggereren een gebruik van het dak. Dit veroorzaakt inkijkmogelijkheden en moet uitgesloten worden;

Beoordeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond. De balustrade is echter ook noodzakelijk als valbeveiliging bij onderhoud van het groendak en de technische installaties op het dak. Er moet in de voorwaarden bij de vergunning worden opgenomen dat het gebruik van het dak van het appartementsgebouw als buitenruimte niet toegelaten is.

 

  1. Mobiliteitshinder: Het bezwaar dat de Thonetlaan reeds onder druk staat door het orthopedagogisch centrum Katrinahof en de vrije basisschool Sint-Anna Goethe. Het project met tien wooneenheden en een praktijkruimte zal leiden tot een toename aan verkeershinder. De praktijkruimte is overigens niet bereikbaar via de Thonetlaan. Het is onduidelijk welke mobiliteitsimpact dit zal creëren. De Fromentinstraat is immers al een druk gebruikte straat wegens de aanwezige zorginstelling. De steile helling naar de parkeergarage leidt ertoe dat er geen correcte inschatting kan gemaakt worden om het voetpad te kruisen. Dit heeft een ernstige impact op de plaatselijke verkeersveiligheid, onder meer voor de vele kinderen;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het project veroorzaakt geen noemenswaardige verkeerstoename. De toegang tot de ondergrondse garage wordt aan de Thonetlaan gelegd om de zorginstelling in de Fromentinstraat te ontlasten. Verkeer dat naar de praktijkruimte komt, zal verwaarloosbaar zijn ten opzichte van het verkeer voor de zorginstelling of het Cultureel Centrum ter Schelde. De helling naar de parkeergarage bedraagt ter hoogte van de rooilijn slechts 4%. De wagens staan hier volledig in open lucht en hebben volledig zicht op het voetpad en de rijweg van de Thonetlaan. De verkeersveiligheid komt niet in het gedrang.

 

  1. Winstbejag: Het bezwaar dat winstbejag primeert op een vooruitstrevende en kwalitatieve buurtontwikkeling;

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar dat het project winstbejag beoogt is niet van stedenbouwkundige aard. Het standpunt van de gemeentelijk omgevingsambtenaar over het al dan niet overschrijden van de draagkracht van het perceel wordt reeds geformuleerd bij de weerlegging in het 1ste bezwaar. Conclusie is dat de draagkracht niet wordt overschreden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De voorwaarden uit het advies van Fluvius moeten strikt opgevolgd worden.

3. De gang naar de ondergrondse private bergingen moet minimaal 1m50 breed zijn.

4. Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.

5. Het gebruik van het dak van het appartementsgebouw als buitenruimte is niet toegelaten.

6. Het groenscherm op de perceelsgrens met de aanpalende woning moet minstens 1,80 meter hoog en maximaal 2,60 meter.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

8. De voorwaarden uit het advies van Aquafin moeten strikt opgevolgd worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.