Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023064583 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Hans de Baat met als adres Griendweg 80 te 4209 DB Schelluinen (Nederland) |
Ligging van het project: | Havenmarkt 7 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 18 sectie F nr. 27B |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van dakvlakvensters in de dakhelling van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/04/2023: gedeeltelijke vergunning (OMV_2022164803) voor het verbouwen van een eengezinswoning en het bouwen van een fietsenstalling achteraan het perceel;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/100422;
- 15/04/1981: beschermd stads-of dorpsgezicht: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/5095;
- 07/05/1997: vergunning (1996444) voor het uitvoeren van uitbreidingswerken.
Vergunde en bestaande toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- functie en bouwvolume: ongewijzigd;
- gevelafwerking: 3 dakvlakvensters aan de straatzijde van het zadeldak.
Inhoud van de aanvraag
- aanbrengen van 3 dakvlakvensters aan de straatzijde.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 5 juni 2023 | 30 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 5 juni 2023 | 30 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het aanbrengen van dakvlakvensters in het zadeldak van een eengezinswoning. De bestaande woonfunctie wordt hierdoor niet aangepast.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De werken gebeuren binnen het bestaande, vergunde volume en hebben als dusdanig geen invloed op de schaal van de woning.
Cultuurhistorische aspecten
Gelet op de ligging van het pand in het ‘stads- of dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdenhaven’ wordt de aanvraag ter advies voorgelegd aan zowel de stadsdienst Monumentenzorg als het Agentschap onroerend erfgoed.
Het plaatsen van dakvlakvensters maakte reeds deel uit van een voorgaande vergunning voor verbouwingswerken aan de woning (OMV_2022164803 van 28/04/2023). Omwille van de ligging van het pand in beschermd stadszicht 'Lillo-fort met veer en getijdenhaven' werd in dit voorgaande dossier ook advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Ten gevolge van een negatief advies van het Agentschap werd in het voorgaande dossier het plaatsen van de dakvlakvensters uitgesloten van vergunning. Het Agentschap stelde terecht dat het aanzicht van het ontworpen dakvlak door de toevoeging van de gevraagde dakvlakvensters erg onrustig was.
Deze aanvraag betreft een nieuw ontwerp van het voorste dakvlak, waarin drie kleine dakvlakvensters voorzien zijn. Omwille van het centraal gelegen houten spant is het niet mogelijk om met de onderstaande ramen uit te lijnen.
Het voorwaardelijk gunstig advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg luidt als volgt:
“De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform artikel 5 §2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Het project werd voorbesproken.
Het pand is gelegen in beschermd stadgezicht Lillo-fort met veer en getijdenhavan en opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het betreft een dubbelhuis dat herbouwd in in 1948, met een zonnewijzer tegen de gevel uit 1838. Vroeger deed de gelijkvloerse verdieping dienst als antiekwinkeltje.
Tegen de achtergevel werd een veranda geplaatst. De achtergevel werd bepleisterd. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk is nog aanwezig, weliswaar ingevuld met dubbele beglazing en pvc kleinhouten.
Men wenst het pand aan te passen aan de hedendaagse normen met respect voor de erfgoedwaarde van het pand.
De zonnewijzer zal gerestaureerd worden.
Het dossier bevat geen detailtekingen van het nieuwe buitenschrijnwerk. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden om detailtekeningen te bezorgen aan de betrokken diensten voor verder advies.
Er zal ook advies gevraagd worden aan het agentschap Onroerend Erfgoed. Gelet op de ligging in beschermd stadsgezicht moet hun advies strikt worden nageleefd wat als voorwaarde zal opgelegd worden.
Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.”
De voorwaarden uit dit advies dienen opgevolgd te worden.
Het advies van het Agentschap onroerend erfgoed is gedeeltelijk gunstig en gedeeltelijk ongunstig. Voor wat betreft de dakvlakvensters luidt het advies als volgt:
“In de bestaande situatie zijn de dakvlakvensters aan de voorzijde klein en gealigneerd. In de toekomstige situatie zijn het er meer, zijn ze groter en schuiven ze gezien vanuit de vensterassen steeds een stuk op. Bijgevolg wordt het aanzicht scheef getrokken. Het beeld naar erfgoedwaarden wordt verstoord. We adviseren om aan de voorzijde twee in plaats van drie dakvlakramen, in kleiner formaat toe te passen. Voor de positionering dient rekening gehouden te worden met de vensterassen in de voorgevel. Het aanzicht van gevel en dak dient leidend te zijn, niet de nieuwe indeling van de zolder.”
Het advies wordt integraal aan de beslissing toegevoegd en dient strikt nageleefd te worden.
Visueel-vormelijke elementen – gebruiksgenot
De te plaatsen dakvlakvensters worden voorzien aan de straatzijde van het zadeldak. In totaal worden drie dakvlakvensters geplaatst met als doel het verlichten en verluchten van de onderliggende ruimtes, een slaapkamer, badkamer en toilet.
Vanuit dit oogpunt kunnen de dakvlakvensters toegestaan worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 mei 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 5 juni 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 4 augustus 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 2 november 2023 |
Verslag GOA | 3 augustus 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.