Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023028350 |
Gegevens van de aanvrager: | BV CRU INVEST met als adres koniging elisabethlei 14 te 2600 antwerpen (belgie) |
Ligging van het project: | Dennenlaan 57 te 2610 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 88Z3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een achterbouw en voorzien van uitkragende terrassen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- in overeenstemming met laatst vergunde toestand afgezien van:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van (interne) constructieve werken.
- wijzigen van de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 10 mei 2023 | 9 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 10 mei 2023 | 11 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 10 mei 2023 | 10 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 10 mei 2023 | 1 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 27, 40 en 43 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden afgeweken van artikels 40 en 43. Een beperkte afwijking op artikel 27 kan toegestaan worden. Dit wordt verder gemotiveerd onder de rubriek ‘Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen’.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Aangezien er geen plannen in het Stadsarchief werden teruggevonden, werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Vermoeden van vergunning. Zij deden onderzoek om na te gaan of het aantal woningen, het volume en de verharding in de voortuin zoals in de bestaande toestand opgetekend, onder het vermoeden van vergunning vallen. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Op basis van kadaster, foto's uit het dossier en woonkaarten: Gunstig voor 4 woningen en gunstig voor bestaande volumes, inclusief aanbouw rechts achteraan. Op de luchtfoto van 1979 - 1990 is te zien dat de voortuin toen nog groen was ingericht. De aanvrager bewijst niet dat deze verharding aanwezig was van voor de eerste inwerkingtreding van het gewestplan. Ongunstig voor verharding in de voortuin.”
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt het uitbreiden van een appartementsgebouw. Het appartementsgebouw bestaat uit 4 appartementen die allen beperkt worden uitgebreid achteraan. Op de verdiepingen worden de bestaande kleine terrassen toegevoegd aan het binnen-volume. Op het gelijkvloers wordt een gelijkaardige volume-uitbreiding gerealiseerd. Vervolgens worden er op de verdiepingen nieuwe ruimere uitkragende terrassen voorzien. Deze uitbreiding sluit aan bij de hoger opgaande scheidingsmuur van het linkerbuurpand en is hiermee inpasbaar in de bebouwde omgeving. De terrassen veroorzaken geen hinder naar de omgeving en verbeteren de woonkwaliteit van de bestaande appartementen. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Omwille van de interne herinrichting van de appartementen, waarbij de leefruimtes naar de achterzijde worden gebracht, worden de ramen in de voorgevel verkleind.
De gevelmaterialen blijven behouden. De visueel vormelijke elementen zijn blijvend inpasbaar in het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt opgemerkt dat de voortuin, strijdig met artikel 27 van de bouwcode, volledig verhard is en dat er in de voortuin een fietsenberging wordt voorzien. Volgens de bouwcode dienen voortuinen echter vrij te zijn van constructies en zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. Artikel 27 stelt ook dat voortuinen vrij moeten zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen en dat er enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zoals paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter en opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats aangelegd kunnen worden. Een oprit is in deze aanvraag niet van toepassing aangezien er geen autostalplaats aanwezig is, maar indien men de totale hoeveelheid verharding van een pad naar de voordeur en een pad langs de gevel zou combineren (15,75 m²), is het mogelijk om, mits herschikking, naast het pad naar de voordeur, een beperkte zone van de voortuin te verharden waarop fietsen kunnen gestald worden in combinatie met fietsbeugels waaraan de fietsen vastgelegd kunnen worden. In voorwaarde bij de vergunning zal dan ook worden opgenomen dat de voortuin dient te worden aangeplant met groen in volle grond waarbij maximum 15,75 m2 verharding kan behouden blijven waarmee naast een pad naar de voordeur een niet-overdekte zone voor fietsenstalling met fietsbeugels voorzien kan worden.
Tot slot wordt er opgemerkt dat het rioolstelsel gewijzigd wordt, maar dat dit niet voldoet aan artikel 40 en 43 van de bouwcode. Zo wordt er geen septische put voorzien en wordt het rioolstelsel niet gescheiden aangeboden aan de straat. Dit zal eveneens in voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De voortuin dient groen te worden aangeplant in volle grond waarbij maximum 15,75 m² verharding kan behouden blijven waarmee naast een pad naar de voordeur een niet overdekte zone voor fietsenstalling met fietsbeugels voorzien moet worden.
4. Het rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 40 en 43 van de bouwcode.
5. De overdekte fietsenberging in de voortuin wordt uitgesloten van vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 10 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 oktober 2023 |
Verslag GOA | 15 juni 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De voortuin dient groen te worden aangeplant in volle grond waarbij maximum 15,75 m² verharding kan behouden blijven waarmee naast een pad naar de voordeur een niet overdekte zone voor fietsenstalling met fietsbeugels voorzien moet worden.
4. Het rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 40 en 43 van de bouwcode.
5. De overdekte fietsenberging in de voortuin wordt uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.