Terug
Gepubliceerd op 17/07/2023

2023_CBS_04876 - Omgevingsvergunning - OMV_2023007116. Alfons Schneiderlaan 174. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 14/07/2023 - 09:00 digitaal - contact: Tania Stremersch / bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2023_CBS_04876 - Omgevingsvergunning - OMV_2023007116. Alfons Schneiderlaan 174. District Deurne - Weigering 2023_CBS_04876 - Omgevingsvergunning - OMV_2023007116. Alfons Schneiderlaan 174. District Deurne - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023007116

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Emanuela Ion met als adres Tweegezusterslaan 90 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Alfons Schneiderlaan 174 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 502A32

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 5 naar 6, voorzien van een bijkomende detailhandelsfunctie, wijzigen van de voorgevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          27//09/2019: weigering (OMV_2019088888) voor de regularisatie van het gelijkvloers van winkel en appartement naar winkel en twee studio’s;

-          17/04/2018: proces-verbaal (11002_2018_6392) voor het vermeerderen van het aantal woongelegenheden zonder omgevingsvergunning;

-          01/01/1951: vergunning (626#13244) voor het bouwen van een winkelhuis.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • wonen met 5 woongelegenheden (meergezinswoning);
  • één tweeslaapkamerappartement op de gelijkvloers verdieping met nevenfunctie;
  • twee tweeslaapkamerappartementen op de eerste en tweede verdieping;
  • inpandige autostalplaats;

-          bouwvolume:

  • hoekpand van drie bouwlagen met een plat dak;
  • twee inpandige terrassen;
  • open ruimte van 10 m² (koer).

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen en witte hardsteen tussen de ramen met houten schrijnwerk;
  • houten winkelraam met rolluiken en zonnetenten.

-          inrichting:

  • voortuinzone afgesloten door een tuinmuur.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • wonen met 6 woongelegenheden (meergezinswoning);
  • de garage werd omgevormd naar een woongelegenheid;

-          bouwvolume:

  • omvormen van 10 m² buitenruimte naar verblijfsruimte;

-          gevelafwerking:

  • de garagepoort werd vervangen door een toegangsdeur en raamopening;
  • het schrijnwerk  op de gelijkvloerse verdieping (vitrine) werd gewijzigd;
    • gewijzigde indeling en materialisatie;
    • zonneluifel.

-          inrichting:

  • twee autostalplaatsen in de voortuinstrook;
  • fietsstalplaatsen in de voortuinstrook;
  • oprit voor de toegang van de woongelegenheid.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • gemengd gebouw (wonen en detailhandel) met 6 woongelegenheden;
  • twee eenslaapkamerappartementen op de gelijkvloers verdieping en een handelsfunctie;
  • twee tweeslaapkamerappartementen op de eerste en tweede verdieping;
  • inpandige autostalplaats;

-          bouwvolume:

  • hoekpand van drie bouwlagen met een plat dak;
  • omvormen van 10 m² verblijfsruimte naar buitenruimte conform vergunde toestand.

-          gevelafwerking:

  • wit pvc-schrijnwerk op de gelijkvloerse verdieping;
  • twee zonnetenten voor de vitrine openingen;
  • verdiepingen vormen geen onderdeel van de aanvraag.

-          inrichting:

  • 5 mogelijke autostalplaatsen in de voortuinstrook;
  • 8 fietsstalplaatsen in de voortuinstrook;
  • oprit voor de toegang van de woongelegenheid.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 5 naar 6;

-          de nevenfunctie wordt een losgekoppelde detailhandelsfunctie;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          openwerken van de koer conform vergunde toestand;

-          doorvoeren van interne constructieve werken; 

-          inrichtingswerken van de voortuin.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

25 april 2023

16 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

25 april 2023

4 mei 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

25 april 2023

10 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

25 april 2023

5 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien de bijkomende wooneenheid over een afzonderlijke toegang beschikt.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    Het toevoegen van één extra woongelegenheid en een afzonderlijke detailhandelsfunctie en het supprimeren van een inpandige garage op de gelijkvloerse verdieping overschrijdt de draagkracht van het gebouw en zijn omgeving; De voorgevel werd gewijzigd daar waar de inpandige garage werd omgevormd naar een verblijfsruimte. De gevelafwerking is niet in harmonie met de omgeving en het gebouw;
  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    De voortuin wordt slechts over een beperkte breedte voorzien van een afsluiting.
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    Een meergezinswoning met meer dan 4 woongelegenheden, namelijk 6, dient een gemeenschappelijke afvalberging te hebben, van minstens 4 m² en voorzien van verluchting. In het ontwerp is geen afvalberging voorzien.
    Functies anders dan wonen, detailhandel in dit geval,  dienen een aparte afvalberging te hebben van minstens 4 m² en voorzien van verluchting. Beide afvalbergingen, afzonderlijk te voorzien, zijn niet ingetekend op de plannen;
  • artikel 27 Open ruimte:
    In het ontwerp wordt meer verharding voorzien dan toegestaan;
    verhardingen in de voortuin zijn beperkt tot enkel de noodzakelijke toegangen. De voortuinzone wordt in grote mate voorzien voor het stallen van auto’s en fietsen;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    Er is geen inpandige fietsenstalling voor de bijkomende wooneenheid en door het verdwijnen van de garage is de mogelijkheid om fietsen te stallen verdwenen;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    De bestaande garage wordt gesupprimeerd en er wordt geen autostalplaats voorzien voor de bijkomende wooneenheid;
  • artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit: Publiciteit te bekomen via een afzonderlijke omgevingsvergunningsaanvraag.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Alfons Schneiderlaan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft de regularisatie van een extra woonentiteit op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw. Het betreft een hoekgebouw bestaande uit 3 bouwlagen en een plat dak. Inzake volumetrie zijn de aanpassingen beperkt tot het opnieuw openmaken van de achteraan gelegen buitenruimte. Betreffende wijziging heeft weinig tot geen impact op de omliggende bebouwing en zorgt daarentegen enkel voor een verhoging van de kwaliteit van de aanpalende leefruimtes. Het advies inzake bouwvolume is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

In het ontwerp wordt meer verharding voorzien dan toegestaan volgens de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode. Verhardingen in de voortuin moeten beperkt worden tot toegangspaden naar de voordeur van maximaal 1,50 meter breed. Aangezien de garage gesupprimeerd werd, is een oprit niet meer toegelaten. De rest van de voortuin moet groen en onverhard ingericht worden. De voortuinzone wordt in de huidige toestand in grote mate voorzien voor het stallen van auto’s en fietsen, wat niet aanvaardbaar is. Daarnaast wordt de voortuin slechts over een beperkte breedte voorzien van een afsluiting, wat niet in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode. Indien er een vergunning wordt verleend, dient de aanpassing aan de voortuin en het voorzien van een voortuinafsluiting opgenomen te worden in de voorwaarden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag beperkt zich tot het gelijkvloers van het gebouw, de bovenliggende verdiepingen behoren niet tot de aanvraag en worden bijgevolg niet beoordeeld.

De gelijkvloerse gevel blijft grotendeels zoals in de vergunde toestand: deels in rode gevelsteen en deels in blauwe hardsteen ter hoogte van het winkelpand. Hier werd het schrijnwerk vervangen.

 

In functie van de nieuwe woongelegenheid werd de garagepoort vervangen door een schrijnwerkgeheel met natuurstenen kader en plint. Aan het raam werd een rolluik voorzien. Deze nieuwe gevelindeling en -afwerking is niet in harmonie met de vormgeving van het gebouw.

 

De publiciteitsvoorzieningen werden niet opgenomen in de aanvraag. Deze maken dan ook geen deel uit van de beoordeling, en moeten via een aparte omgevingsaanvraag aangevraagd worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De originele bouwplannen uit 1950 tonen één woongelegenheid met winkel op het gelijkvloers. Sinds 1987 is er een extra inschrijving op dit adres en dus de vermoedelijke verbouwing tot twee wooneenheden. Hiertoe werd de bestaande garage gesupprimeerd en omgebouwd tot keuken en slaapkamer. Later werden ook de bestaande koertjes toegemaakt, deze worden in de huidige aanvraag terug opengemaakt en voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in functie van het voorzien van voldoende licht/lucht voor de aanpalende verblijfsruimten.

 

Het toevoegen van een extra woongelegenheid en het afsplitsen van de detailhandelfunctie in combinatie met het supprimeren van de inpandige garage overschrijdt de draagkracht van het gebouw en zijn omgeving. De stallingsmogelijkheid voor een auto verdwijnt terwijl de parkeerbehoefte stijgt. Er wordt geen bijkomende fietsenstalling voorzien. De woonkwaliteit van de beide woonunits op het gelijkvloers is onvoldoende, ook na het opnieuw openmaken van de koertjes. Artikel 24 van de bouwcode legt immers niet alleen op dat er voldoende openingen moeten zijn voor lichtinval en luchttoevoer, maar ook dat uitzicht belangrijk is voor de woonkwaliteit van elke verblijfsruimte. Vanuit de keuken / eetruimte van unit 1 en de slaapkamer van unit 2 is geen uitzicht naar buiten mogelijk. Bovendien is er geen sprake van een open plan in unit 1, maar is de studio opgedeeld in twee kleine, aparte kamers, wat de ruimtelijkheid zeker niet ten goede komt.  Ook unit 2 heeft een indeling met aparte kamers, maar heeft niet voldoende oppervlakte voor een kwaliteitsvol éénslaapkamerappartement.

 

Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 1 grote woongelegenheid met een winkel als nevenfunctie naar 2 kleinere woonentiteiten en een aparte winkel de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt.

Omwille van bovenstaande redenen moet de omgevingsvergunning dan ook geweigerd worden.

 

Het project is niet in overeenstemming met artikel 26 van de bouwcode, dat bepaalt dat meergezinsgebouwen of gemengde gebouwen met minimaal 4 woningen een gemeenschappelijke afvalberging dienen te hebben. Deze afvalberging zou eventueel in de kelder georganiseerd kunnen worden, maar dit wordt niet vermeld op de plannen.

 

Daarnaast wordt opgemerkt dat de badkamer van unit 1 enkel bereikbaar is via de open koer. De opening tussen de inkom en het sas wordt immers volgens de plannen dichtgemaakt. Dit is niet aanvaardbaar, maar kan eenvoudig opgelost worden door een opening te voorzien tussen de inkom en het sas.

In unit 2 geeft de badkamer met daarin het toilet rechtstreeks uit in de eetkamer. Volgens de wooncode dient er minstens een extra deur tussen een toilet en een leefruimte voorzien te worden, zodat er een sas gecreëerd wordt.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 5 naar 6, voorzien van een bijkomende detailhandelsfunctie. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Bij nieuwbouw wordt de parkeerbehoefte altijd volledig berekend. Er komt 1 wooneenheid bij.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden blijven.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Er is geen inpandige fietsenstalling voor de bijkomende wooneenheid. Bovendien is door het verdwijnen van de garage ook de mogelijkheid voor het stallen van fietsen van de andere woning verdwenen. Er moet een inpandige fietsenstalling voorzien worden voor 4 fietsen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

25 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 september 2023

Verslag GOA

3 juli 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.