Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023008216 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV ATLANTIC CERTIFICATES (0816905789) met als contactadres Guimardstraat 18 te 1040 Brussel |
Ligging van het project: | Noorderlaan 147 te 2030 Antwerpen. |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 1698/2C |
waarvan: |
|
- 20230120-0007 | afdeling 7 sectie G nr. 1698/2C (atlantic House) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een kantoorgebouw. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- 12/01/2018: stedenbouwkundige vergunning (20172640) voor het implementeren van een signalisatietotem en steenkorven op de site van Atlantic House, renoveren van een inkom, restaureren van de gevels van het gebouw en verwijderen van een van de twee parkinginritten;
- 8/03/1974: stedenbouwkundige vergunning (1974796) voor bureelgebouw.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit. De milieuvergunning die verleend werd in 2002 is sinds maart 2022 verlopen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een kantoorgebouw.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.6.1. | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 4.000 m³/jaar |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | 548,07 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2,17 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 400,00 liter |
39.1.1° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; | 128,00 liter |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b). | 4.735 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 2 mei 2023 | 1 juni 2023 | Geen advies |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan. Het gebied is bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven zoals omschreven in lid 1 van artikel R1 (Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. ) en voor de bestaande bedrijven of activiteiten die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande bedrijven of activiteiten kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. De handelingen die nodig zijn om een bestaand bedrijf of activiteit te bestendigen zijn toegelaten voor zover zij beperkt zijn tot het behoud binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere verbouwingen of uitbreidingen zijn niet toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier in het oosten eveneens het bestemmingsvoorschrift Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan en, in het noorden en zuiden, Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
In het noordoosten loopt de grens van het afgebakende zeehavengebied. Binnen deze afbakeningslijn loopt in het noordoosten een overdruk met als aanduiding Bouwvrije strook. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Bufferzones en Bestaande hoofdverkeerswegen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Onderhavige aanvraag betreft de exploitatie van een kantoorgebouw Atlantic House, gelegen in de Noorderlaan 147 te Antwerpen. Het gebouw bevat 13 kantoorverdiepingen, een kelder, een gelijkvloers met receptie, bedrijfsrestaurant en toiletten en helemaal bovenaan twee verdiepingen met technische ruimtes voor HVAC, hulpgroepen en technische installaties.
Het voorwerp van de aanvraag betreft een nieuwe inrichting. De milieuvergunning voor exploitatie van het kantoorgebouw die verleend werd in 2002 is sinds maart 2022 verlopen.
De lozing van 4.000 m3 huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen en bedrijfsrestaurant via een nog te plaatsen individuele behandelingsinstallatie wordt aangevraagd. Het huishoudelijke afvalwalwater komt in huidige situatie ongezuiverd terecht in oppervlaktewater via riolering.
Huishoudelijk afvalwater moet conform artikel 4.2.8.1.1. §2 van VLAREM II gezuiverd worden via een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) alvorens het te lozen op oppervlaktewater. Ook in het subadvies van de Haven van Antwerpen-Brugge uitgebracht op 1/06/2023, wordt gewezen op de noodzaak tot het plaatsen van een IBA. De plaatsing van een IBA zal worden opgelegd als een bijzondere milieuvoorwaarde.
Koeling van het kantoorgebouw gebeurt via 3 chillers met een gezamenlijk vermogen van 545,07 kW. Er wordt gesteld dat de koelinstallaties onderworpen worden aan de wettelijk verplichte lekdichtheidstesten met 6-maandelijkse frequentie. Het gebouw bevat naast de koelinstallaties, 2 compressoren van elk 1,5 kW.
Verwarming van het kantoorgebouw gebeurt via 4 gasgestookte CV ketels van elk 980 kW en 1 gasgestookte brander van 815 kW. De verplichte emissiemetingen werden uitgevoerd en het rapport werd toegevoegd aan het dossier, er wordt gesteld dat de installaties voldoen aan de vooropgestelde emissiegrenswaarden.
Er wordt opgemerkt dat de emissiewaarden van de stookinstallaties afgetoetst worden aan de emissiegrenswaarden uit VLAREM II artikel 5.43.2.11 “nieuwe stookinstallatie op aardgas met eerste vergunning op of na 01/01/1996 en voor 01/01/2005 en een vermogen van >= 0,3 - 50 MW, 500 of meer bedrijfsuren per kalenderjaar in werking.” Gezien de eerder afgeleverde milieuvergunning verlopen is, dienen de emissiewaarden getoetst te worden aan de emissiegrenswaarden uit VLAREM II artikel 5.43.2.11 “installaties waarvoor de eerste vergunning tot exploitatie is verleend op of na 19 december 2017 of die op of na 20 december 2018 in dienst zijn genomen”. In de toegevoegde emissiemeetrapporten wordt voor de 5 stookinstallaties een hogere waarde NOx gemeten dan de emissiegrenswaarde. Rekening houdend met de meetonzekerheid wordt conform VLAREM geen overschrijding gemeten. Desalniettemin is het aangewezen de nodige maatregelen te treffen om steeds te kunnen voldoen aan de emissiegrenswaarde. Gezien de hogere NOx-concentratie, wordt een nieuwe emissiemeting opgelegd als bijzondere voorwaarde.
Het dossier bevat een groene voortoets waaruit blijkt dat er geen risico op een betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied verwacht wordt. Bijkomend stelt de exploitant dat er geen invloed te verwachten is op vlak van biodiversiteit.
Gelet op de aard van huidige aanvraag, wordt er verwacht dat de effecten op de natuurwaarden in de omgeving beperkt zullen blijven. Er kan geconcludeerd worden dat het project geen significante negatieve effecten veroorzaakt voor de speciale beschermingszones en voor de natuurwaarden van het VEN ook geen onvermijdbare en onherstelbare schade aangebracht zal worden ter hoogte van het VEN.
Met onderhavige aanvraag wenst men verder een aantal ondersteunde inrichtingen of activiteiten te vergunnen:
- Drie bovengrondse dubbelwandige mazouttanks voor de noodstroomgroep met een totale mazoutopslag van 2,165 ton;
- Een stoomvat van 128 liter;
- Opslagplaats voor 600 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg.
Op het terrein zijn er in totaal 650 parkeerplaatsen voorzien in ondergrondse parking en nabijgelegen parkeergebouw. Tevens is de site vlot bereikbaar via openbaar vervoer en zijn er in de ondergrondse parking een 80 tal fietsstalplaatsen en 10-tal motorstalplaatsen aanwezig.
Er wordt verwacht dat aan de parkeerbehoefte voldaan kan worden van de huurders. Er wordt geoordeeld dat, gezien de bestaande situatie, de ligging en de goede ontsluiting van de locatie, de exploitatie geen significante negatieve impact zal hebben op de mobiliteit in de omgeving. Het risico op hinder voor de mobiliteit wordt tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Ook andere potentiële hinder effecten worden tot een minimum beperkt.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Het project betreft een loutere hernieuwing en er is geen stedenbouwkundig luik van toepassing. Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden nageleefd worden, worden de hinder en de effecten op mens en milieu en de risico’s voor de externe veiligheid als gevolg van het project, tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.6.1. | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 4.000 m³/jaar |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | 548,07 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2,17 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 400,00 liter |
39.1.1° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; | 128,00 liter |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b). | 4.735 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 februari 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 2 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | 11 mei 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 9 juni 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 13 november 2023 |
Verslag GOA | 4 juli 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
11 mei 2023 | 9 juni 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
Brandweervoorwaarden
De standaardbrandweervoorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.6.1. | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 4.000 m³/jaar |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | 548,07 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2,17 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 400,00 liter |
39.1.1° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; | 128,00 liter |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b). | 4.735 kW |
De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur.