Terug
Gepubliceerd op 06/11/2023

2023_CBS_07610 - Omgevingsvergunning - OMV_2023074342. Arthur Goemaerelei 3. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 03/11/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07610 - Omgevingsvergunning - OMV_2023074342. Arthur Goemaerelei 3. District Antwerpen - Weigering 2023_CBS_07610 - Omgevingsvergunning - OMV_2023074342. Arthur Goemaerelei 3. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023074342

Gegevens van de aanvrager:

BV Mannaert Vastgoed met als adres Kapelsesteenweg 292 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Arthur Goemaerelei 3 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1898R5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6438;

-          22/12/1908: toelating (1908#1839) voor twee huizen.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie wonen:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden:

-          1 wooneenheid per bouwlaag, daklaag niet meegerekend;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder mansardedak; 
  • perceel vanaf rooilijn volledig bebouwd;
  • voortuin van 21 m²;

-          gevelafwerking:

  • plint en dorpels natuursteen;
  • gevelmetselwerk wit;
  • buitenschrijnwerk hout wit.

 

Bestaande toestand

-          interne structurele wijzigingen.

Nieuwe toestand

-          functie wonen:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden:

-          1 duplexappartement;

-          2 appartementen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder mansardedak;
  • uitgebreid volume achteraan op de verdiepingen;
  • koer van 6,5 m²;
  • voortuin van 21 m²;
  • dak en achtergevel geïsoleerd;

-          gevelafwerking:

  • plint en dorpels natuursteen;
  • gevelmetselwerk wit;
  • buitenschrijnwerk hout wit;

-          interne structurele wijzigingen.

 

Inhoud van de aanvraag

-          deels slopen van de achterbouw;

-          uitbreiden van het volume;

-          inrichten van terrassen op de eerste, tweede en derde verdieping achteraan;

-          isoleren van het dak en de achtergevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

22 augustus 2023

8 september 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

22 augustus 2023

4 oktober 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed

In CHE-gebied, voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en/of voor gebouwen in beschermde landschappen wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

De interne indeling wordt gewijzigd.

  • Artikel 27 Open ruimte

Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen.

De fietsstalplaatsen in de voortuin wijken af op dit artikel.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren

Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden.

De dakopstanden van het nieuwe volume met traphal en het geïsoleerde dak van het hoofdvolume voldoen niet aan dit minimum.

  • Artikel 40 & 41 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel.

Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.

De hemelwaterafvoer wordt aangesloten op de bestaande riolering.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de Arthur Goemaerelei.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De plannen tonen dat achteraan de gelijkvloerse verdieping een oppervlakte van 6,5 m² wordt opengemaakt. Zo ontstaat er een kleine koer, horende bij de duplex. Deze volume-wijziging is aanvaardbaar.


Verder tonen de plannen dat zowel de achtergevel als het dak volledig worden geïsoleerd. Dit brengt een beperkte volume-uitbreiding met zich mee. Deze uitbreiding is beperkt en heeft een positieve impact op de energiezuinigheid van het gebouw. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar. 

 

Achteraan de eerste verdieping wordt een uitpandig terras voorzien. Achteraan de tweede en derde verdieping wordt een gedeelte van het terras inpandig voorzien en een gedeelte uitpandig. De bestaande woonentiteiten beschikken momenteel niet over een buitenruimte. Echter bevinden de voorgestelde terrassen zich op onvoldoende afstand van de perceelsgrenzen waardoor er bijkomende onaanvaardbare hinder wordt gecreëerd naar de aanpalers. Bijkomend hebben de terrassen weinig kwaliteit aangezien deze zeer smal zijn en zich daarenboven voor een groot deel inpandig bevinden waar de lichttoetreding beperkt is. Bijgevolg dienen al de handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot de terrassen ter hoogte van de eerste, tweede en derde verdieping uitgesloten te worden van een vergunning. Omwille van het ontbreken van kwalitatieve buitenruimtes bij de appartementen en voldoende private bergruimte in de woongelegenheden dient te worden besloten dat de voorgestelde invulling met drie woonentiteiten binnen het gebouw niet voldoende woonkwaliteit biedt en de draagkracht van het gebouw overschrijdt.  

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel in wit gevelmetselwerk met een plint en dorpels in natuursteen en wit houten buitenschrijnwerk blijft behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in de Arthur Goemaerelei waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

 

De voorgestelde materialisatie van de achtergevel in wit pleisterwerk met zwart aluminium schrijnwerk is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar. 

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Het project werd niet voorbesproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg. Er werd tijdens de procedure advies gevraagd aan deze dienst. Dit advies luidt als volgt:

Het betreft een rijwoning in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de heer Sneyers. Het ontwerp van de architecten Arthur Vander Heyden en Laurent Duvivier dateert volgens de bouwaanvraag uit 1908.

De asymmetrische gevelcompositie van de rijwoning legt de nadruk op de bredere zijtravee met een driezijdige erker. Rechthoekige muuropeningen met latei en ontlastingsboog, alterneren met rond- en steekboogvensters. Het meest opvallende onderdeel van de gevelversiering zijn de verweerde mozaïekpanelen met gelauwerde hoofden op de borstwering van de bovenste verdieping. Verder verraden de booglijsten met sluitsteen, de gegroefde lateien en lekdrempels, en het smeedijzer van de balkonleuningen en het voortuinhek, een ingehouden art-nouveau-inslag. Het houten schrijnwerk van de winkelpui, en de deur- en vensteropeningen met kleine roeden in het bovenlicht is grotendeels bewaard.

 

De plattegrond van de rijwoning bood per verdieping ruimte aan twee voorkamers en een keuken of 'cabinet de toilette'. Op basis van de aangeleverde informatie blijkt dat de kamerstructuur in het pand behouden bleef en zijn er op de gelijkvloerse verdieping nog interieurelementen aanwezig (trap, lambrisering in marmer, schouw met schouwmantel, binnenschrijnwerk,…). In de nota wordt omschreven dat deze behouden zullen blijven.

 

Men wenst in het pand 3 woongelegenheden onder te brengen. Op niveau 0 en 1 wordt een duplex voorzien, op niveau 2 en 3 telkens 1 woonunit.

In de cultuurhistorische verantwoordingsnota wordt beschreven welke elementen in het pand behouden blijven. Dit komt op geen enkele manier overeen met de ingediende plannen. We gaan uit van behoud van de kamerstructuur, het binnenschrijnwerk (lambrisering, trap en binnendeuren met behoud van plaats en supraporta), de schouw in de voorste kamer op de gelijkvloerse verdieping en de plafondafwerking met moulures. Achteraan kan een buitenruimte gecreëerd worden.

Met betrekking tot het verhogen van de kroonlijst t.h.v. de voorgevel worden meer details gevraagd. Een afwerking met een deksteen zoals foutief getekend in de bestaande toestand, is niet aanvaardbaar.

 

Het buitenschrijnwerk in de voorgevel blijft behouden, we gaan er dan ook vanuit dat dit correct is. Opgemerkt wordt dat in de dakverdieping schrijnwerk in pvc is geplaatst. We gaan uit van nieuw houten schrijnwerk met correcte profilering wanneer dit schrijnwerk vervangen zou worden.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij bovenstaand advies. Aangezien het behoud van de kamerstructuur en interieurelementen niet als voorwaarden kunnen worden opgelegd, dient de aanvraag geweigerd te worden. Alvorens een nieuwe aanvraag in te dienen wordt aangeraden om contact op te nemen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen tonen dat er in de voortuin een fietsenstalling wordt geplaatst. De aanvraag wijkt hiermee af van artikel 27 van de bouwcode. Hierin wordt opgelegd dat voortuinen vrij zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen. De aanvraag is strijdig met bovenvermeld artikel. Indien er een vergunning wordt verleend, dienen alle handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot de fietsenstalling in de voortuin vervolgens uitgesloten te worden van een vergunning.

 

Omdat er onvoldoende dakopstand voorzien wordt ter hoogte van het geïsoleerde dak (bouwcode, artikel 34) dienen bij een vergunning voorwaarden te worden opgelegd naar de brandweerstand ervan.

 

Artikel 40 en 41 van de bouwcode leggen eisen op betreffende het privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en de aansluiting van deze leidingen op het openbaar rioolstelsel. In voorwaarden van een vergunning dient te worden opgelegd dat het privaat rioolstelsel aangelegd dient te worden conform de bepalingen van artikel 40 en dat de aansluiting hiervan aan de openbare riolering voorzien moet worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de meergezinswoning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een woning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 juni 2023

Volledig en ontvankelijk

22 augustus 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

21 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

19 januari 2024

Verslag GOA

23 oktober 2023

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.