2023_CBS_07606 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120384. Jezusstraat 3-7, 15-15A, Meir 117-127, Cellebroedersstraat zonder nummer (zn), Lange Nieuwstraat 106-124. District Antwerpen - Goedkeuring

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  2:   zone voor wonen - (wo2), artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

Het verzoek ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

In de omgevingsvergunning met referentie OMV_2020147821 werd volgende bijzondere milieuvoorwaarde opgenomen:

“2. Het bemalingswater mag niet geloosd worden op het gemengd of DWA-rioleringsstelsel.”

In voorbereiding op de bemaling werden de lozingsmogelijkheden door de exploitant onderzocht. Conform de best beschikbare technieken bleek het echter niet mogelijk te zijn om deze bijzondere voorwaarde te vervullen. De dichtstbijzijnde RWA-leiding is gelegen aan de Frankrijklei. Hiervoor zou er meer dan 200 meter aan bovengrondse leidingen moeten worden aangelegd op het openbaar domein (via de Meir, de Leysstraat, de Sint-Jacobsmarkt,...). Dit zijn allemaal drukke toegangswegen gelegen in het toeristische hart van de stad Antwerpen.

Aangezien deze bijzondere voorwaarde opgelegd werd door VMM dienst Grondwater, vond er op 27 augustus 2021 een overleg plaats tussen VMM, stad Antwerpen en de exploitant om deze bijzondere voorwaarde te bespreken. VMM ging akkoord om af te zien van deze voorwaarde indien dit technisch niet haalbaar of veilig werd geacht. Een andere piste werd voorgesteld, namelijk een buis doorheen de gemengde riolering trekken naar de hemelwatercollector.

De praktische mogelijkheden van dit alternatief werden besproken op 17 januari 2022 met rioolbeheerder Water-Link, stad Antwerpen en de exploitant. Volgens Water-Link was dit alternatief echter eveneens onhaalbaar. Zij gaven volgend advies: “De locatie is niet ideaal voor dit scenario aangezien deze gelegen is in het drukke winkelcentrum en historisch centrum van Antwerpen. De afvoer zou dan moeten gaan via Lange Nieuwstraat, Jezusstraat, Leystraat, Teniersplaats om tenslotte het bemalingswater te lozen in de Ruien. Een gedeelte van dit traject zou bovengronds moeten verlopen waarbij straten moeten overgestoken worden en grote delen van het voetpad ingenomen. Ook dienen in dit scenario twee putten in de Ruien te blijven openstaan. Dit brengt hinder met zich mee zoals geuroverlast, ratten en mogelijks risico op ongevallen. Water-Link is hier geen voorstander van.”

De exploitant vraagt nu om deze bijzondere voorwaarde uit de vergunning te schrappen. Stad Antwerpen is van mening dat de exploitant voldoende de mogelijkheden onderzocht heeft om aan deze bijzondere voorwaarde te kunnen voldoen. Gezien de locatie in het zeer drukke, toeristische stadscentrum bleek dit echter geen haalbare kaart. Stad Antwerpen is akkoord om deze bijzondere voorwaarde te schrappen uit de vergunning.

Artikel 5.53.6.1.1§2 van Vlarem II stelt:

“Het bemalingswater dat niet terug in de grond gebracht of nuttig hergebruikt kan worden, wordt geloosd in oppervlaktewater, in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of in het gedeelte van de gescheiden riolering dat bestemd is voor de afvoer van hemelwater. Lozing op een openbare riolering is alleen toegestaan als het conform de beste beschikbare technieken niet mogelijk is om zich op een andere manier van dat water te ontdoen. Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning mag niet geloosd worden in de openbare riolering als er zich binnen een afstand van 200 meter van de bemalingspomp een kunstmatige afvoer voor hemelwater of oppervlaktewater bevindt die via openbaar domein bereikbaar is.”

Omwille van dezelfde reden als hierboven aangehaald, vraagt de exploitant een bijstelling op dit artikel van Vlarem II. De dichtstbijzijnde (minder dan 200 meter in vogelvlucht) RWA-leiding is gelegen aan de Frankrijklei. Hiervoor zou er meer dan 200 meter aan bovengrondse leidingen moeten worden aangelegd op het openbaar domein (via de Meir, de Leysstraat, de Sint-Jacobsmarkt, Lange Nieuwstraat,...). Dit zijn allemaal drukke toegangswegen met veel passage en/of tramverkeer. Het risico dat passanten struikelen, fietsers vallen, mindervaliden moeilijk kunnen passeren is erg waarschijnlijk. Ook het ophangen van leidingen is risicovol omdat een bovengronds tracé zou kunnen conflicteren met de geplande heraanleg van de Lange Nieuwstraat. Deze situatie zou ook een belemmering van de passage van de brandweer met zich mee brengen. Het plaatsen van een leiding voor het afvoeren van bemalingswater tussen de werf gelegen aan de Meir, Jezusstraat en Lange Nieuwstraat en een lozingspunt aan de Frankrijklei is technisch niet haalbaar, onder andere omwille van de openbare veiligheid.

Stad Antwerpen is van mening dat de exploitant voldoende de mogelijkheden onderzocht heeft om aan deze sectorale voorwaarde te kunnen voldoen. Gezien de locatie in het zeer drukke, toeristische stadscentrum blijkt dit echter geen haalbare kaart. Stad Antwerpen is akkoord om een bijstelling op deze sectorale voorwaarde te verlenen.

VMM dienst Grondwater geeft volgend advies op voorliggende aanvraag: “VMM gaat akkoord met de schrapping van volgende bijzondere voorwaarde: "Het bemalingswater mag niet geloosd worden op het gemengd of DWA-rioleringsstelsel.” Er wordt voorgesteld deze voorwaarde te vervangen door: "In afwijking op artikel 5.53.6.1.1§2 van Vlarem II mag het bemalingswater geloosd worden op de openbare riolering."”

Ook Water-Link geeft een voorwaardelijk gunstig advies met volgende opmerking: “In de NO-kant van de Cellebroedersstraat bevindt zich een leidingkoker met een beperkte dekking. Deze koker met een diameter van 1,5 m is een obstakel voor de nieuwe rioleringsaansluiting conform de huidige normen. De riool ligt NW dus de koker zal gepasseerd moeten worden om een aansluiting op het rioolstelsel te kunnen maken. Omwille van de diepte en de moeilijkheden die dit zal veroorzaken adviseren we om uit te kijken naar een alternatief tracé voor wat betreft de rioolaansluitingen. Op verzoek van de belanghebbende stuurt Water-Link de kostenraming voor de nieuwe aansluiting of een aanpassing van de bestaande aansluitingen rechtstreeks naar de betrokkenen. Aanvragen dienen te gebeuren via https://water-link.be/producten-en-diensten/aansluitingen.”

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen. 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

2. In afwijking op artikel 5.53.6.1.1§2 van Vlarem II mag het bemalingswater geloosd worden op de openbare riolering.

Gecoördineerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Vóór opstart van de bemaling wordt de startdatum van de bemaling gemeld aan VMM grondwater (grondwater.ant@vmm.be), dienst Milieutoezicht (mi@antwerpen.be), en afdeling Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) van de stad Antwerpen met vermelding van het referentienummer OMV_2020147821. De einddatum van de bemaling wordt op dezelfde manier gemeld.

2. In afwijking op artikel 5.53.6.1.1§2 van Vlarem II mag het bemalingswater geloosd worden op de openbare riolering.

3. De bemaling mag pas opgestart worden nadat het grondwater op de site geanalyseerd werd op minstens de parameters uit het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 01/04/2020) en er aan de geldende normen voor de lozing van bemalingswater kan voldaan worden. De analyseresultaten worden bezorgd aan de afdeling Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) van de stad Antwerpen.

4. De bemaling mag pas opgestart worden nadat in overleg met de bodemsaneringsdeskundigen/dossierhouders van OVAM-dossiers 20419 en 52586 bepaald is of en welke bijkomende preventieve maatregelen nodig zijn om het risico op verspreiding van de verontreiniging te beperken en/of de verspreiding te monitoren.

5. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

o in de eerste week van elke bemalingsfase (overeenkomstig een nieuw bemalingspeil): vijfmaal;

o voor de overige periode: maandelijks.

6. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in peilbuizen ter hoogte van de roltrapput in de rode zone en ter hoogte de roze zone zoals aanbevolen in de nota met referentie “2020 11 26-LJAC_RHON-AGT3143-addendum_november_2020”. De peilputten hebben een filter in de laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:

o voor opstart van de bemaling: eenmaal;

o in de eerste week dat een nieuw bemalingspeil wordt ingesteld: vijfmaal;

o voor de overige periodes: maandelijks.