Op 11/03/2022 heeft het college aan QUBO NV een omgevingsvergunning (projectnummer: OMV_2021172159) verleend voor het oprichten van een meergezinswoning met 14 appartementen. De werken zijn nog niet gestart. De werken moeten ten laatste 11/03/2024 starten om de vergunning niet te laten vervallen.
Op 26/10/2023 ontving de dienst Vergunningen een verzoek van de bouwheer om de uitvoeringstermijn van haar vergunning te verlengen. Ingevolge het sitebesluit m.b.t. “PFAS 3M – Zwijndrecht” werd de conformverklaring voor het grondverzet ingetrokken door Grondbank. De realisatie van het voorziene appartementenproject dient dus noodzakelijkerwijs uitgesteld te worden. De bouwheer vreest dat de werken dus niet gestart kunnen worden voordat zijn vergunning vervalt.
Het decreet van 25/04/2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningendecreet)
Volgens art. 99, §1, 2e lid van het Omgevingsvergunningendecreet moet een verzoek tot verlenging van de termijn voor het starten van de uitvoering van de vergunde werken worden ingediend bij de overheid die de vergunning verleende. De betrokken vergunning werd verleend door het college.
Volgens art. 99, §1, 2e lid van het Omgevingsvergunningendecreet dient de aanvraag tot verlenging, op straffe van verval, ingediend te worden minstens 3 maanden voor het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van 2 jaar. Deze termijn verloopt op 11/12/2023. De aanvraag tot verlenging is dus tijdig ingediend.
Zonder verlenging vervalt de vergunning als de werken niet gestart zijn tegen 11/03/2024 (2 jaar na aflevering van de vergunning).
Ingevolge het sitebesluit m.b.t. “PFAS 3M – Zwijndrecht” werd de conformverklaring voor het grondverzet ingetrokken door Grondbank voor de percelen:
De realisatie van het voorziene appartementenproject dient dus noodzakelijkerwijs uitgesteld te worden.
Het sitebesluit omschrijft dat een uitbreiding op het bestaande technische verslag dient voorzien te worden. Echter blijkt er tot op heden heel wat onduidelijkheid te bestaan over de inhoud van de uitbreiding. Tot zolang hierover geen duidelijkheid bestaat, kan de aanvraag voor bronbemaling niet worden aangevraagd en kan evenmin gestart worden met enig grondwerk, waardoor de kans bestaande is dat de uiterste startdatum niet kan gehaald worden. Hier is duidelijk sprake van een vreemde oorzaak die de bouwheer niet kan worden toegerekend.
Er zijn sinds de aflevering van de vergunning geen voorschriften in werking getreden waarmee de vergunning strijdig zou zijn.
De aanvraag tot verlenging van de starttermijn voldoet dus aan alle wettelijke voorwaarden om goedgekeurd te worden.
Het college beslist de verlenging met 2 jaar van de starttermijn voor de omgevingsvergunning met projectnummer OMV_2021172159 goed te keuren.
| dienst | taak |
| SW/V | de beslissing van het college te bezorgen aan de aanvrager |