In een opiniestuk in De Morgen vragen de VZW vredesactie en verschillende andere vredes- en mensenrechtenorganisaties en vakbonden voor een verbod op de doorvoer van militair materiaal naar Israël via Belgische havens.
Wij hadden daarom volgende vragen:
Welke schepen van de ZIM-rederij, gekend voor militair transport voor Israël, liepen in de voorbije 12 maanden aan in de haven van Antwerpen en wanneer? Van die schepen ontvingen we graag de volgende informatie: de naam van het schip, tijd van aankomst, tijd van vertrek, kaai of kaaien waar het schip aangemeerd is, de ondernemingen die de logistieke afhandeling deden. Kunt u ook de vorige en volgende bestemming aangeven? Kunt u aangeven welke van die schepen Israël als eindbestemming hadden?
Bij welke van die schepen lag een vervoersvergunning voor explosieven voor, zoals voorzien in het KB van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen?
Kunt u van die schepen een overzicht geven van de gevaarlijke goederen volgens de International Maritime Dangerous Goods (IMDG)-reglementering die aan boord waren en welke geladen werden, met een beschrijving van de goederen, hoeveelheid, de precieze categorisering van de gevaarlijke goederen en de bestemming van deze goederen.
Kunt u eveneens een overzicht geven van goederen op die schepen, die op basis van de eerder genoemde reglementering inzake explosieven vergunningplichtig zijn maar die niet onder de IMDG-reglementering vallen?
Bent u bereid om de dienst Controle Strategische Goederen op de hoogte te stellen van deze transporten, zodat de DCSG kan nagaan of er hier, net als eerder door de Saudische rederij Bahri, doorvoer zonder de nodige vergunningen heeft plaatsgevonden? Bent u bereid om dat ook voor toekomstige aanlopen van ZIM-schepen te doen gedurende het Israëlische militaire optreden in Gaza?