Terug
Gepubliceerd op 23/10/2023

2023_CBS_07234 - Omgevingsvergunning - OMV_2023046765. De Bosschaertstraat 128. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 20/10/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07234 - Omgevingsvergunning - OMV_2023046765. De Bosschaertstraat 128. District Antwerpen - Weigering 2023_CBS_07234 - Omgevingsvergunning - OMV_2023046765. De Bosschaertstraat 128. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023046765

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Eva Maeckelberghe met als contactadres De Bosschaertstraat 128 te 2660 Antwerpen en mevrouw Hannelore Haegebaert met als adres De Bosschaerstraat 128 te 2660 Antwerpen

Ligging van het project:

De Bosschaertstraat 128 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nr. 2430T6

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning met 3 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/05/2021: opname in het vergunningenregister (2020279) van de constructie inclusief de functie wonen en drie woonentiteiten wegens het vermoeden van vergunning, met uitsluiting van de uitbouw op het gelijkvloers en de voorgevel wijzigingen;

-          12/09/1913: toelating (1913#4320) voor hofmuur bouwen;

-          29/03/1912: toelating (1912#960) voor huis bouwen;

-          26/03/1912: toelating (1912#947) voor bijzondere goot.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder zadeldak;
  • entresol met 1 bouwlaag onder plat dak langs de linker perceelsgrens en 3 bouwlagen onder plat dak langs de rechter perceelsgrens;
  • de bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 13,50 meter aan de linker zijde en 16,75 meter aan de rechter zijde;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel met 3 traveeën op het gelijkvloers en 2 traveeën op de verdiepingen;
  • houten ramen en voordeur met boogvorm;
  • kroonlijst in hout.

 

Bestaande toestand

-          de bestaande toestand is niet in overeenstemming met de geacht vergunde toestand:

  • de gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt ongeveer 19,5 meter.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder zadeldak;
  • entresol van 1 tot 3 bouwlagen onder platte daken;
  • de bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 20,29 meter aan de linker zijde en 19,94 meter aan de rechter zijde;
  • de bouwdiepte op de verdiepingen bedraagt 9,45 meter aan de linker zijde en 16,87 meter aan de rechter zijde;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in gele gevelsteen met horizontale gevelbanden en plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in blauwgrijs genuanceerde pvc;
  • kroonlijst in blauw genuanceerde pvc;

-          inrichting:

  • terras en buitentrap tegen de achtergevel.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verhogen dakconstructie en het uitbreiden van de gelijkvloerse achterbouw;

-          isoleren van de zij- en achtergevels;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          de wooneenheden op de verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

24 augustus 2023

3 oktober 2023

Ongunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende  punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht

zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De voorzetrolluiken die werden aangebracht voor de raamopeningen op de eerste en tweede verdieping zijn niet in harmonie met de gevel, noch met de omgeving. De rolluiken werden niet opgetekend op de geveltekeningen van de bestaande of nieuwe toestand waardoor het niet duidelijk is of deze bewaard blijven;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstel en afvoerleidingen en artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de woning wordt niet voorzien van een gescheiden rioolstelsel met 1 DWA en 1 RWA dat gescheiden wordt aangeboden aan de straat.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op artikel 6, 40 en 41 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden van afgeweken. Indien er een vergunning zou worden verleend, zouden hiervoor voorwaarden worden opgenomen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

Op 28 mei 2021 (dossiernummer AN/G8V/2020279)  werd de constructie De Bosschaertstraat 128 district Antwerpen, inclusief de functie van wonen en drie woonentiteiten, in het vergunningenregister opgenomen wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van de uitbouw op het gelijkvloers en de voorgevel wijzigingen.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag dient te worden geweigerd. De vergunningsaanvraag betreft enerzijds de achterbouw van het appartement op de gelijkvloerse verdieping, meer bepaald de aanpassing daarvan in functie van een betere woonkwaliteit. Anderzijds gaat het over de isolatie van de achter- en zijgevel en het dak van de achterbouw.

 

Voorliggende aanvraag beoogt aldus de regularisatie van de gelijkvloerse uitbreiding die doorheen de jaren werd uitgevoerd. De bestaande bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt ongeveer 19,5 meter. De bestaande dakconstructie van de achterbouw op het gelijkvloers wordt hierbij afgebroken en vernieuwd om voldoende binnenhoogte te kunnen creëren. De constructie wordt aldus verhoogd en er wordt een luifel toegevoegd achteraan. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat de scheidsmuurverhoging eerder beperkt is waardoor er geen hinder naar de omgeving wordt verwacht.

Hoewel de bouwdiepte vrij diep is, is deze niet vreemd in de context. Er komen meerdere panden voor die een vergelijkbare bouwdiepte hebben op het gelijkvloers. Zo werd er bijvoorbeeld in 2014 nog een vergunning verleend voor De Bosschaertstraat 134 welke een gelijkvloerse bouwdiepte heeft van 19,7 meter. Voor de andere panden aan de linkerzijde werden er plannen teruggevonden in het archief met bouwdieptes die variëren tussen de 17 en 19 meter. Uiteraard zullen er ook panden voorkomen waarbij deze bouwdiepte zonder vergunning werd uitgebreid. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt geoordeeld dat de gewenste bouwdiepte aanvaard zou kunnen worden. Dit op voorwaarde dat de interne woonkwaliteit kan gegarandeerd worden. Een grote bouwdiepte maakt het in rijwoningen vaak moeilijk om nog voldoende kwalitatieve verblijfsruimtes te voorzien wegens de grote afstand tot licht en lucht en de vaak onontbeerlijke circulatie.

 

Desondanks dat de interne planschikking in huidig ontwerp werd aangepast ten opzichte van de bestaande toestand, wordt er vastgesteld dat de indeling geenszins de woonkwaliteit kan garanderen.

 

Zo wordt de ingesloten slaapkamer naar de tuinzijde gebracht en wordt de keuken langsheen de slaapkamer, badkamer en dressing voorzien. De keuken vormt hierdoor een lange gang en een gedeelte van de keuken heeft geen rechtstreeks licht, zicht en lucht. Vanuit de leefruimte is er geen enkel contact (zicht, licht, lucht) mogelijk met de tuin. De centrale leefruimte zit immers ingesloten tussen de leefruimte aan de straat en de smalle gang met keuken naar de tuin. De slaapkamer vervolgens komt rechtstreeks uit in de smalle gang van de keukenruimte. Dit is zeer nadelig voor de woonkwaliteit. Bovendien wordt er in voorliggend ontwerp nog een luifel toegevoegd achteraan. De luifel heeft een bijkomende negatieve invloed op de interne woonkwaliteit. Hierdoor kan er nog minder licht toetreden in de leefruimtes.

Door de versnipperde ruimtes achteraan is er aldus vanuit de leefruimte geen enkel contact met de tuin mogelijk wat een belangrijke parameter is om de woonkwaliteit te garanderen. De muur tussen de leefruimte en de keuken werd gedeeltelijk opengewerkt maar nog steeds onvoldoende om een kwalitatief contact met de tuin of straatzijde mogelijk te maken. Bovendien wordt er vastgesteld dat het toilet rechtstreeks uitkomt in de keuken wat eveneens stedenbouwkundig onaanvaardbaar is en geen woonkwaliteit en gebruiksgenot creëert.

 

Voor de specifiek voorliggende plattegrond zou er in dit geval gesuggereerd kunnen worden om de slaapkamer naar de straatzijde te brengen. Hierdoor zouden de achterste versnipperde ruimtes opengewerkt kunnen worden waardoor er vanuit de leefruimte een kwalitatief contact met de tuin mogelijk wordt gemaakt. Tot slot, het terras wordt centraal achteraan voorzien. Indien er een vergunning zou worden verleend, zou er in voorwaarde worden opgenomen om het terras op 1,90 meter van de scheidingsmuren te voorzien om op die manier de privacy van de aanpalenden te respecteren en de hinder ernaar te beperken.

De woningen op de verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag waardoor de interne inrichting uitgesloten zou worden van vergunning.

Ook hier wordt overigens een zeer geringe woonkwaliteit vastgesteld. Zo hebben de woningen op de verdiepingen drie toegangen en dient er telkens via de gemeenschappelijke gang naar de verschillende leefruimtes te worden gegaan. Ook voor de duplexwoning is er geen interne verbinding waardoor de twee verdiepingen enkel bereikbaar zijn via de gemeenschappelijke inkomhal. Hierdoor kunnen de woningen niet autonoom fungeren wat een ernstige inbreuk is op de woonkwaliteit.

Enkel de gemeenschappelijke circulatie die dient om tot aan de woning te komen, mag gedeeld worden met andere woningen of functies. De circulatie intern in de woning dient enkel voor één woning. (artikel 25 bouwcode).

 

Tot slot werd door de brandweer een ongunstig advies afgeleverd wat eveneens resulteert in een weigering.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gewijzigd schrijnwerk is op zich regulariseerbaar met uitzondering van de voorzetrolluiken.

De voorzetrolluiken doen afbreuk aan de architecturaal opgebouwde en gedecoreerde gevel en komen bijgevolg niet in aanmerking voor vergunning. Indien er een vergunning zou worden verleend, zouden deze uitgesloten worden van vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de goede ruimtelijke ordening, de stedenbouwkundige voorschriften en het ongunstig advies van de brandweer.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 juli 2023

Volledig en ontvankelijk

24 augustus 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

23 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

21 januari 2024

Verslag GOA

10 oktober 2023

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de bevraging aanpalenden werd er 1 bezwaarschrift ingediend dat zich laat samenvatten als volgt:

 

  1. Impact op bezonning en lichtinval: de bezwaarindiener uit de bezorgdheid dat de lichtinval in zijn eetkamer door de verhoging van de scheidingsmuur nog ernstiger verstoord zal worden. Men wijst erop dat er al een uitbreiding en verhoging van de veranda gebeurd is door de vorige eigenaar (zonder bouwvergunning?) waardoor er toen al minder lichtinval was. Bezwaarindiener vermeldt dat de scheidingsmuur nu nog eens met ongeveer een halve meter wordt verhoogd.

Beoordeling: Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat de gewenste bouwdiepte niet vreemd is in de omgeving. Bovendien zijn er reeds vergunde scheidingsmuren aanwezig. De voorziene scheidsmuurverhoging zal volgens de plannen dus ongeveer 20 cm bedragen in tegenstelling tot wat bezwaarindiener vermeldt. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat deze scheidsmuurverhoging een minimale impact zal hebben en niet voor hinder zal zorgen. Het bezwaar is ongegrond.

  1. Schade aan eigendom van derden: bezwaarindiener vreest dat de isolatie en bezetting langs de zijgevel van bezwaarindiener een deel van hun lichtkoepels zal bedekken en dat de trap naar de tuin niet meer zal passen. Bovendien uit men bezwaar dat deze werken zo goed als volledig via hun eigendom (daken en tuin) moeten gebeuren.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor reeds vermeden worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.