Terug
Gepubliceerd op 23/10/2023

2023_CBS_07230 - Omgevingsvergunning - OMV_2022162645. Jacob Jacobsstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/10/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07230 - Omgevingsvergunning - OMV_2022162645. Jacob Jacobsstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_07230 - Omgevingsvergunning - OMV_2022162645. Jacob Jacobsstraat zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022162645

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Jacob Jacobsstraat zonder nummer (zn) te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

openbaar domein 

waarvan:

 

-     20230210-0057

openbaar domein (Bemaling Jacob Jacobstraat)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

een bronbemaling voor het uitvoeren van rioleringswerken

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een tijdelijke grondwaterbemaling voor de heraanleg van rioleringen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

38.810 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

Bij te stellen voorwaarde:

Er wordt een afwijking gevraagd van volgende bepalingen:

-     artikel 4.2.3.1.3° (lozing bedrijfsafvalwater dat één of meerdere gevaarlijke stoffen bevat);

-     artikel 4.2.5.1.1§1 (controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in het kader van het lozen van bedrijfsafvalwater);

-     artikel 5.53.6.1.1§3 (bronbemalingen en draineringen).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Artikel 4.2.3.1.3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat)

Gezien er gevaarlijke stoffen verwacht worden met een concentratie boven het indelingscriterium in het bemalingswater, wordt gevraagd om aangepaste lozingsnormen op te nemen als bijzondere voorwaarde in de vergunning.

 

Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)

De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1. Bepaling van de kwaliteit van het geloosde grondwater zal kunnen gebeuren via een aftapkraan.

 

Artikel 5.53.6.1.1 §3 (Bronbemalingen en draineringen)

Gezien er mogelijks gevaarlijke stoffen verwacht worden met een concentratie boven de milieukwaliteitsnormen voor het grondwater, wordt gevraagd het effluent van de bemaling te mogen behandelen alvorens het via infiltratie te retourneren naar het grondwater. 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

18 april 2023

14 juni 2023

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

10 augustus 2023

7 september 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Ter hoogte van de Jacob Jacobstraat te Antwerpen worden de rioleringen heraangelegd waarvoor een verlaging van de grondwatertafel vereist is. De werken bestaan uit circa 310 m strengbemaling. Op basis van de ontwerpgegevens zal het grondwater lokaal bemaald moeten worden tot een maximale diepte van circa 3,40 m-mv. Het te onttrekken waterbezwaar wordt geschat op circa 38.810 m³ of maximaal 1.200 m³/dag gedurende 40 dagen.

 

Gelet op de nabijheid van bebouwing werd een stabiliteitsstudie aan het dossier gevoegd. Uit deze berekeningen blijkt dat de absolute zettingen ter plaatse van derden (1 meter) beperkt te blijven. Echter wijst de stabiliteitsingenieur erop omzichtig te werk te gaan. Hij raadt aan om ontspanningen in de grond tijdens het uitgraven te vermijden en met een beschoeiingssysteem met afzinkmethode te werken. Deze beschoeiing dient stapsgewijs verlaagd te worden zonder dat de grond onafgeschermd ontgraven wordt. De schoringen dienen bijkomend om de horizontale verplaatsingen en vervolgens zettingen aan de naastliggende gebouwen te beperken.

 

Uit het administratief grondwateronderzoek blijkt dat er binnen de invloedstraal van de bemaling verschillende OVAM-dossiers gelegen zijn. De aanwezigheid van OVAM-dossiers binnen de invloedstraal kan mogelijks wijzen op een aanwezige verontreiniging. Echter worden er in kader van voorliggende aanvraag geen overschrijdingen van de geldende milieukwaliteitsnormen verwacht in het effluent van de bemaling. Er werd bijkomend veldwerk uitgevoerd naar PFAS-verontreiniging aangezien de projectzone zich in een zone bevindt met gedefinieerde “no regret maatregelen”. In eerste instantie werden er peilbuizen geplaatst ter hoogte van de projectlocatie. In de peilbuis P2 werden verhoogde concentraties aangetroffen. Voor de parameter som 20 PFAS werd de milieukwaliteitsnorm eenmalig overschreden van voornamelijk perfluorbutaanzuur (PFBA) en perfluor-1-Butaansulfonzuur (Lineair) (L_PFBS). Bij peilbuis 1 lag deze som 20 PFAS ruim onder de norm. Hierdoor wordt gemiddeld gezien geen overschrijding verwacht. Uit voorzorg wordt een waterzuiveringsinstallatie ontworpen voor de verwijdering van PFAS. Gezien de aangetroffen verontreiniging mogelijk voorkomt aan beide kanten van de bemalingsstreng en dit over de volledige lengte, wordt een zuiveringsinstallatie geplaatst op het volledige bemalingsdebiet. Het ontwerpdebiet van de WZI is gelijk aan het maximale bemalingsdebiet van 50 m³/uur. De installatie bestaat uit een voorbezinker, zandfilter, bezinkingstank en een actiefkoolfilter. Een installatie bestemd voor het behandelen van dergelijke debieten is omvangrijk en vereist mogelijk overleg met de stadsdiensten om een geschikte stallocatie te voorzien. Verder wordt de exploitant erop attent gemaakt de geldende milieukwaliteitsnormen -in het bijzonder voor geluid in openlucht- in acht te nemen.

 

Het gezuiverd bemalingswater zal geïnfiltreerd worden via de stadsvijver. Het exacte lozingspunt wordt bepaald door de aannemer.

 

Omwille van de PFAS-problematiek wordt er momenteel onderzoek gevoerd naar de effecten van herinfiltratie van met PFAS verontreinigd bemalingswater in de Stadparkvijver en de mogelijkheden van fytoremediatie. Dit onderzoek wordt gevoerd in samenwerking met Universiteit Antwerpen. Om het onderzoek zo weinig mogelijk te beïnvloeden wordt het afgeraden potentieel verontreinigd bemalingswater in de Stadsparkvijver te lozen, dit zolang het onderzoek niet afgerond is. Stad Antwerpen kiest er dan ook voor als bijzondere voorwaarde op te leggen dat het bemalingswater uit dit project uitzonderlijk toch afgevoerd wordt via de gemengde riolering.

 

De exploitant vraagt een afwijking op bijlage 4.2.5.1. met betrekking tot de controle-inrichting voor lozingen van afvalwater. Aangezien het tijdelijke handelingen betreft, is er geen meetgoot en speciale meetapparatuur vereist. Een staalnamekraan en een debietsmeter conform de sectorale bepalingen dienen wel voorzien worden.

 

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater adviseert de aanvraag voorwaardelijk gunstig. Voor de lozing van potentiële PFAS-stoffen wijst de VMM op het voorlopige toetsingskader (zo ver als mogelijk te saneren met de rapportagegrens als richtwaarde) én adviseert de volgende lozingsnormen.

 

parameter

gevraagde bijzondere lozingsnorm

indelingscriterium / toetsingsnorm

Advies VMM

arseen

20 µg/liter

5 µg/liter

20 µg/liter

PFAS individueel

200 ng/liter

rapportagegrens

100 ng/liter

 

Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat er geen verdere adviezen noodzakelijk zijn.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor de periode van twee maanden vanaf de opstart van de bemaling van de eerste sleuf.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

38.810 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Het bemalingswater wordt geloosd in de gemengde riolering
  1. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van de stad Antwerpen (erik.debruyn@antwerpen.be).
  1. Volgende bijzondere lozingsnormen gelden tijdens de bemaling: 

parameter

vergunde bijzondere lozingsnorm (VMM)

eenheid

arseen

20

µg/liter

PFAS individueel

100

ng/liter

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden. Voor staalnames dient er een aftapkraan voorzien worden.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximum 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-     bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-     bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

  1. De aanbevelingen van de stabiliteitsstudie zijn in acht te nemen.
  2.  Er wordt een duidelijke communicatie met de omliggende bedrijven en omwonenden nagestreefd. De toegang tot de percelen wordt maximaal gegarandeerd.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

18 april 2023

Start openbaar onderzoek

3 mei 2023

Einde openbaar onderzoek

1 juni 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

1 augustus 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

30 oktober 2023

Verslag GOA

13 oktober 2023

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 mei 2023

1 juni 2023

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

Bezwaar 1: Bezwaarindiener wijst op de noodzaak tot het monitoren van het grondwater/afvalwater én in voorkomend geval een waterzuiveringsinstallatie in te zetten. Specifiek betreft het potentiële normoverschrijdingen van PFAS-stoffen en zware metalen in het bemalingswater.

 

Beoordeling

Het bezwaar is gegrond. Conform de desktopstudie voorziet de exploitant wel een monitoring van het grondwater bij de opstart van elke streng voor de parameter PFAS alsook bemonsteringen en analyse op de parameters BTEX en Minerale olie (OVAM-dossiers 4953) in samenspraak met de erkende bodemsaneringsdeskundige.

 

Bezwaar 2: Bezwaarindiener vreest dat de toegang tot zijn bedrijf belemmerd wordt door de werken. De bedrijfsleiding wenst dat de waardetransporten van het bedrijf gegarandeerd blijven alsook een permanente stalzone voor waardetransport aan het pand te voorzien.

 

Beoordeling

De toegang tot de percelen dient zoveel als mogelijk gegarandeerd blijven. Er wordt een duidelijke communicatie met bedrijven en omwonenden nagestreefd,

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-     de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-     het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Het bemalingswater wordt geloosd in de gemengde riolering
  1. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de PFAS-coördinator van de stad Antwerpen (erik.debruyn@antwerpen.be).
  1. Volgende bijzondere lozingsnormen gelden tijdens de bemaling: 

parameter

vergunde bijzondere lozingsnorm (VMM)

eenheid

arseen

20

µg/liter

PFAS individueel

100

ng/liter

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden. Voor staalnames dient er een aftapkraan voorzien worden.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximum 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-     bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-     bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

  1. De aanbevelingen van de stabiliteitsstudie zijn in acht te nemen.
  2. Er wordt een duidelijke communicatie met de omliggende bedrijven en omwonenden nagestreefd. De toegang tot de percelen wordt maximaal gegarandeerd.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

38.810 m³/jaar


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van twee maanden vanaf de opstart van de bemaling van de eerste sleuf.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.