Terug
Gepubliceerd op 13/11/2023

2023_CBS_07802 - Omgevingsvergunning - OMV_2023107161. Buitenmolenweg 8. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/11/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07802 - Omgevingsvergunning - OMV_2023107161. Buitenmolenweg 8. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2023_CBS_07802 - Omgevingsvergunning - OMV_2023107161. Buitenmolenweg 8. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023107161

Gegevens van de aanvrager:

de heer Raja Schot met als adres Buitenmolenweg 8 te 2040 Berendrecht

Ligging van het project:

Buitenmolenweg 8 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 19 sectie C nr. 1/2E

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/07/2023: vergunning (OMV_2023048985) voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning – nog geen start der werken doorgegeven.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume: halfopen bebouwing van 1 bouwlaag met een zadeldak;

-          gevelafwerking:

  • gevels deels in donker bruine gevelsteen en deels in gele gevelsteen;
  • voorgevelschrijnwerk in wit pvc;

-          inrichting: zijtuin en achtertuin met open onbebouwde ruimte van circa 185 m².

 

Bestaande toestand

overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen of aanvullingen:

-          bouwvolume: overdekt terras aan de achtergevel;

-          gevelafwerking ongewijzigd;

-          inrichting:

  • voortuin zo goed als volledig verhard;
  • verharde zijtuin;
  • tuinhuis met oppervlakte van 25,5 m² in de achtertuin;
  • verhardingen in de achtertuin van 50 m².

 

Nieuwe toestand

-          functie: ongewijzigd (eengezinswoning);

-          bouwvolume:

  • het bestaande overdekt terras wordt gesloopt;
  • uitbreiding op de gelijkvloerse verdieping van 13 m², met een breedte van 6 m, een totale bouwdiepte van 10,50 m en een kroonlijsthoogte van 3,24 m;
  • aanbouw (garage) met zadeldak in de zijtuin, met een breedte van 3 m, een diepte van 5,4 m en een kroonlijsthoogte van 2,55 m;

-          gevelafwerking:

  • aanbouw garage afgewerkt met donkergrijze gevelsteen;
  • garagepoort in zwart aluminium;
  • nieuwe achtergevel in donkergrijze gevelsteen met schuifraam in zwart aluminium;

-          inrichting:

  • ontharde voortuin met enkel de noodzakelijke toegangen verhard;
  • garage in de zijtuin;
  • oprit naar garage in de zijtuin;
  • tuinhuis met oppervlakte van 25,5 m² in de achtertuin;
  • verhardingen in de achtertuin van 23 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          bouwen van een garage in de zijtuin;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          herinrichting van de voor-, zij- en achtertuin.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

11 september 2023

19 september 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Voor scheidingsmuren (gedeelte aanbouw achter woning) geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel.

        Bovendien dienen enkelvoudige scheidingsmuren te worden opgericht in niet-geperforeerd, massief materiaal. Dit is         onvoldoende duidelijk weergegeven op de plannen. Enkelvoudige scheidingsmuren dienen ook een minimale dikte van         0,18 meter te hebben.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning en het optrekken van een garage bij deze eengezinswoning. De voorgestelde werken tasten de bestaande functie van eengezinswoning niet aan en blijven functioneel inpasbaar binnen dit woongebied.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorgestelde werken aan de bestaande woning omvatten het afbreken van een afdak aan de achtergevel met daaronder een terras. Ter plaatse van het afgebroken afdak en terras wordt een volwaardige uitbreiding van de woning voorgesteld.

De hoogte van de uitbouw sluit aan bij de hoogte van de scheidingsmuur alsook de hoogte van het afdak bij het rechts aanpalende pand.

 

Naast deze werken aan de woning wordt in de zijtuinstrook aan de linkerzijde van de woning het oprichten van een garage gevraagd.

De woning maakt deel uit van een eenheidsbebouwing die zich uitstrekt over minstens drie straten. Bij deze gebouwen komen garages in een zijtuinstrook vaker voor. De aanwezige garages werden allemaal volgens eenzelfde vormgeving opgericht, namelijk met een zadeldak met dezelfde helling als deze van het hoofdgebouw en waarbij de nok evenwijdig aan de voorgevel van de garage loopt. Het achterste dakvlak van de reeds aanwezige garages bij andere panden binnen deze eenheidsbebouwing loopt door in het verlengde van het achterste dakvlak van de hoofdbebouwing. Uit lezing van de oude vergunningen blijkt dat de kroonlijsthoogte van de bestaande garages bij andere panden, opgericht volgens dit beschreven principe, 2,55 meter te bedragen.

De garage in voorliggende aanvraag wordt volgens dit principe vormgegeven en is daarom in harmonie met de omgeving en ruimtelijk inpasbaar.

 

Tenslotte omvat de aanvraag nog het regulariseren van verhardingen en een reeds geplaatst tuinhuis rechts achteraan in de tuin. De tuin is voldoende groot. Er blijft ook na de plaatsing van deze constructies voldoende open ruimte over.

Ook de aanwezige verharding in de voortuin wordt weggenomen, uitgezonderd een pad naar de voordeur en een oprit naar de garage. De vergroening van de voortuin wordt eveneens gunstig beoordeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe uitbreiding van de woning aan de tuinzijde alsook de nieuwe garage wordt afgewerkt met een donkergrijze gevelsteen waarvan de kleur sterk aansluit bij de gevelsteen van de bestaande woning. Het nieuwe schrijnwerk in de achtergevel wordt uitgevoerd in zwart aluminium, net zoals de nieuwe garagepoort in de voorgevel. Het overige schrijnwerk in de voorgevel van de woning wijzigt niet en blijft wit PVC. De nieuwe bakgoot aan zowel de nieuwe garage als de bestaande voorgevel van de woning wordt uitgevoerd in hout in de kleur antraciet.

 

Deze materialen en kleurstelling passen zich in binnen de omgeving en kunnen aanvaard worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het toevoegen van verblijfsruimtes aan een bestaande woning verhoogt de verblijfskwaliteit ervan.

 

Uit de plannen bij dit dossier kan niet afgeleid worden of de scheidingsmuur met het rechts aanpalende pand een opstand zal hebben van 30 cm ten opzichte van het hoogst aanpalende dak zoals bepaald wordt in artikel 34 van de bouwcode. Teneinde de risico’s op brandoverslag te vermijden, zal als voorwaarde bij een vergunning opgelegd worden dat het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien is van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

11 september 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

10 november 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 februari 2024

Verslag GOA

30 oktober 2023

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.