Terug
Gepubliceerd op 13/11/2023

2023_CBS_07764 - Omgevingsvergunning - OMV_2023088932. Markgravelei 143. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/11/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07764 - Omgevingsvergunning - OMV_2023088932. Markgravelei 143. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_07764 - Omgevingsvergunning - OMV_2023088932. Markgravelei 143. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023088932

Gegevens van de aanvrager:

BV D12 met als adres Struikenlei 4 te 2900 Schoten, BV memo architectuur met als adres Ridder van Ranstlei 30 te 2640 Mortsel en BVBA PARK REALTY met als contactadres Fortsteenweg 2 te 2170 Antwerpen

Ligging van het project:

Markgravelei 143 te 2018 Antwerpen (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1863B4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/07/2011: vergunning  (3508#8999) voor het verbouwen van een meergezinswoning;

-          30/03/1928: toelating (1928#29568) voor binnen veranderingen;

-          14/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/102333

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen – meergezinswoning met 3 appartementen;

-          bouwvolume:

  • herenhuis in art-nouveaustijl met souterrain, 3 bouwlagen onder een pseudo-mansardedak; 
  • liftvolume ter hoogte van de rechter perceelsgrens;
  • dakterras ter hoogte van de eerste verdieping;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in natuursteen op een arduinen plint;
  • houten schrijnwerk (deur, vensters, dakkapellen en kroonlijst);
  • balkonborstwering, deur en keldertralies in smeedijzer;

-          inrichting:

  • verharde stadskoer;

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • wonen – meergezinswoning met 5 appartementen;
  • liftvolume ter hoogte van de rechter perceelsgrens niet uitgevoerd;
  • dakterras ter hoogte van de eerste verdieping niet uitgevoerd;

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen – meergezinswoning met 4 appartementen;
    • 1 duplex-twee slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 137 m² (souterrain en gelijkvloers);
    • 3  éénslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van respectievelijk 66 m², 63 m² en 63 m² (1°, 2° en 3° verdieping) ;

-          bouwvolume:

  • herenhuis in art-nouveaustijl met souterrain, 3 bouwlagen onder een pseudo-mansardedak; 
  • dakterras ter hoogte van de eerste verdieping en uitkragende terrassen op de tweede en derde verdieping;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in natuursteen op een arduinen plint;
  • houten schrijnwerk natuurkleur (vensters, dakkapellen en kroonlijst);
  • zwart gelakte voordeur;
  • zwart aluminium schrijnwerk ter hoogte van het souterrain;
  • balkonborstwering, deur en keldertralies in smeedijzer;
  • gedeeltelijk geïsoleerde achtergevel;

-          inrichting:

  • 15 m² terras op 36 m² tuinoppervlakte.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          vervangen schrijnwerk naar origineel model;

-          voorzien van privatieve terrassen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

12 september 2023

11 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

11 september 2023

18 september 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

11 september 2023

22 september 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

11 september 2023

5 oktober 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

Het buitenschrijnwerk wordt op 2 verschillende manieren afgewerkt. Hierdoor ontstaat er geen harmonisch gevelbeeld;

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

Het vloerniveau van de kelderruimte aan de voorzijde ligt 1,38 m onder het maaiveld in plaats van de vereiste 1,10 m;

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en luchttoevoer:

De lichtdoorlatende oppervlakte ter hoogte van de achterste slaapkamer in het souterrain bedraagt 1,75 m² in plaats van de vereiste 1,84 m²;

  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

De fietsstalplaatsen zijn niet overdekt;

  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

Er ontbreekt 1 autostalplaats.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Voor het project is geen pluviale of fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Buiten het plaatsen van terrassen aan de achterzijde worden er geen volumetrische wijzigingen voorzien ten opzichte van de vergunde toestand waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt vastgesteld dat het buitenschrijnwerk in de voorgevel bestaat uit 2 verschillende kleuren. De vensters, dakkapellen en kroonlijst worden uitgevoerd in natuurkleur. De voordeur wordt zwart gelakt.


Omwille van de harmonie in het straatbeeld en een harmonisch gevelbeeld is de voorgestelde afwerking niet aanvaardbaar en in strijd met artikel 11 van de bouwcode. Dit punt wordt hernomen bij het cultuurhistorisch aspect.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst Monumentenzorg. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

De aangevraagde werken omvatten de herinrichting en restauratie van het pand, beperkte isolatie van de achtergevel en gedeeltelijke vernieuwing van het schrijnwerk. De geplande ingrepen werden, voorafgaand aan de aanvraag, besproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

De intenties tot restauratie en herwaardering van het waardevolle complex worden uiteraard sterk gewaardeerd vanuit oogpunt monumentenzorg. De herinrichtingswerken houden voldoende rekeningen met de erfgoedwaarden en kunnen dan ook gunstig geadviseerd worden.

Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vernieuwd in hout naar oorspronkelijk model. Gelet op de uitzonderlijke waarde van de oorspronkelijke inkomdeur (inclusief beglazing en smeedijzerwerk), wordt gevraagd deze in situ te behouden en niet te vernieuwen. Typedetails van de nieuwe ramen zijn, voorafgaandelijk aan de bestelling, ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg. We adviseren een gelijkwaardige behandeling van zowel de ramen als de inkomdeur (ofwel natuurkleur of schildering in zwarte kleur).

Advies
Gelet op het voorgaande wordt een gunstig advies verleend onder de volgende voorwaarden:

  •         Behoud van de oorspronkelijke inkomdeur in de voorgevel;
  •         Typedetails van de nieuwe ramen van de voorgevel zijn, voorafgaandelijk aan de bestelling, ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg;
  •         Afwerking van alle ramen en de inkomdeur van de voorgevel in dezelfde kleur (ofwel natuurkleur of schildering in zwarte kleur).
     

Vanuit stedenbouwkundig standpunt wordt er aangesloten bij bovenstaand advies. De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De afwijking op artikel 21 – met betrekking tot het vloerniveau van de kelderruimte – is stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het vloerniveau van de slaapkamer aan de voorzijde ligt 1,38 m onder het maaiveld in plaats van de vereiste 1,10 m. Echter is de plafondhoogte nog voldoende hoog en ontvangt deze slaapkamer nog voldoende daglicht waardoor dit niet als storend kan worden ervaren. De slaapkamer aan de voorzijde biedt nog voldoende leefcomfort.

 

De afwijking op artikel 24 – met betrekking tot de lichtdoorlatende oppervlakte van slaapkamer – is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De lichtdoorlatende oppervlakte ter hoogte van de achterste slaapkamer in het souterrain bedraagt 1,75 m² in plaats van de vereiste 1,84 m². De afwijking is slechts 0,09 m² wat als marginaal kan worden beschouwd. Het comfort van de slaapkamer vermindert hierdoor niet, voornamelijk omdat de slaapkamer ook nog uitzicht heeft en verlucht kan worden.

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

Er komt 1 appartement bij.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is dus 1.
 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen 0 parkeerplaatsen voorzien worden.’
 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
 

 

Fietsvoorzieningen

Voor het bijkomende appartement moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden:
1 appartement met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3

Er worden in de binnentuin 3 fietsstalplaatsen voorzien. Volgens artikel 29 moeten deze overdekt zijn, echter is een bijkomend volume in de tuin niet wenselijk. Omwille van deze reden kan er akkoord gegaan worden met een niet-overdekte fietsenstalling.
 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen nageleefd te worden.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 juli 2023

Volledig en ontvankelijk

11 september 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

10 november 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 februari 2024

Verslag GOA

30 oktober 2023

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen nageleefd te worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.