Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023048766 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer STEVEN BECAUS met als adres Harelbekestraat 17 te 8570 Anzegem |
Gegevens van de exploitant: | NV Management & Building Services (0806937258) met als adres Harelbekestraat 17 te 8570 Anzegem |
Ligging van het project: | Anneessensstraat 8-12 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 8 sectie H nrs. 1243L3, 1243L4 en 1243R3 |
waarvan: |
|
- 20180118-0054 | afdeling 8 sectie H nrs. 1243L4, 1243L3 en 1243R3 (Artysta) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het exploiteren van een hotel, wijzigen van de interne indeling, het wijzigen van de positie van gevelopeningen en het uitdiepen van de binnentuinen tot kelderverdieping ten opzichte van vergunning OMV_2018003966 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/01/2019: vergunning deputatie na vergunning college (OMV_2018003966) voor het slopen van 2 bestaande panden, nieuwbouw en exploitatie van een hotel met 99 kamers;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/6420
- 12/03/2009: vergunning deputatie na weigering college (3154#2096) voor het slopen van een pand en bouwen van een hotel;
- 01/12/2006: weigering (3151#650) voor het slopen van een leegstaand pand en bouwen van een hotel;
- 16/06/2006: weigering (3151#1579) voor het slopen van een leegstand pand en bouwen van een hotel;
- 30/12/2005: weigering (197#20040893) voor het bouwen van een hotelcomplex;
- 22/10/2003: vergunning (86#30312) voor het samenvoegen van twee bestaande panden (regularisatie);
- 10/09/1998: vergunning (19981150) voor het inrichten van een gelagzaal;
- 10/07/1980: vergunning (198083) voor het verbouwen.
Vergunde toestand
- functie: hotel met 99 kamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: 3 achtertuinen met een gezamenlijke oppervlakte van circa 110 m².
Bestaande toestand
- 2 gebouwen die gesloopt worden om vergund hotel te bouwen;
- waardevolle voorgevel van Anneessensstraat 10 blijft behouden.
Nieuwe toestand
- functie: hotel met 99 kamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: gewijzigde gevelopeningen;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de interne indeling van het hotel;
- wijzigen van de gevelopeningen;
- interne constructieve werken;
- uitdiepen van de binnentuinen tot de kelderverdieping.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 27 juli 2018 verleende het college aan Management & Building Services een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor het slopen van twee bestaande panden en het nieuw bouwen en exploiteren van een hotel met 99 kamers (OMV_2018003966). De deputatie van de provincie Antwerpen bevestigde deze vergunning in beroep op 10 januari 2019.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van het Aparthotel “The Stage”. De IIOA’s die horen bij deze exploitatie werden reeds vergund door middel van de vergunning met referentie OMV_2018003966. De aanvrager geeft aan dat deze rubrieken niet meer van toepassing zijn en vraagt nieuwe rubrieken aan.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Artysta
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 5.475,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 147,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500,00 liter |
46.1°b) | wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW; | 10,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 15 september 2023 | 11 oktober 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 15 september 2023 | 11 oktober 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 15 september 2023 | 26 september 2023 | Gunstig |
Water-link | 15 september 2023 | 11 oktober 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 15 september 2023 | 15 september 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 15 september 2023 | 18 september 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen | 15 september 2023 | 21 september 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 september 2023 | 19 september 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK | 13 september 2023 | 14 september 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 15 september 2023 | 9 oktober 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Op het gelijkvloers bedraagt de doorgangsbreedte aan de traphal slechts 1,10 m (< 1,20 m).
De toegangsdeuren van huisnummer 10 hebben een niveauverschil van 0,11 m tussen binnen en buiten (> 0,02 m).
De trap van de ontbijtruimte heeft een breedte van circa 0,83 m (< 1 m). De trap voorbij de liften en de trap aan de fietsenstalling hebben een breedte van circa 0,80 m (< 1 m) en hebben geen leuning.
Beide trappen aan de liften en de trap aan de fietsenstalling hebben geen tussenbordes na ten hoogste 17 treden.
De deur van de fitness en minstens één deur naar de ontbijtruimte in de kelder dienen een breedte van 0,90 m te hebben.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De keuken en de ontbijtruimte op niveau -1 en het bureau aan de linnenkamer krijgen onvoldoende licht en lucht.
Het rioolstelsel werd niet opgetekend. Het stelsel dient te voldoen aan de bepalingen van dit artikel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging ten opzichte van de vergunde toestand. De functie van hotel met 99 kamers is functioneel inpasbaar in de straat en in de ruimere omgeving.
Het advies van de stedelijke dienst Visit is voorwaardelijk gunstig:
“Gezien de reeds afgeleverde vergunning in 2019 als logies. De uitbater is wel verplicht een Vlaamse uitbatingsvergunning aan te vragen.”
Het verkrijgen van een omgevingsvergunning ontlast een exploitant niet van de plicht om elke nieuwe logieseenheid te vergunnen of aan te melden volgens het Vlaamse logiesdecreet. Ook dient voldaan te worden aan de vereiste brandveiligheidsnormen waarnaar het betreffende decreet verwijst.
Het advies van de stedelijke dienst Business en Innovatie is voorwaardelijk gunstig:
“Het project maakt deel uit van de strategische Horecakern Centraal Station en ligt in Kernwinkelgebied Centrum Antwerpen zone A2. Deze zone omvat de uitlopers van het hoofdkernwinkelgebied A1-B1 van de stad Antwerpen. Gelijkvloers zijn bijna alle panden er commercieel ingevuld en in hoofdzaak is er handel geclusterd. Het is de ambitie dat die zones vooral inspelen op een mix van diverse aanbodsectoren enerzijds maar anderzijds ook dat er voldoende creatieve, vaak kleinere zelfstandige ondernemers en concepten, waar voornamelijk (grotere) ketenfilialen gevestigd zijn. Het maakt een bezoek aan de binnenstad van Antwerpen tot een unieke beleving. Het hotel bestaat uit een lobby, eetzaal, fitness en 99 kamers. Door de eetzaal/bar is er mogelijk ook nood aan een horecavergunning.”
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De footprint, bouwhoogte, bouwdiepte en het programma blijven ongewijzigd. Er wordt met andere woorden blijvend aangesloten op de bouwhoogte van het bouwblok en er wordt nog steeds ontpit door 22% van de perceelsoppervlakte als buitenruimte te voorzien, waar dit perceel voorheen volledig dicht gebouwd was.
Met voorliggende aanvraag worden twee buitenruimten niet langer op het maaiveldniveau voorzien maar worden ze, net als de derde buitenruimte, uitgediept tot op het niveau van -1. Hierdoor genieten de bureau, fitness en personeelsruimte op de kelderverdieping van natuurlijke lichtinval en verluchting.
Op de zevende verdieping wordt achteraan een buitenruimte voor technieken voorzien, daar waar voorheen een hotelkamer was voorzien. De technieken worden akoestisch van het binnengebied afgeschermd. Het oorspronkelijke volume wijzigt echter niet.
Visueel-vormelijke elementen
De gevraagde wijzigingen ten opzichte van de laatste vergunde toestand omvatten onder meer aanpassingen aan de gevels. Het materiaalgebruik van de gevels blijft ongewijzigd.
Naar aanleiding van de interne gewijzigde indeling wordt voorgesteld om de posities en openingen van de ramen en deuren in de gevels te wijzigen. De voorgestelde aanpassingen hebben geen invloed op de privacy van aanpalende percelen en garanderen nog steeds voldoende daglichttoetreding in de achterliggende verblijfsruimten.
Verder wordt de gevelpui gewijzigd voor wat de indeling en profilering betreft. De toegang tot het hotel wordt nu uitgevoerd door automatische schuifdeuren met sas. De grotere glaspartijen voorzien de ontbijtruimte en lobby van meer daglichttoetreding, hetgeen positief beoordeeld wordt.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gedeeltelijk gesitueerd in een pand opgenomen in de vastgestelde inventaris van onroerend erfgoed. In CHE-gebied en voor panden opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
De stedelijke dienst Monumentenzorg adviseert het volgende:
“Het pand in de Anneessensstraat 10 is vastgesteld als bouwkundig erfgoed van 14 september 2009 tot heden. Het werd opgericht als clubhuis Claridge, een luxueuze feestzaal in exclusieve art-deco. Het ontwerp werd getekend door architect Adolphe Van Coppernolle in 1930. Onderzoek wees uit dat het pand in de loop van de 20ste eeuw zeer grondig werd verbouwd. Enkel de beeldbepalende voorgevel bleef bewaard. Deze bestaat uit een natuurstenen parement met overkragende kroonlijst en een geaccentueerde middentravee. Op de gelijkvloerse verdieping is een centrale toegang met afgeschuinde hoeken waarin een prachtige beglaasde vleugeldeur met art-deco smeedwerk. Op de eerste verdieping worden de achterliggende ruimtes verlicht door een breed deurvenster, eveneens met afgeschuinde hoeken, geflankeerd door cannelures bekroond door gestileerde rozen. Ook dit deurvenster, met groot bovenlicht, is voorzien van zeer fijn smeedwerk in zuivere art-deco. Apart, waaiervormig balkon met lage ijzeren leuning, afgeronde balkonplatform met lage ijzeren leuning. Op de tweede verdieping wordt de gevel door vier smalle, verticale vensterregisters geopend, waar opnieuw het art-deco smeedwerk opvalt. Deze verdieping is geaccentueerd door hoeklisenen met gestileerd roosmotief. Het kleurrijke oorspronkelijke glas in lood is verdwenen.
Artikel 5 §1 van de stedelijke bouwcode onderwerpt de wijziging van de bestaande toestand van deze gebouwen aan de wenselijkheid van behoud. Met name het behoud van de elementen met cultuurhistorische waarde. Bij de aanvraag werd een nota toegevoegd. Deze nota laat ons conform artikel 5 §2 van de bouwcode toe om de impact van de geplande ingrepen op de erfgoedwaarde te kunnen beoordelen.
De straatgevel is beeldbepalend. Een object/complex is beeldbepalend wanneer voor het exterieur de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog is. In 2018 werd een vergunning verleend voor de oprichting van een nieuwbouwcomplex met integraal behoud van de waardevolle art-deco gevel. Voorliggende aanvraag betreft een aantal aanpassingen aan de nieuwe delen van het complex.
De geplande ingrepen hebben geen impact op de historische straatgevel en kunnen dus gunstig geadviseerd worden door de stedelijke dienst Monumentenzorg.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het totaal aantal hotelkamers blijft gelijk ten opzichte van de vergunde toestand. De indeling en de afmetingen van de kamers werden echter gewijzigd. Ook de interne circulatie werd aangepast. Deze aanpassingen hebben geen hinderlijke effecten op de verblijfskwaliteit van de hotelkamers. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen dienen te worden nageleefd.
Er wordt opgemerkt dat de ontbijtruimte en keuken in de kelder, net zoals in de vergunde toestand, niet voorzien zijn van rechtstreekse lichtinval en hierdoor strijdig zijn met de voorgeschreven minimale eisen inzake lichtinval en luchttoevoer. Zoals in de voorgaande aanvraag meegegeven, is een verblijfsruimte een ruimte waar men verschillende uren na elkaar doorbrengt en heeft daardoor inderdaad nood aan rechtstreekse licht- en luchtinval. Er wordt niet geacht dat zowel klanten of personeel meerdere uren per dag in deze ontbijtruimte zouden doorbrengen. Dit geldt ook voor de keuken, eveneens een verblijfsruimte, maar gezien het hier enkel gaat om het klaarmaken van het ontbijt, zoals de bouwheer bevestigd heeft, zal deze keuken enkel sporadisch gebruikt worden.
Om deze redenen is het ontbreken van rechtstreeks licht hier toegelaten.
Wat wel verbetert ten opzichte van de voorgaande vergunningsaanvraag is de bijkomende eetruimte op het gelijkvloers, die wel degelijk van veel daglichttoevoer voorzien is. Als voorwaarde bij vergunning wordt daarom opgelegd dat de ontbijtruimte op het niveau -1 slechts gebruikt mag worden als overflow van de eetruimte op het gelijkvloers.
Tevens wordt opgemerkt dat het bureau ter hoogte van de linnenkamer op niveau -1 niet voorzien is van rechtstreekse daglichttoetreding en luchttoevoer. Hiervoor kan een afwijking van de bouwcode worden toegestaan gezien het gebruik van deze ruimte niet als volwaardige verblijfsruimte kan beschouwd worden.
Verder wordt vastgesteld dat er verscheidene strijdigheden zijn met de voorschriften van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid.
De inkomzone van nummer 10 heeft een opstap van meer dan 2 cm in strijd met artikel 18 van deze verordening. Gezien het hier om een gevel met erfgoedwaarde gaat, is het niet wenselijk om hier enige wijziging aan te brengen. In de naastgelegen nieuwe gevel wordt een secundaire ingang voorzien die wel voldoet qua toegankelijkheid. De overige strijdigheden met de verordening, waarvan niet kan worden afgeweken, worden als voorwaarde opgenomen in de vergunning.
Omwille van de veiligheid en bereikbaarheid van de hulpdiensten moet er voldoende indoor radiodekking zijn. Er is advies gevraagd aan ASTRID-veiligheidscommissie en zij leggen op dat er indoordekking aanwezig moet zijn gezien de mogelijke gelijktijdige publieke toegankelijkheid het criterium van 150 personen ruim overschrijdt. Dit advies zal bij deze vergunning opnieuw als voorwaarde opgenomen worden.
Aquafin heeft een hydraulisch en technisch advies uitgebracht, dat wordt gehecht aan deze vergunning. In de Anneessensstraat ligt een gemengde riolering die met de bovenkant ongeveer 2,4 meter onder het maaiveld zit. Er is in bestaande toestand voor dit project een huisaansluiting aanwezig en indien mogelijk dient deze hergebruikt te worden.
Met voorliggende aanvraag is het ontwerp aangepast ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Er wordt een septische put voorzien van 92.600 liter, hetgeen conform de bouwcode is. Er wordt 436,5 m² groendak aangelegd en 50 m² gewoon dak. Er wordt ook meer open ruimte gecreëerd. Hiervoor wordt een gecombineerde hemelwater- en bufferput van 16.520 liter geplaatst met hergebruik voor de spoeling van de toiletten van de hotelkamers en eventueel onderhouden en bewateren van de groenaanleg. Hiermee kan akkoord gegaan worden.
Er is een gemengde riolering in de straat. De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samengenomen te worden met de RWA-overloop en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat. De voorziene diameter van de DWA-aansluiting staat niet vermeld op de plannen. Deze huisaansluiting mag 125 mm tot maximaal 200 mm bedragen.
De algemene voorwaarden in het advies van Aquafin, die reeds opgelegd waren bij de voorgaande vergunning, blijven geldig.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
“The Stage” betreft een hotel met 99 kamers. Deze zijn alle voorzien van een badkamer met douche en toilet, TV, wifi en airconditioning. Het hotel zal beschikken over een beperkte keuken (voorbereiden ontbijtbuffet en opwarmen van snacks) en eetruimte. De van toepassing zijnde ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) omvatten het lozen van huishoudelijk afvalwater, een wasserij, koelinstallaties en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen. Al deze activiteiten zijn in de derde klasse ingedeeld.
Voor de verwarming zijn er twee gasketels met elk een vermogen van 100 kW. De noodgenerator heeft een vermogen van 40 kW. Door de lage vermogens zijn deze toestellen niet ingedeeld. Ook de transformator met een vermogen van 400 kVA is niet meer ingedeeld.
In de kelder is er een wasserijruimte voor de hotelgasten voorzien. Het afvalwater afkomstig van deze wasmachines wordt aanzien als bedrijfsafvalwater. Hiervoor wordt van ambtswege rubriek 3.4.1.a aan de vergunning toegevoegd waarbij het bedrijfsafvalwater kan geloosd worden aan een maximaal debiet van 2 m³/uur.
De hinder afkomstig van deze derde klasse inrichtingen wordt beperkt geacht.
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3 §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van ASTRID-veiligheidscommissie zijn op te volgen.
3. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van Aquafin zijn op te volgen.
4. Er moet worden voldaan aan volgende bepalingen van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid:5. De ontbijtruimte en keuken in de kelder zijn niet te gebruiken als verblijfsruimten, maar slechts voor sporadisch gebruik in functie van ontbijt, als overflow van de eetruimte op het gelijkvloers.
6. Er moet een vetafscheider voorzien worden conform artikel 44 van de bouwcode.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 5.475,00 m³/jaar |
3.4.1°a) | het zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater (BA) dat al of niet één of meer van de gevaarlijke stoffen (GS), vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria vermeld in de kolom "indelingscriterium GS" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 (Vlarem II) met een debiet tot en met 2 m³/uur, als het BA geen hogere concentratie van GS dan de voormelde concentraties bevat; | 2,00 m³/uur |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 147,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500,00 liter |
46.1°b) | wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW; | 10,00 kW |
Lasten
Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.
De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.
De voorliggende aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het kaderbesluit ‘Stedenbouwkundige lasten’ goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 2018_CBS_02203).
Op 27 juli 2018 (jaarnummer 7010) keurde het college de overeenkomst met de betrokken bouwpromotor, MBS NV omtrent de stedenbouwkundige ontwikkelingskosten met betrekking tot de ontwikkeling van projectgebied Anneessensstraat 8-12, district Antwerpen (2018138), district Antwerpen, goed.
Huidige aanvraag omvat aanpassingen binnen de dagvlakken van het vergunde volume, waarbij de vorm en de bestemming van het reeds vergunde gebouw hetzelfde blijft. Slechts enkele interne wijzigingen en verschuivingen van raamopeningen in het gevelvlak worden doorgevoerd ten opzichte van de vergunde toestand.
Over het geheel gezien kan geoordeeld worden dat de wijzigingen van voorliggende aanvraag ten opzichte van de verkregen stedenbouwkundige vergunning (OMV_2018003966) beperkt zijn, waardoor er geen bijkomende taken voor de overheid gecreëerd worden.
Besloten kan worden dat aan de SOK plicht is voldaan binnen de afspraken gemaakt en vastgelegd in bovenvermelde overeenkomst bij de initiële vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 mei 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 15 september 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 14 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 12 februari 2024 |
Verslag GOA | 2 november 2023 |
Naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd één bezwaarschrift ingediend, dat ontvankelijk is, voornamelijk handelend over:
Beoordeling:
De technische installaties worden afgeschermd met akoestische schermen. De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen opgenomen in Vlarem II. Indien de akoestische schermen hiervoor niet zouden volstaan, is de exploitant verplicht om bijkomende maatregelen te nemen.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van ASTRID-veiligheidscommissie zijn op te volgen.
3. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van Aquafin zijn op te volgen.
4. Er moet worden voldaan aan volgende bepalingen van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid:5. De ontbijtruimte en keuken in de kelder zijn niet te gebruiken als verblijfsruimten, maar slechts voor sporadisch gebruik in functie van ontbijt, als overflow van de eetruimte op het gelijkvloers.
6. Er moet een vetafscheider voorzien worden conform artikel 44 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 5.475,00 m³/jaar |
3.4.1°a) | het zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater (BA) dat al of niet één of meer van de gevaarlijke stoffen (GS), vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria vermeld in de kolom "indelingscriterium GS" van artikel 3 van bijlage 2.3.1 (Vlarem II) met een debiet tot en met 2 m³/uur, als het BA geen hogere concentratie van GS dan de voormelde concentraties bevat; | 2,00 m³/uur |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 147,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500,00 liter |
46.1°b) | wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW; | 10,00 kW |