2023_CBS_07984 - Omgevingsvergunning - OMV_2023094909. Amerikalei 214. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          08/02/1937: vergunning (18#6969) binnenveranderingen;

-          14/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/98270

Vergunde toestand

-          functie:

• meergezinswoning
• 4 eenslaapkamerappartementen zonder gekende netto vloeroppervlakte;

-          bouwvolume:

• 4 bouwlagen met een zadeldak en een achterliggend plat dak; 
• de hoogte en bouwdiepte zijn niet gekend, maar is volgens de indeling van de plannen gelijkaardig aan de bestaande toestand;

-          gevelafwerking:

• niet gekend

-          inrichting:

• het perceel heeft een meergezinswoning tot tegen het openbaar domein met achteraan een kleine achtertuin.

Bestaande toestand

-          Voor zover gekend, wijkt de bestaande toestand niet af van de vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          functie: 

• meergezinswoning
• 1eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 74m²;
• 2 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 84m²;
• 1 drieslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 150 m²;

-          bouwvolume:

• 4 bouwlagen met een zadeldak en een achterliggend plat dak; 
• bouwdiepte 17,27 m/hoogte 20,15m;

-          gevelafwerking:

• de voorgevel zelf wordt grotendeels behouden, enkel de voordeur wordt met een wit geschilderd houten buitenschrijnwerk vervangen;
• het dak wordt ook verhoogd en afgewerkt met rood-oranje dakpannen en twee dakvlakramen uit donkergrijs gebeitst hout;

-          inrichting:

• de inrichting van het perceel blijft ongewijzigd.

Inhoud van de aanvraag 

-          Verbouwen van een meergezinswoning

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1) en artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.

Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvrager wenst een meergezinswoning met 4 wooneenheden te verbouwen. Het aantal wooneenheden blijft behouden. De woonfunctie is inpasbaar in de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het huidige zadeldak wordt vervangen door een nieuw zadeldak. Dit creëert voldoende hoogte voor de leefruimte op de dakverdieping.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aan de stedelijke dienst Monumentenzorg werd advies gevraagd.

Deze vijf huizen maken deel uit van een rij van negen woningen (202-218) die als één neoclassicistisch ensemble werden gebouwd naar ontwerp van Alphonse Pauwels van 1900 voor diamantair Henri Jacques Krijn. De gevelrij sluit aan bij het ensemble dat Pauwels een jaar eerder voor Krijn tekende op de hoek met de Baron Dhanislaan (zie nrs. 196A-200/ Baron Dhanislaan 20). De seriebouw doet vermoeden dat het wellicht om huizen gaat die werden verhuurd, hetzij als eengezinswoning, hetzij onderverdeeld in appartementen per verdieping. Ondanks de onderbrekingen door nieuwbouw vormen deze twee rijen samen een groot homogeen geheel op de Amerikalei.

Het ensemble van negen woningen werd opgebouwd uit drie samenstellen van drie gelijkaardige woningen. Nrs. 202-206 zijn woningen van drie bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak, met bepleisterde en beschilderde lijstgevels geritmeerd door zijpilasters, kordons en balkons. De drie woningen kregen een identieke, repeterende uitwerking van de begane grond: souterrain met hardstenen parement en bel-etage met imitatievoegen in de bepleistering en rondbogige muuropeningen. De identieke gevels van nrs. 202 en 206 flankeren het centrale nr. 204. Nr. 206 werd vervangen door nieuwbouw; nr. 202 met drie rechthoekige vensters op tweede bouwlaag waarvan het centrale geaccentueerd door balkon en rond fronton. Bovenverdieping met vier gekoppelde smalle rechthoekige vensteropeningen waartussen smalle pilasters. Onder de kroonlijst een fries met fijn stucwerk: ranken rondom een centraal medaillon. Nr. 204 heeft een brede driezijdige erker op de tweede bouwlaag, die het balkon draagt van de bovenverdieping; daar drie gekoppelde vensters met pilasters ertussen. De kolossale pilasters en de erker leggen het accent op deze oorspronkelijk centrale woning.

Nrs. 208-212 werden op dezelfde manier als samenstel uitgewerkt, met de iets rijker gedecoreerde gevel van nr. 210 als centrum van de twee identieke woningen op nrs. 208 en 212. Burgerhuizen van drie bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak, sterk gelijkende, repeterende uitwerking van de begane grond met hardstenen parement voor souterrain, twee rechthoekige vensters en een deur met sterk gedecoreerd bovenlicht in het geblokte stucparement. Houten kroonlijst op klossen en modillons. Nr. 208 werd vervangen door nieuwbouw. Nr. 210 met centrale erker op tweede bouwlaag, geflankeerd door twee rondboogvensteropeningen. Drie rondbogige, gekoppelde deurvensters met balkon op de derde bouwlaag. De bovenverdieping is gedecoreerd met pilasters tussen de ramen en als zijafwerking van de gevel en stucversiering in de boogvelden. Nr. 212 met rechthoekige vensteropeningen en accentuering van de venstertraveeën door pilasters en balkons op tweede en derde bouwlaag.

Van het samenstel van drie woningen van drie traveeën en vier bouwlagen op nrs. 214-218 blijft enkel nr. 214 over; de andere woningen werden door nieuwbouw vervangen. Deze woningen werden gekenmerkt door een lage begane grond met hardstenen parement als sokkel voor de drie verdiepingen. Rechthoekige muuropeningen voor 214 en 218; het accent op de centrale woning nr. 216 werd gelegd door rondboogvensters en een brede erker op de bel-etage. De twee rechter venstertraveeën van nr. 214 worden door balkons en een fries met stucversiering samen gevoegd. Kroonlijst op klossen en modillons.

Het pand nummer 214 werd een eerste keer verbouwd in 1937, op dat moment werd een volledig nieuwe perceelsbrede aanbouw voorzien over alle bouwlagen en werd het interieur aangepast. De latere ingebruikname van het pand als ‘club’ heeft het interieur verder uitgehold waardoor er nog weinig oorspronkelijke interieurelementen bewaard bleven, waaronder de traphal met aankleding en de schouwen in de voorplaats op de verdiepingen.

Men wenst het pand te verbouwen, het zadeldak te versteilen en nieuw schrijnwerk te voorzien in alle gevels.

Vanuit oogpunt monumentenzorg zijn de interne aanpassingen aanvaardbaar. De eerdere verbouwingscampagnes hebben het interieur uitgehold. De nog aanwezige waardevolle interieurelementen blijven bewaard alsook de indeling van het voorhuis blijft afleesbaar. De versteiling van het zadeldak is aanvaardbaar.

In de voorgevel wordt het schrijnwerk vervangen naar oorspronkelijk model. Dit is principieel aanvaardbaar en zal de beeldwaarde van het inventarispand opnieuw versterken wat erg wordt geapprecieerd. Er kan geopteerd worden voor een vervanging van het bestaande schrijnwerk of er kan gewerkt worden met onze typedetails. Deze zijn reeds in het bezit van de bouwheer. De gewenste nieuwe voordeur naar historisch model is geïnspireerd op de buren. Bij de buren is de oorspronkelijke deur niet meer aanwezig en is de indeling atypisch. Een model geïnspireerd op het bouwplan uit 1900 is aangewezen. Het bouwplan werd intussen aan de bouwheer bezorgd en aangepaste tekeningen worden voorbereid.

Het schrijnwerk in de voorgevel dient in eenzelfde kleur geschilderd. Momenteel zijn de ramen grijs voorzien en de nieuwe voordeur wit. 

Het bovenstaande advies kan als gunstig geïnterpreteerd worden indien voldaan is aan deze voorwaarden. Dit wordt bijgetreden vanuit stedenbouwkundig oogpunt. Het naleven van onderstaande voorwaarden van het advies van de dienst Monumentenzorg wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Beperkte wijzigingen worden doorgevoerd om de algemene woonkwaliteit te verbeteren.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. De voorwaarden van de dienst Monumentenzorg na te leven:

- detailtekeningen van het schrijnwerk terug te koppelen voor productieakkoord;

- de voordeur te inspireren op het bouwplan uit 1900;

- het schrijnwerk van de voorgevel (voordeur + ramen) in eenzelfde neutrale kleur te schilderen en deze kleurstelling terug te koppelen. 

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten