2023_CBS_07999 - Omgevingsvergunning - OMV_2023093792. Oranjestraat 142. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          18/12/1953: toelating (18#31930) voor veranderingswerken;

-          22/02/1929: toelating (1929#32545) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          13/03/1924: toelating (1924#17630) voor binnenveranderingen.

Geacht vergunde toestand

-          functie:

• meergezinswoning;

-          bouwvolume:

• 3 bouwlagen met mansardedak;
• achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak ter hoogte van de rechter perceelsgrens;
• achterbouw van 1 bouwlaag en open koer langs de linker perceelsgrens;
• bouwdiepte hoofdvolume circa 9,30 meter;
• bouwdiepte achterbouw 17,85 meter op de rechter perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

• voorgevel in polychroom metselwerk in gele, groene en witte kleuren met mozaïek decoraties;
• plint en dorpels in blauwe harsteen;
• buitenschrijnwerk en kroonlijst in hout;
• leien mansardedak.

Bestaande toestand

-          functie:

• eengezinswoning;

-          bouwvolume:

• 3 bouwlagen met mansardedak;
• achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak ter hoogte van de rechter perceelsgrens;
• achterbouw van 1 bouwlaag en veranda langs de linker perceelsgrens;
• bouwdiepte hoofdvolume circa 9,30 meter;
• bouwdiepte achterbouw 17,85 meter op de rechter perceelsgrens en 19 m op de linker perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

• voorgevel in polychroom metselwerk in gele, groene en witte kleuren;
• plint en dorpels in blauwe harsteen;
• buitenschrijnwerk in hout;
• kroonlijst in grijsbruin hout;
• mansardedak in horizontale houten beplanking in grijsbruine kleur.

Nieuwe toestand

-          functie: 

• eengezinswoning

bouwvolume:

• 3 bouwlagen met mansardedak;
• achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak ter hoogte van de rechter perceelsgrens;
• achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak langs de linker perceelsgrens;
• bouwdiepte hoofdvolume circa 9,30 meter;
• bouwdiepte achterbouw 14,20 meter op de rechter perceelsgrens en 13,45 m op de linker perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

• voorgevel in polychroom metselwerk in gele, groene en witte kleuren;
• plint en dorpels in blauwe harsteen;
• buitenschrijnwerk in hout;
• kroonlijst in wit hout;
• mansardedak verticale houten beplanking in groen/witte kleur;

-          inrichting:

• dakterras op de eerste verdieping ter hoogte van de linker perceelsgrens;
• inpandig terras in de achterbouw op de tweede verdieping;
• dakterras ter hoogte van het mansardedak aan de voorgevel.

Inhoud van de aanvraag

-          gedeeltelijk slopen van de achterbouw en de daklaag;

-          voorzien van een nieuwe achterbouw en daklaag;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          isoleren van de achtergevels;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:

• artikel 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld:

Het talrijkst zijn mansardedaken afgewerkt met leien. De uitwerking in hout kan bijgevolg bezwaarlijk kenmerkend voor de omgeving genoemd worden.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

• artikel 19 Tuinafsluitingen: indien de achtertuin wordt afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter. De tuinmuur met de linker aanpalende (Oranjestraat 144) heeft een hoogte van meer dan 2,60 m;

• artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de hoogte van de bureauruimte op de eerste verdieping is beperkt tot 2,40 m. Dit is minder dan de minimaal vereiste 2,60 m voor verblijfsruimten;

• artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
  de woning wordt niet voorzien van een gescheiden rioolstelsel bestaande uit 1 DWA en 1 RWA;
• artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
  het rioolstelsel wordt niet gescheiden aangeboden aan de straat.
   

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat en 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat en 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De vergunde woning omvat een hoofdbouw van 3 bouwlagen met mansardedak, aangevuld met een achterbouw van 3 bouwlagen ter hoogte van de rechter perceelsgrens en 1 bouwlaag langs de linker perceelsgrens. Het bouwvolume werd in de bestaande toestand nog uitgebreid met een veranda langs de linker zijde.

In voorliggende aanvraag wordt het bouwvolume aan de achterzijde deels gesloopt waardoor de bouwdiepte aanzienlijk wordt gereduceerd. Ten aanzien van de vergunde en bestaande toestand wordt beduidend meer open ruimte gecreëerd die groen en kwalitatief wordt ingericht. De ontpitting van het perceel komt het binnengebied ten goede.

Bovenop het creëren van meer open ruimte op maaiveldniveau worden in voorliggende aanvraag ook meerdere terrassen ingericht op de verdiepingen. Op de eerste verdieping wordt aansluitend aan de leefruimte en bureau, een klein dakterras ingericht op het platte dak van de achterbouw. Op de tweede verdieping wordt in de achterbouw een inpandig terras gecreëerd waarbij de bestaande dakbalken bewaard blijven als open pergola structuur. Tot slot wordt in de daklaag op de derde verdieping een dakterras ingericht dat zich oriënteert naar de voorzijde en zicht heeft op Park Spoor Noord. Alle terrassen houden voldoende afstand tot de perceelsgrenzen of bevinden zich naast de hoger opgaande scheidingsmuren waardoor ze niet onaanvaardbaar storend zijn voor de privacy van de aangrenzende eigendommen.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel in polychroom metselwerk met gele, groene en witte gevelsteen op een plint in blauw hardsteen wordt voorzien van nieuw houten buitenschrijnwerk. De kroonlijst wordt geschilderd in een witte kleur. Deze ingrepen zijn afgestemd op het gevelgeheel en passen zich in in de omgeving.

Daarnaast wordt het uitzicht van de daklaag in voorliggende aanvraag grondig gewijzigd. Er wordt een afwerking voorzien in verticale houten gevelbeplanking in een groene en witte kleur. Conform artikel 1.3 van het RUP dient de ‘materialisatie in harmonie te zijn met de omgeving’. Daklagen afgewerkt in hout zijn niet kenmerkend voor de omgeving waardoor de aanvraag strijdig is met bovenstaand artikel. Gezien de houten planken worden geschilderd in afwisselend een groene en witte kleur, afgestemd op de kleuren en het verband van de gevelstenen in de onderliggende gevel, kan echter gesteld worden dat een afwijking hier wel aanvaardbaar is gelet op de afstemming van de gehele afwerking op de architectuur van de totale constructie. De gevelopening die wordt voorzien in de daklaag is voorzien van een boogvorm waardoor deze zowel qua vormgeving als qua uitlijning ook is afgestemd op de onderliggende raamopeningen.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In voorliggende aanvraag wordt de achtergevel van de aanbouw voorzien van een grote dubbelhoge raamopening waardoor het contact tussen de verblijfsruimten en de stadstuin wordt versterkt. Bovendien kan door de realisatie van een vide ter hoogte van de achtergevel het licht tot diep in de woning binnendringen wat de woon- en leefkwaliteit van de woning aanzienlijk verhoogt.

Door de afbraak van de veranda ter hoogte van de linker perceelsgrens, wordt een deel van de scheidingsmuur een tuinmuur. Tuinmuren mogen in overeenstemming met artikel 19 van de bouwcode maximaal 2,60 m hoog zijn. De tuinmuur met de linker aanpalende (Oranjestraat 144) voldoet hier niet aan waardoor de aanvraag strijdig is met dit artikel. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd om de tuinmuur met Oranjestraat 144 te verlagen tot maximaal 2,60 m. De tuinmuur met het pand in de Biekorfstraat 57-59 bedraagt 5,80 m. Hoewel dit ook meer is dan hetgeen is toegestaan, werd voor deze tuinmuur in 2002 een vergunning verleend waardoor deze niet dient verlaagd te worden.

De bureauruimte die wordt ingericht op de eerste verdieping van de achterbouw heeft een vrije hoogte die beperkt is tot 2,40 m. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 m. Gezien alle andere ruimtes in de woning wel voldoende vrije hoogte hebben en de bureauruimte grenst aan de dubbelhoge eetruimte, kan hier een afwijking worden toegestaan.

Tot slot wordt opgemerkt dat de aanvraag in strijd is met artikel 40 en 41 van de bouwcode. Omdat het over een grondige verbouwing gaat waarbij de volledige woning voorzien is van een onderkeldering, wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat de RWA en DWA gescheiden moeten worden aangelegd en gescheiden moeten worden aangeboden aan de straat, conform bovenstaande artikels van de bouwcode.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De tuinmuur met het links aanpalende perceel (Oranjestraat 144) te verlagen tot 2,60 m conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.

2. De woning te voorzien van een gescheiden rioolstelsel met 1 DWA en 1 RWA dat gescheiden wordt aangeboden aan de straat conform de bepalingen van artikel 40 en 41 van de bouwcode.

3. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

1.      Afwerking gemene muur: het is voor de bezwaarindiener niet duidelijk af te leiden uit de aanvraag welke maatregelen zullen worden genomen om de vrijgekomen delen van de scheidingsmuren, ten gevolge van de gedeeltelijke afbraak van het bouwvolume, te beschermen op vlak van stabiliteit en water- en winddichtheid.

Beoordeling: De plannen bevatten voldoende informatie om de aanvraag te kunnen beoordelen. De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond de stabiliteit en afwerking van de scheidingsmuren betreffen uitvoeringstechnische aangelegenheden die los staan van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.
Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

2.      Plaatsbeschrijving: de bezwaarindiener wenst dat er voor aanvang van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving wordt opgemaakt.

Beoordeling: Het opmaken van een plaatsbeschrijving is een burgerrechterlijke aangelegenheid tussen de partijen en is niet stedenbouwkundig van aard.

Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.