Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023082553 |
Gegevens van de aanvrager: | Wesley Hof met als adres Vorstenhuislaan 34 te 2610 Wilrijk |
Ligging van het project: | Vorstenhuislaan 34 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 44 sectie D nr. 493K4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en renoveren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/06/1986: vergunning (19868504) voor een open afdak;
- 06/02/1978: weigering (197780215) voor het oprichten van een bijgebouw;
- 27/01/1965: vergunning (19648414) voor het bouwen van een woning;
- 01/09/1964: vergunning (19648310) voor het bouwen van een garage.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- isoleren en afwerken van de gevels;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Het dak van de kantoorruimte met een oppervlakte van 28 m² wordt niet voorzien als groendak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In 1986 werd er een vergunning verleend voor een volume tussen de garage en de woning. Er is toen een gunstig advies verleend voor een gevel richting de straatkant met daar achter een overkapping. Dit werd gunstig beoordeeld omdat de bestaande tuinmuren werden behouden als tuinmuren en niet omgevormd worden tot (hogere) scheidingsmuren. Bijkomend bleef er een open verbinding bestaan tussen de garage en de tuinzone.
De overdekte tuinzone was ook voorzien tussen beide volumes in plaats van achteraan de woning waardoor de achterliggende tuinzone voldoende groot bleef.
In voorliggende aanvraag wordt het volume tussen garage en woning uitgebreid en ingericht als bureau. Achter de woning is een bijkomend volume onder hellend dak (veranda) toegevoegd. De open ruimte achteraan de woning die overblijft wordt volledig verhard.
Deze aanpassingen vormen tuinafsluitingen om tot scheidingsmuren waar niet tegenaan zal gebouwd worden én verkleinen de tuinzone onaanvaardbaar.
De wijzigingen komen bijgevolg niet in aanmerking voor een gunstig advies, zoals ook eerder meegegeven in voorbespreking,.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels van de woning worden geïsoleerd en afgewerkt met bepleistering in een lichte kleur. De bestaande elementen in natuursteen worden hiervoor gesupprimeerd.
Dit is strijdig met artikel 11 van de bouwcode dat bepaalt dat elementen zoals natuursteen niet bedoeld zijn om te bepleisteren.
Bij een gunstig advies zouden hiervoor voorwaarden opgenomen kunnen worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er worden veel afwijkingen op de bouwcode vastgesteld die niet voor vergunning in aanmerking komen. Bijvoorbeeld de verharding in de tuinzone, de afsluiting van het perceel aan de straatzijde, onvoldoende vrije hoogte in verschillende ruimtes, ontbreken van een groendak, … Er is geen aanleiding om over deze afwijkingen een gunstig advies te verlenen.
Aan het college zal voorgesteld worden om de aanvraag te weigeren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Standpunt college
Het college sluit zich niet integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, die adviseert om voorliggende vergunningsaanvraag te weigeren.
In 1986 werd er een vergunning verleend voor een volume tussen de garage en de woning. In voorliggende aanvraag wordt dit volume uitgebreid en ingericht als bureau.
De omgevingsambtenaar is van oordeel dat de wijziging niet aanvaardbaar is omdat hierdoor enerzijds de tuinafsluitingen worden omgevormd tot scheidingsmuren waar niet tegenaan zal gebouwd worden en anderzijds de tuinzone onaanvaardbaar verkleind wordt. Bovendien merkt de omgevingsambtenaar op dat de bureau een hoogte heeft van 2,50 meter waar artikel 21 van de bouwcode een minimale hoogte oplegt van 2,60 meter.
Het college is van oordeel dat er geen scheidingsmuur wordt gecreëerd, noch bouwrechten ontstaan op het aanpalende perceel. Door de locatie op de hoek is de bebouwing op dit perceel aanvaardbaar, terwijl dit niets verandert aan de kenmerkende bouwdiepte van het aanpalende perceel gelegen in de auditoriumlaan. Door de aangevraagde aanbouw komt alles op één bouwlijn. De aanbouw heeft dezelfde bouwhoogte als de garage en de dakrand loopt in één lijn en hetzelfde materiaal door. Door het dichtbouwen van dit volume ontstaat een uniforme muur. Het college acht deze ingreep ruimtelijk aanvaardbaar. Ook de beperkte afwijking op artikel 21 voor de bureauruimte is aanvaardbaar.
De aanvraag voorziet bovendien een bijkomend volume onder hellend dak (veranda) achteraan de woning. Hierdoor wordt de tuinzone op onaanvaardbare wijze verkleind. Deze uitbreiding wordt dan ook uitgesloten van vergunning.
De aanvrager wenst de gevels van de woning en aanbouw te isoleren en wit te bepleisteren. Het isoleren en bepleisteren van de voorgevel doet geen afbreuk aan de voorgevel. Er komen zowel voorgevels voor die afgewerkt zijn met metselwerk alsook enkele bepleisterde gevels. De gevraagde gevelaanpassing is visueel inpasbaar in de straat.
De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet. Dit zal worden opgelegd in voorwaarden.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen (raamdorpels, plint, kroonlijst…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen.
Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Het college is het eens met de omgevingsambtenaar dat er voor volgende strijdigheden met de bouwcode geen afwijking kan worden gegeven:
• De afsluiting van het perceel aan de straatzijde voldoet niet aan artikel 19 van de bouwcode;
• De achtertuin is volledig verhard wat strijdig is met artikel 27 §3 van de bouwcode;
• De oprit voldoet niet aan artikel 27 van de bouwcode;
• De slaapkamer links achteraan de dakverdieping voldoet niet aan artikel 21 van de bouwcode.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 juni 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 7 september 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 6 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 4 februari 2024 |
Verslag GOA | 30 oktober 2023 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden.
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter.
3. De arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.
4. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
5. De uitstekende kroonlijst te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
6. De elementen voor nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.
7. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.
8. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
9. Het bijkomend volume onder hellend dak (veranda) achteraan de woning wordt uitgesloten van vergunning.
10. De tuinafsluiting wordt uitgesloten van vergunning.
11. De verharding van de achtertuin in strijd met artikel 27 van de bouwcode wordt uitgesloten van vergunning.
12. De verharding van de oprit naar de garage in strijd met artikel 27 van de bouwcode wordt uitgesloten van vergunning.
13. De slaapkamer links achteraan de dakverdieping mag niet voorzien worden als verblijfsruimte.
14. De septische put te voorzien in overeenstemming met artikel 43 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.