Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023112418 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Elias Boulahtari met als adres Van Deynsestraat 50 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Van Deynsestraat 50 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 28 sectie A nr. 69V2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/11/1929: vergunning (329#4955) voor veranderingswerken aan het pand;
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voor- en achtergevel;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De bestaande vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met het woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het zadeldak van de bestaande woning wordt opgetrokken tot een volwaardige bouwlaag met plat dak. Deze ingreep kan gunstig beoordeeld worden. Het straatbeeld van het segment van de Van Deynsestraat met de even huisnummer tussen de De Francquelei en de De Gryspeerstraat wordt gekenmerkt door woningen met twee tot drie bouwlagen en overwegend platte daken. De kenmerkende bouwdiepte van het hoofdvolume bedraagt 9 meter. De optopping respecteert deze bouwdiepte.
Op de eerste verdieping werd het overdekte terras opgenomen in het volume van de woning als natte cel. De beperkte uitbouw blijft binnen het bouwvolume van de linker en rechteraanpalende woning. De integratie van het terras in het volume van de woning kan gunstig beoordeeld worden. De woning beschikt bovendien over een stadstuin die de rol van private buitenruimte opneemt.
De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De voor- en achtergevel van de woning worden na-geïsoleerd en bepleisterd. De bestaande gecementeerde streklagen op de voorgevel worden overgenomen in de bepleistering door middel van een kleurverschil (grijze boord op witte achtergrond). De gevelplint en de dorpels in arduin worden vernieuwd. Het buitenschrijnwerk blijft behouden.
De Van Deynsestraat wordt gekenmerkt door voorgevels in metselwerk in diverse kleuren. Het bepleisteren van de voorgevel wijkt af van dit referentiebeeld (bouwcode, artikel 6). Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Bepleistering zorgt echter voor een vervlakking van het straatbeeld. De aanvrager opteert echter om de oorspronkelijke gecementeerde streklagen over te nemen waardoor een zekere mate van detaillering wordt teruggebracht in de gevel. Deze ingreep wordt geapprecieerd. Er werden bovendien nog recente optoppingen vergund in de straat waarbij de voorgevel bepleisterd werd. Er kan bijgevolg met toepassing van artikel 3 een afwijking van artikel 6 worden toegestaan. Er wordt wel gesuggereerd om ook streklagen aan te brengen rond de ramen van de optopping. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld en wordt illustratief in rood aangeduid op het voorgevelplan nieuwe toestand (BA_VanDeynsestraat50_G_N_voorgevel_V2_ROOD).
Het schrijnwerk van de nieuwe ramen van de optopping wordt niet specifiek benoemd. Het buitenschrijnwerk van de bestaande ramen blijft behouden. Om een harmonieus gevelbeeld te bekomen moeten de nieuwe ramen in dezelfde kleur en materiaal worden uitgevoerd als het bestaande schrijnwerk. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Een kenmerkend detail bij de woningen in de omgeving vormt de overkragende kroonlijst. Deze geeft diepte aan de gevels. De optopping wordt echter afgewerkt met een zinken dakrandprofiel wat de vervlakking van de voorgevel benadrukt. In de voorwaarden bij de vergunning moet worden opgenomen dat de optopping moet worden afgewerkt met een overkragende kroonlijst.
Vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit dient verder aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails, die als voorwaarde zullen worden opgelegd in de vergunning. Het bepleisteren van een bakstenen gevel zorgt immers voor een vervlakking van het gevelbeeld. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven. De arrière-corps is het terugspringen van de gevellijn ter hoogte van de perceelgrens bij aaneengesloten bebouwing. Dit is een typische detaillering in een stedelijke context. Er moet gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk, die niet zichtbaar zijn na afwerking en de natuurstenen raamdorpels dienen na isolatie minstens 5 cm uit het geveloppervlak te steken om te voorkomen dat regenwater niet alsnog via de gevel naar beneden loopt.
Rekening houdende met artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, wordt tevens opgelegd om het gevelpakket (isolatie en bepleistering) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14 cm ten opzichte van de bestaande gevellijn.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Ter hoogte van de optopping beschikken de scheidingsmuren niet over een minimale opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak (bouwcode, artikel 34). Van dit artikel kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Daarom moet de dakbekleding vallen onder brandreactie klasse BROOF (t1). Dit moet als voorwaarde voor vergunning worden opgelegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het schrijnwerk van de ramen in de nieuwe bouwlaag moet uitgevoerd worden in dezelfde kleur en hetzelfde materiaal als de bestaande ramen.
3. De nieuwe bouwlaag moet afgewerkt worden met een overkragende kroonlijst aan de voorgevel conform de bestaande kroonlijst.
4. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.
5. De arrière-corps is te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.
6. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
7. De bestaande plint is te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal als het bestaande. Na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken.
8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
9. De streklagen moeten ook aangebracht worden rond de ramen van de bijkomende bouwlaag.
10. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1).
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 augustus 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 25 september 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 24 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 22 februari 2024 |
Verslag GOA | 14 november 2023 |
Naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het schrijnwerk van de ramen in de nieuwe bouwlaag moet uitgevoerd worden in dezelfde kleur en hetzelfde materiaal als de bestaande ramen.
3. De nieuwe bouwlaag moet afgewerkt worden met een overkragende kroonlijst aan de voorgevel conform de bestaande kroonlijst.
4. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.
5. De arrière-corps is te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.
6. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
7. De bestaande plint is te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal als het bestaande. Na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken.
8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
9. De streklagen moeten ook aangebracht worden rond de ramen van de bijkomende bouwlaag.
10. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1).
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.