2023_CBS_08177 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023021692. Bypass R1 Noord, tussen Antwerpen-Oost (E313) en Antwerpen-Noord (A12). Districten Merksem, Deurne, Borgerhout - Goedkeuring

1. Er wordt een afwijking toegestaan op de exploitatie-uren van de TOP A12-werf mits minimaal één week op voorhand de handhavingsdiensten van de stad (mi@antwerpen.be) op de hoogte gebracht worden wanneer afgeweken zal worden van het tijdsvenster 7.00 uur – 19.00 uur. Daarbij dienen steeds flankerende maatregelen in acht genomen te worden ten einde geluids- en stofhinder en andere onlosmakelijk verbonden hinder voor de omwonenden steeds tot het minimum te beperken.

2. Er wordt een afwijking toegestaan op de plaatsing van een groenscherm en omheining rond de TOP A12-werf mits de grondopslag, die voorzien is op de TOP A12-werf, prioritair gebeurt op die locaties waar ze als geluidsbuffer kunnen fungeren, en zodoende de hinder van de werf.

3. Op de plannen ontbreken geluidsschermen vanaf knooppunt Groenendaal op de inplantingsplannen en dwarsprofielen. Stad Antwerpen adviseert om deze geluidsschermen te voorzien zoals opgenomen in de geluidsmodellering in het MER en in de nota architect die bijgevoegd wordt in het dossier.

4. Bijzondere voorwaarde 6 uit VA1 kan geschrapt op voorwaarde dat geluidsmonitoring zowel voor risicobeheersing als voor verificatie van IIOA, op alle representatieve plaatsen en dat gedurende alle representatieve dagdelen gemeten wordt. Bijvoorbeeld het meetpunt aan de Geertshoek 100 is deels afgeschermd door de berm, en is dus niet representatief voor de geluidsdruk vanwege de IIOA op werfzone TOP A12 ter hoogte van de woningen aan de Ijsvogelstraat. Bijvoorbeeld indien een IIOA soms 's nachts wordt gebruikt, wordt de LAeq,24u niet enkel gemeten bij ingebruikname maar ook 's nachts bij effectief gebruik. Stad Antwerpen adviseert daarom om een monitoringspunt voor risicobeheersing toe te voegen ter hoogte van de meest nabije woning in de Ijsvogelstraat en gepaste maatregelen te nemen indien hier de voorgeschreven normen overschreden worden of hinder wordt veroorzaakt. Geluidsmonitoring van IIOA  wordt direct gerapporteerd via de online tool (en niet enkel via de jaarlijkse rapportering van verificatiemonitoring). Bijkomend wordt als voorwaarde toegevoegd dat stad Antwerpen  (milieuvergunningen@antwerpen.be; duurzame.stad@antwerpen.be) de rapporten ontvangt die voorzien zijn in het monitoringsplan en toegang krijgt tot de online raadpleegbare tool aangaande de risicobeheersing van geluid.

5. Bijzondere voorwaarde 13 uit VA1 dient uitgebreid te worden tot het projectgebied dat het voorwerp is van VA2. Voor wat betreft de bijstelling, en monitoring van de bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM voor de lozing van het opgepompte grondwater wordt verwezen naar het advies van VMM afvalwater.

6. Bij elke opstart van een bemalingspomp op een nieuwe drainstreng in het gebied R1-Oost of bij elke opstart van een nieuwe filterlijn in het gebied R1-Noord en zone K&L Schijnpoort en zone VA2, wordt het bemalingswater bemonsterd en geanalyseerd na de aanleg en het schoonpompen van de bemalingsinstallatie. Het bemonsteren en analyseren gebeurt door een erkend labo, in de discipline water, deeldomein grondwater als vermeld in artikel 6.5°a) van het VLAREL. Het bemonsteren gebeurt op het punt waar het bemalingswater de bemalingsinstallatie verlaat. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen zoals opgenomen in het vergunningenbesluit. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

• bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;
• bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk;
• bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

7. Stad Antwerpen adviseert Lantis om in samenspraak met ANB voorafgaandelijk mitigerende maatregelen vast te leggen in geval de werken negatieve gevolgen hebben op het grondwaterpeil.