Terug
Gepubliceerd op 08/01/2024

2024_CBS_00037 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden - OMV_2023040892. Boterlaarbaan 340 2100 Antwerpen en Van Strydoncklaan ZN, Boterlaarbaan ZN, Corneel Franckstraat ZN. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/01/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_00037 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden - OMV_2023040892. Boterlaarbaan 340 2100 Antwerpen en Van Strydoncklaan ZN, Boterlaarbaan ZN, Corneel Franckstraat ZN. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_00037 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden - OMV_2023040892. Boterlaarbaan 340 2100 Antwerpen en Van Strydoncklaan ZN, Boterlaarbaan ZN, Corneel Franckstraat ZN. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023040892

Gegevens van de aanvrager:

NV ALIDES REAL ESTATE INVESTMENT AND MANAGEMENT met als adres Foreestelaan 86 bus 201 te 9000 Gent

Eigenaars:

 

Ligging van het project:

Boterlaarbaan 340 2100 Antwerpen en Van Strydoncklaan ZN, Boterlaarbaan ZN, Corneel Franckstraat ZN te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 31 sectie B nrs. 347Z2, 348H5, 348M6, 348N6, 348W6, 348C7 en 348Z6

Vergunningsplichten:

verkavelen van gronden, stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verkavelen van percelen in 10 loten voor woningbouw, aanleggen van openbaar domein met aanhorigheden en bouwrijp maken van het terrein

 

Omschrijving aanvraag

 

Relevante voorgeschiedenis en vergunde toestand

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Bestaande toestand

-          terrein begrensd door Boterlaarbaan en Van Strydoncklaan in het noorden en oosten, tuinen van woningen in Dassatraat in het westen en het zuidelijke deel van het projectgebied Silsburg in het zuiden;

-          onbebouwd terrein, met onder meer een bomenrij met dominantie van berk en ruigte en pioniersvegetatie met beperkte opslag van struiken en bomen.

 

Nieuwe toestand

De voorliggende aanvraag omvat de ontwikkeling van het noordelijke deel (fase 1) van het projectgebied Silsburg. De aanvraag omvat onder andere volgende zaken:

  1. verkaveling met 10 loten voor woningbouw:

-          lot 1:

  • oppervlakte van 2.575 m²;
  • zone voor hoekgebouw met eengezinswoningen en/of meergezinsgebouwen;
  • toegestane bebouwing met maximale bouwdiepte van 16 m en variërend aantal bouwlagen van minimum 3 en maximum 5 bouwlagen onder plat dak;

-          lot 2:

  • oppervlakte van 1.267 m²;
  • zone voor gebouw met eengezinswoningen en/of meergezinsgebouwen aansluitend op de bebouwing van lot 1;
  • toegestane bebouwing met maximale bouwdiepte van 16 m met maximum 3 bouwlagen onder plat dak;

-          lot 3:

  • oppervlakte van 5.058 m²;
  • zone met meergezinsgebouwen, grenzend aan loten 4 tot 10 om daarmee een bouwblok te vormen;
  • toegestane bebouwing met maximale bouwdiepte van 17 m en variërend aantal bouwlagen van minimum 3 en maximum 5 bouwlagen onder plat dak;

-          loten 4-10:

  • elk lot heeft een oppervlakte van circa 121 m²;
  • ingesloten eengezinswoningen;
  • maximale bouwdiepte van 12 m;
  • minimum 2 en maximum 3 bouwlagen onder plat dak;

-          2 ondergrondse parkings;

-          2 private doorsteken voor de doorwaadbaarheid van het bouwblok voor bewoners, gebruikers en bezoekers;

  1. openbaar domein met infrastructuur, nieuwe openbare wegenis en aanhorigheden;
  2. gewijzigd reliëf voor de wadi’s als infiltratievoorziening;
  3. hoogstammige bomen worden geveld;
  4. ontbossing.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verkavelen van percelen in 10 loten;

-          aanleggen van openbaar domein (infrastructuurwerken);

-          vellen van hoogstammige bomen;

-          wijzigen van het reliëf voor het aanleggen van infiltratievoorzieningen;

-          ontbossen.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

 

Aangezien verkavelingen niet voorkomen op de Vlaamse of provinciale lijst, is het college bevoegd voor de vergunning.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Gemeentewegen

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Omschrijving beslissing

De gemeenteraad besliste in zitting van 1 december 2023 (jaarnummer 790) om:

-          de bezwaren over de 'aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg' te verwerpen;

-          zijn goedkeuring te hechten aan het bijgevoegd rooilijnplan ‘VA_RP_N_2_rooilijnplan nieuw’;

-          zijn goedkeuring te hechten aan de ligging, breedte en uitrusting van de Corneel Franckstraat en de Koudebeekstraat onder voorwaarden.

 

Voorwaarden

Voorwaarden:

  1. een beplantingsplan en padenstructuur dient te worden opgemaakt en verder te worden gedetailleerd in overleg met de de stedelijke dienst ‘Stadsbeheer Groen en Begraafplaatsen’.
  2. De voorwaarden gekoppeld aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, met betrekking tot het openbaar domein, dienen strikt te worden nageleefd.
  3. De voorwaarden gekoppeld aan het advies van de brandweer, met betrekking tot het openbaar domein, dienen strikt te worden nageleefd.
  4. De voorwaarden gekoppeld aan het advies van Aquafin en Water-link, met betrekking tot het openbaar domein, dienen strikt te worden nageleefd.
  5. De voorwaarden gekoppeld aan het advies van Proximus, met betrekking tot het openbaar domein, dienen strikt te worden nageleefd.
  6. De voorwaarden gekoppeld aan het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dienen strikt te worden nageleefd.
  7. De voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven.
  8. De houder van de vergunning is verplicht om de openbare wegenis (met inbegrip van de riolering), zoals aangegeven op de plannen en aangepast aan de (eventuele) voorwaarden, aan te leggen op eigen kosten.
  9. De verkavelaar zorgt voor de nodige leidingen voor water-, elektriciteits-, kabeltelevisie- en fm-distributie zodat alle individuele kavels zonder uitbreiding van het distributienet kunnen worden aangesloten. Indien een uitbreiding of aanpassing van één of meerdere distributienetten noodzakelijk is, zal hij hiervoor alle kosten en waarborgen dragen. Hij zal voor dit alles contact opnemen met de maatschappijen die voor de distributie instaan en zich volgens hun richtlijnen gedragen, ook wat een eventuele eigendomstoewijzing van de leidingen betreft na hun realisatie.
  10. Vooraleer onderhavige omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan worden uitgevoerd dient de verkavelaar:

-          een overeenkomst, conform het raadsbesluit van 26 oktober 2015 (jaarnummer 576), af te sluiten met de stad Antwerpen voor de kosteloze overdracht (kosteloos voor de stad) van de met infrastructuur voorziene gronden, gelegen in het toekomstig openbaar domein;

-          een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken te stellen in de handen van de stadsontvanger/financieel beheerder van de stad Antwerpen;

-          op eigen kosten te zorgen voor een opmetingsplan en een precad plan, opgemaakt door een beëdigd landmeter-expert of meetkundige-schatter van onroerende goederen;

-          de nodige bodemattesten aan te vragen.

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen

4 mei 2023

15 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

4 mei 2023

22 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

9 november 2023

17 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Aquafin

4 mei 2023

7 augustus 2023

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Fluvius System Operator

4 mei 2023

20 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

4 mei 2023

29 juni 2023

Ongunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

10 november 2023

15 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Preventie

9 november 2023

16 november 2023

Geen advies

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

4 mei 2023

8 mei 2023

Geen bezwaar

Proximus

4 mei 2023

23 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

Omgevingsloket Telenet

4 mei 2023

5 mei 2023

Geen advies

De Lijn Entiteit Antwerpen

4 mei 2023

26 mei 2023

Gunstig

Water-link

4 mei 2023

21 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

4 mei 2023

15 mei 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

9 november 2023

13 november 2023

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

4 mei 2023

23 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

4 mei 2023

25 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ Grond- en pandendecreet

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

 

27 november 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

4 mei 2023

30 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

4 mei 2023

16 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

4 mei 2023

23 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

9 november 2023

24 november 2023

Straatnamencommissie

4 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: woongebied.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.


Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 22/03/2023 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25370). De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod:
De aanvraag bestaat uit 10 loten. Hierdoor is een bescheiden last van toepassing. Een bescheiden kavel heeft een oppervlakte van ten hoogste 500 m². Kavels 4 t.e.m. 10 hebben een oppervlakte van circa 121 m² en voldoen aan de normen voor bescheiden kavels waardoor voldaan is aan de bescheiden last.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het verkavelen van de gronden in fase 1 van de ontwikkeling Silsburg. De projectzone grenst aan de Boterlaarbaan en Van Strydoncklaan en maakt deel uit van een ontwikkeling voor de gehele zone Silsburg.

 

De projectzone is volgens het GRUP ‘Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen’ bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen. Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: handel, horeca, bedrijven, kantoren en diensten, openbare en private nuts-en gemeenschapsvoorzieningen, openbare groene ruimten en openbare verharde ruimten, socioculturele voorzieningen en recreatieve voorzieningen.

 

De verkaveling voorziet voornamelijk woningbouw (eengezinswoningen en meergezinsgebouwen) en andere bestemmingen op maaiveldniveau. Deze bestemmingen worden voor loten 1 en 2 beperkt tot vrije beroepen. Voor loten 3-10 zijn meerdere bestemmingen mogelijk. Uit het ongunstig advies van de stedelijke dienst Business en Innovatie blijkt de bezorgdheid dat door de beperking in functies anders dan wonen – voornamelijk bij loten 1 en 2 – een gemengd stedelijk programma moeilijk bekomen kan worden. Bijgevolg wordt de tekst in de voorschrift 2.1.1 ‘enkel vrije beroepen’ aangepast naar ‘functies verwant aan het wonen’.

 

Verder is in het GRUP een minimum aandeel opgenomen voor woongelegenheden met kleine of middelgrote oppervlakte. Deze voorschriften maken integraal deel uit van de verkavelingsvoorschriften.

 

De verkavelingsaanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het doel is om de site kwalitatief in te vullen met nieuwe bouwblokken die het stedelijk weefsel aanvullen. Langs deze bouwblokken wordt een autoluw openbaar domein gecreëerd met veel groen, waardoor de nadruk wordt gelegd op groene ruimte en autoluwe verbindingen voor publiek gebruik. Naast het groene karakter van het openbaar domein, krijgt elk privaat perceel ook een private groene tuinzone, al dan niet gemeenschappelijk.

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor zowel het verkavelen van gronden als de wegenis en het openbaar domein, inclusief zaak der wegen.

 

De zone wordt verkaveld in 10 private loten en wordt als volgt opgedeeld:

-          Lot 1 met een oppervlakte van 2.574,99 m². Het hierop te voorziene volume betreft een L-vormig hoekgebouw dat aansluit aan de aangrenzende bestaande bebouwing langs de Boterlaarbaan. Er worden maximaal vijf bouwlagen onder plat dak voorzien als hoekaccent, de overige delen zijn maximaal vier bouwlagen. De bouwdiepte is maximaal 16 meter. Verder wordt een gemeenschappelijk tuinzone voorzien.

-          Aansluitend aan lot 1 wordt lot 2 voorzien met een oppervlakte van 1.266,87 m². Op lot 2 wordt een maximum bouwvolume voorgeschreven van drie bouwlagen hoog onder een plat dak en 16 meter diep. Op dit perceel wordt eveneens een gemeenschappelijke tuinzone voorzien en een doorgang naar die tuinzone.

-          Lot 3 heeft een oppervlakte van 5.057,87 m² en vormt een gesloten bouwblok met loten 4 tot 10, die opgedeeld zijn in aparte percelen van telkens 121 m² voor eengezinswoningen. De voorziene volumes hebben maximaal vijf bouwlagen onder plat dak als hoekaccent. Elders zijn vier bouwlagen toegelaten voor lot 3. Er wordt een maximale bouwdiepte van 17 meter voorgeschreven. Voor loten 4 tot 10 kan bebouwing van drie bouwlagen onder plat dak en een bouwdiepte van 12 meter op het gelijkvloers en eerste verdieping en 8 meter op de tweede verdieping voorzien worden. Verder worden gemeenschappelijke en private tuinzones voorzien centraal in dit bouwblok.

 

Het GRUP vermeldt in artikel 2A.2.3 dat bij vergunningsaanvragen voor een project dat een terreinoppervlakte beslaat vanaf 1 ha en/of 25 woongelegenheden een inrichtingsstudie wordt gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

 

Voor de gehele projectzone Silsburg is een inrichtingsstudie en een voorstel voor de gewenste ruimtelijke structuur, in samenspraak met team stadsbouwmeester en de stadsdiensten, opgemaakt. Het uitgangspunt van het inrichtingsplan is ook dat het evenredig moet zijn naar alle eigenaars in het projectgebied. Fase 1 voorziet naast de aanleg van publieke ruimte, onder andere de aanleg van het park en de wegenis, in hogere bouwvolumes. Dit gebied grenst bovendien aan de Van Strydoncklaan, een grote baan waar vanuit ruimtelijk oogpunt ook hogere bouwvolumes mogelijk zijn. Richting het binnengebied worden voornamelijk lagere volumes en grondgebonden woningen voorzien, waardoor de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang komt.

 

Eén van de krachtlijnen die naar voren werd geschoven bij de opmaak van de inrichtingsstudie, is de inzet op een toekomstbestendig groen-blauw netwerk. Dit groen-blauwe netwerk fungeert op grotere schaal als een stapsteen en zal een schakel vormen in de verbinding van Park Groot Schijn met het groene gebied aan de Herentalsebaan en de begraafplaats. De nieuwe woonstraten tussen de bouwblokken worden groen ingericht. Tevens wordt er ingezet op een aantal nieuwe, groene ontmoetingsplekken en parken. In een deel van deze groene zones wordt ook ingezet op een blauw netwerk van wadi’s waar water aan de oppervlakte gebufferd kan worden en terug in de grond infiltreren of verdampen. In dit kader is tevens een gunstig advies ontvangen van Aquafin.

 

Verder werd in samenspraak met de stedelijke dienst Publieke Ruimte een gedetailleerd ontwerp uitgewerkt voor de nieuw aan te leggen openbare ruimte binnen het projectgebied. Het nieuwe openbaar domein zal nadien overgedragen worden aan de stad. Er wordt gefocust op autoluwe en zachte verbindingen met nadruk op voetgangers en fietsers. Auto's worden vanop de Van Strydoncklaan geleid naar ondergrondse parkings waardoor een verkeersvrij binnengebied ontstaat.

 

De stedelijke dienst Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen vraagt dat een beplantingsplan en padenstructuur dient te worden opgemaakt en verder te worden gedetailleerd in overleg met hen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De inrichtingsstudie benadrukt een gedifferentieerde architectuur met verschillende gebouwvolumes binnen het bouwblok. Dit werd vertaald in het architectuurconcept en verkavelingsvoorschriften.

 

Het architectuurconcept omvat een verticale geleding en eigen identiteit per gebouwvolume. De gebouwvolumes hebben verschillende hoogtes, materialen en bouwlagen voor een gevarieerd gevelbeeld. Uitkragingen aan de gevels zijn mogelijk en kunnen het gevarieerd gevelbeeld ondersteunen. De verschillende gebouwvolumes binnen het bouwblok dienen wel een architecturaal geheel te vormen. Gebouwvolumes hebben eigen ingangen aan het openbaar domein met leesbare en herkenbare toegangen.

De verschillende gebouwen zullen worden afgewerkt met gevelsteen. Dit geldt voor alle zichtbare gevels. Gevelaccenten zijn toegestaan. De voorgestelde materialisatie is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

 

Verder worden kwalitatieve private en/of collectieve tuinzones groen ingericht waarbij een duidelijke scheiding wordt voorzien tussen privé (collectieve) tuinzone en openbaar domein bij de private doorsteken.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het projectgebied bevindt zich buiten een vastgestelde archeologische zone, is gelegen binnen een woon- of recreatiegebied. Het gaat om een verkaveling met een projectgebied dat groter dan 3.000 m² (ca. 1,54 hectare). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht. 

De stedelijke dienst Archeologie heeft volgend advies uitgebracht:

“De archeologienota werd opgemaakt door Monument en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 22/03/2023 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25370). Het programma van maatregelen stelt een uitgesteld vooronderzoek voor met ingreep in de bodem, nl. landschappelijke boringen (eventueel gevolgd door waarderende en verkennende boringen en/ of een proefputtenonderzoek) en een proefsleuvenonderzoek. Na het onderzoek maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op met bijhorend programma van maatregelen. Ook dit programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd als voorwaarden bij deze vergunning.

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

-          De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van landschappelijke boringen (eventueel gevolgd door waarderende en verkennende boringen en/ of een proefputtenonderzoek) en een proefputtenonderzoek, uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25370), nadien maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op, ook het daaruit volgende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.  

-          De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.”

 

Het advies van de stedelijke dienst Archeologie wordt integraal gevolgd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot

De afstand tussen het voorziene bouwvolume en de perceelsgrenzen zijn voldoende waardoor de impact naar de aangrenzende percelen beperkt is. De te verwachten hinder die hier zal ontstaan, resulteert niet in een hinder die in een stedelijke woonomgeving de gangbare normale burenhinder zal overschrijden.

 

Verder werd het advies ingewonnen van de dienst Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu. In het advies werd het ontwerp afgetoetst omtrent onder andere lucht, omgevingsgeluid en klimaat.

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

-          De verseluchtname voor ventilatie van de toekomstige bebouwing bevindt zich niet aan de zijde van de Van Strydoncklaan voor de woningen die hieraan grenzen.

-          Geluidshinder door verkeer wordt beperkt in de toekomstige woningen die grenzen aan de Van Strydoncklaan (streefwaarde maximaal 30 dB(A) in geluidsgevoelige ruimtes).”

Vanuit deze dienst Klimaat en Leefnilieu worden tevens een aantal aanbevelingen meegegeven voor het verdere gebouwontwerp:

-          aan de zijde van de Van Strydoncklaan kan een terugwijkende gevel bij de verdiepingen met woningen (zodat de woningen zich iets verder van de straat bevinden dan de gelijkvloerse gevel) ervoor zorgen dat het verkeersgeluid minder rechtstreeks op de gevel valt;

-          een verhoogde akoestische isolatie (richtwaarde minimaal DAtr=40dB(A)) van de verkeersgerichte gevel en ramen ter hoogte van geluidsgevoelige ruimtes;

-          geen ventilatieroosters in de leefruimtes aan de verkeerszijde;

-          slaapruimtes aan de verkeersluwe achterzijde.

 

De aanvraag heeft tevens betrekking op een ontbossing. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos legt op dat volgende voorwaarden onlosmakelijk verbonden moeten zijn aan de beslissing tot omgevingsvergunning, voor zover deze (deels of volledig) wordt toegestaan:

  1. De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in dit compensatieformulier en de goedkeuring of aanpassing door het Agentschap voor Natuur en Bos.
  2. De te ontbossen oppervlakte bedraagt maximaal het aantal m² als vermeld in de tabel bij ‘te ontbossen oppervlakte’, kolom ‘aangepast’. Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

 

Veiligheid in het algemeen

De Verkeerspolitie verleent gunstig advies in voorliggende aanvraag.

 

De Brandweer verleent voorwaardelijk gunstig advies in voorliggende aanvraag. De voorwaarden uit het advies dienen strikt nageleefd te worden.

 

Mobiliteitsimpact

De verkaveling gaat uit van een autoluwe projectzone. In de zone is doorgaand verkeer niet mogelijk. Om de parkeerbehoefte op te vangen worden ondergrondse parkeergarages voorzien die bereikbaar zijn via de Boterlaarbaan/Van Strydoncklaan.

 

Gelet op de ligging van het perceel aan een gewestweg werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan het Agentschap Wegen en Verkeer. De voorwaarden en lasten uit het advies dienen strikt nageleefd te worden.

 

Het ontwerp voor de wegenis is door de stadsdiensten gevolgd en goedgekeurd in Coördinatieoverleg Publieke Ruimte. Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit sluit zich hierbij aan:

“Volgende punten worden nog expliciet onder de aandacht gebracht:

-          De parkeerbehoefte wordt berekend volgens de bouwcode en moet volledig opgevangen worden op eigen terrein. Dit zal beoordeeld worden bij het indienen van de omgevingsvergunning van de gebouwen.

-          Het aantal fietsstalplaatsen moet voldoen aan de behoefte in de bouwcode. Dubbelgebruik van fietsenstallingen wordt niet toegestaan in de berekening. Tevens moeten de fietsenstallingen ingericht worden volgens de richtlijnen die in de bouwcode staan. Dit wil zeggen dat er voldoende tussenafstand voorzien moet worden. Er moeten ook voldoende plaatsen voorzien worden voor buitenmaatse fietsen. Dit zal beoordeeld worden bij het indienen van de omgevingsvergunning van de gebouwen.

-          Het is wenselijk om een doorkijk te maken naar de volgende fasen (Silsburg) zodat een goed beeld gekregen kan worden op het totaalproject.”

 

Milieu

Het advies van de stedelijke dienst Milieu is voorwaardelijk gunstig:

“Voor de realisatie van de twee ondergrondse parkeerverdiepingen en de aanleg van het rioleringsstelsel tijdens de aanlegfase zal een bronbemaling noodzakelijk zijn.  

De bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, zijn vergunningsplichtig krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart.  

Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist?1 en 2). De karakteristieken (doorlatendheid en dergelijke) van de ondergrond worden bij voorkeur bepaald door een pompproef. De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van stad Antwerpen (artikel 42) om de bronbemaling aan te sluiten op een retourbemaling (vb. wadi/infiltratieput), infiltratievoorziening of oppervlaktewater (vb. gracht, meer, vijver). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool (gemengde of DWA)?worden overwogen. 

In dat geval moet bij lozing van >10?m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden. De opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000?m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv). 

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke. 

 

In het dossier valt te lezen dat de gebouwen verwarmd zullen worden door middel van geothermie of individuele/collectieve warmtepompen. Er zijn geen luchtemissies te verwachten ten gevolge van de verwarming van de gebouwen.?Het fysisch behandelen van gassen is indelingsplichtig vanaf 5 kW. Boringen in het kader van thermische energieopslag in boorgaten zijn indelingsplichtig indien de diepte het maximaal dieptecriterium overschrijdt en die gelegen zijn buiten een beschermingszone type III (rubriek 55.1.).”

 

Advies aan het college

Aan het college wordt voorgesteld om de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde voorwaarden

  1. De voorwaarden uit het advies van de brandweer dienen strikt te worden nageleefd.
  1. De voorwaarden uit het advies van Aquafin en Water-link dienen strikt te worden nageleefd
  1. De voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt te worden nageleefd.
  1. De voorwaarden uit het advies van Proximus dienen strikt te worden nageleefd
  1. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie dienen strikt te worden nageleefd:

-          De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van landschappelijke boringen (eventueel gevolgd door waarderende en verkennende boringen en/ of een proefputtenonderzoek) en een proefputtenonderzoek, uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25370), nadien maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op, ook het daaruit volgende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.  

-          De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

  1. De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het compensatieformulier en de goedkeuring of aanpassing door het Agentschap voor Natuur en Bos. De te ontbossen oppervlakte bedraagt maximaal het aantal m² als vermeld in de tabel bij ‘te ontbossen oppervlakte’, kolom ‘aangepast’. Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
  1. De voorwaarden uit het advies van de dienst Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu dienen strikt te worden nageleefd:

-          De verseluchtname voor ventilatie van de toekomstige bebouwing bevindt zich niet aan de zijde van de Van Strydoncklaan voor de woningen die hieraan grenzen.

-          Geluidshinder door verkeer wordt beperkt in de toekomstige woningen die grenzen aan de Van Strydoncklaan (streefwaarde maximaal 30 dB(A) in geluidsgevoelige ruimtes).

  1. Een beplantingsplan en padenstructuur dient te worden opgemaakt en verder te worden gedetailleerd in overleg met de stedelijke dienst Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen.
  1. Het advies van de stedelijke dienst Milieu dient te worden opgevolgd.
  1. De (in rood) aangepaste verkavelingsvoorschriften zijn strikt te volgen.


Lasten:

1.    Lastvoorwaarde: De houder van de vergunning is verplicht om de openbare wegenis (met inbegrip van de riolering), zoals aangegeven op de plannen en aangepast aan de (eventuele) voorwaarden, aan te leggen op eigen kosten.

2.    Lastvoorwaarde: De verkavelaar zorgt voor de nodige leidingen voor water-, elektriciteits-, kabeltelevisie- en fm-distributie zodat alle individuele kavels zonder uitbreiding van het distributienet kunnen worden aangesloten. Indien een uitbreiding of aanpassing van één of meerdere distributienetten noodzakelijk is, zal hij hiervoor alle kosten en waarborgen dragen. Hij zal voor dit alles contact opnemen met de maatschappijen die voor de distributie instaan en zich volgens hun richtlijnen gedragen, ook wat een eventuele eigendomstoewijzing van de leidingen betreft na hun realisatie.

3.    Lastvoorwaarde: Vooraleer onderhavige omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan worden uitgevoerd dient de verkavelaar:

-          een overeenkomst, conform het raadsbesluit van 26 oktober 2015 (jaarnummer 576), af te sluiten met de stad Antwerpen voor de kosteloze overdracht (kosteloos voor de stad) van de met infrastructuur voorziene gronden, gelegen in het toekomstig openbaar domein;

-          een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken te stellen in de handen van de stadsontvanger/financieel beheerder van de stad Antwerpen;

-          op eigen kosten te zorgen voor een opmetingsplan en een precad plan, opgemaakt door een beëdigd landmeter-expert of meetkundige-schatter van onroerende goederen;

-          de nodige bodemattesten aan te vragen.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 april 2023

Volledig- en ontvankelijk

4 mei 2023

Start openbaar onderzoek

15 mei 2023

Einde openbaar onderzoek

13 juni 2023

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

9 november 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

18 december 2023

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

16 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

14 januari 2024

Verslag GOA

22 december 2023

Naam GOA

Katrine Leemans

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 mei 2023

13 juni 2023

0

0

0

17

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens het openbaar onderzoek werden verschillende bezwaren ingediend die als volgt worden beoordeeld:

 

1.      Omgang met het bestaand groen:

Verschillende bezwaren uiten zich tegen het kappen van de bomen op het perceel en het verdwijnen van het op bestaand groen en biologisch waardevol bos.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

De aanvraag bevat het verkavelen van gronden waar deels bos aanwezig is. Het aandeel groen dat verdwijnt wordt voldoende gecompenseerd. Dit blijkt ook uit het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos. Verder wordt bij de uitwerking van het ontwerp rekening gehouden met aanwezig en toekomstig groen:

-          Het ontwerp werd opgemaakt in functie van de door een boomdeskundige opgemaakte bomentoets. Het is geenszins zo dat het verslag werd opgemaakt in functie van het ontwerp. 

-          Er wordt op het projectgebied gestreefd naar een minimale verharding en een maximale, kwalitatieve groene invulling. Bestaande groenstructuren worden waar mogelijk behouden en geïntegreerd in het nieuwe ontwerp. Ze worden versterkt met de aanplanting van nieuwe bomen, waaronder een aantal toekomstbomen. Voor de nieuwe groenvormen wordt gezocht naar een streekeigen vegetatie met een zo groot mogelijke ecologische waarde. 

-          Zowel in de nieuwe leefstraten worden bomen en groen voorzien, als zal er tussen het bouwblok van lot 3 en de Van Strydoncklaan een publieke groenzone gerealiseerd worden. Het ontwerp en de aanleg van deze groenvoorzieningen maken integraal deel uit van de huidige aanvraag.

-         In de verkavelingsvoorschriften wordt uitdrukkelijk voorzien dat de aanplant van een groenscherm mogelijk is. 

 

2.      Opsplitsen in fasen:

De verkavelingsaanvraag voor fase 1 is onderdeel van een groter project, zoals blijkt uit de inrichtingsstudie van het gehele gebied. Deze aanvraag betreft het noordelijke deel ten zuiden van de Van Strydoncklaan. Het opsplitsen van het project in fasen zonder het aanvragen van een Milieueffectrapport (MER) is volgens eerdere bezwaren en de beroepsprocedure niet toegestaan. Dit maakt de huidige aanvraag ongeldig, omdat het lijkt te dienen als een manier om het MER te vermijden, wat essentieel is voor een project van deze omvang..

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

In het bezwaar wordt gesteld dat de aanvrager de wetgeving probeert te omzeilen door het project op te splitsen. Dit wordt echter niet gestaafd. Op het moment van de aanvraag is er enkel zekerheid over het noordelijke deel van het gebied. Er is nog geen zekerheid over de andere delen in heel de zone. De inrichtingsstudie, waarin het hele gebied wordt besproken, is bedoeld als informatief document en geeft een visie van hoe het hele gebied eruit zou kunnen zien in de toekomst. Het is bedoeld als instrument om af te toetsen hoe het project past in de omgeving en een verdere ontwikkeling in het gebied niet hypothekeert.

Bij verdere ontwikkeling van het gebied dient er tevens steeds rekening gehouden te worden met de bestaande omgeving (inclusief fase 1). Dit zal worden meegenomen bij het beoordelen van de impact op het milieu en of het past in de ruimtelijke ordening. Er zal dus een algemene beoordeling plaatsvinden van de effecten op het milieu.

Bovenkant formulier 

3.      Masterplan:

Het bezwaar is gekant tegen het feit dat er geen masterplan is opgemaakt.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Voor de gehele projectzone Silsburg is onderzoek uitgevoerd naar ontwikkelingsmogelijkheden en werd een inrichtingsplan opgemaakt. Dit is toegevoegd aan de aanvraag.

 

4.      Petitie:

Het project wordt in zijn huidige vorm door de buurt niet gedragen. Getuige hiervan is bijgevoegde petitie, waarin de ondertekenaars protesteren tegen o.a. de aanleg van het tweede deel van een nieuwe woonwijk, het verlies aan noodzakelijke buffercapaciteit van de grond door ondergrondse garages, verharding van grote oppervlakten en het verwijderen van biologisch waardevolle bomen, de huidige schikking van de woonblokken waardoor de bestaande bewoning geïsoleerd en waarin die niet geïntegreerd wordt en het ontbreken van een MER-studie. (Bijlage 1).

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

In dit bezwaar wordt enkel een opsomming gemaakt van redenen van bezwaar en verwezen naar een petitie zonder enige staving. Bovendien wordt verwezen naar een verouderde petitie die betrekking heeft op een vorige aanvraag.

 

5.      Mobiliteit:

De bezwaren handelen over de impact van mobiliteit en bijkomende parkeerbehoefte.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

In eerste instantie wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verkavelingsvergunning en de later aan te vragen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

In het huidige dossier zijn aannames gedaan op basis van het mogelijk te realiseren programma. Bij de concrete uitvoering van de verkaveling via een omgevingsvergunningsaanvraag voor de bouw van het project dient het mobiliteitsonderzoek concreter te worden uitgevoerd. Dan zal ook de juiste parkeerbehoefte in functie van het concrete programma gekend zijn.

Bij het ontwerp van de verkaveling is een MobiliteitsEffectenBeoordeling (MOBER) uitgevoerd, inclusief een parkeeronderzoek. Hieruit bleek dat de omliggende woonstraten momenteel een zekere mate van verzadiging vertonen. De verkavelingsvoorschriften benadrukken expliciet dat parkeren volledig op eigen terrein (ondergronds) moet plaatsvinden om afwenteling van parkeerdruk naar omliggende woonstraten te voorkomen. Dit wordt ook in de bouwcode voorgeschreven (POET). De exacte bepaling van het aantal parkeerplaatsen wordt pas gedaan bij de concrete uitwerking van de verkaveling, aangezien de huidige aanvraag slechts een kader creëert voor latere omgevingsvergunningen.

Het project wordt ontsloten langs de Van Strydoncklaan, en de nieuwe woonstraten worden ontworpen als autoluwe leefstraten, wat naar verwachting de belasting van omliggende straten zal beperken of vermijden.

 

6.      Erfdienstbaarheden:

De bezwaren gaan over erfdienstbaarheden die niet gerespecteerd worden.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen. Anderzijds doet een omgevingsvergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

 

7.      Overige percelen in de zone:

De plannen houden geen rekening met andere, aan het gebied van fase 1 aangrenzende bebouwde en onbebouwde percelen die echter wel in het hele gebied liggen en die GEEN eigendom van de projectontwikkelaar zijn. Op deze wijze wordt elke mogelijke ontwikkeling van die percelen verhinderd of op zijn minst gehypothekeerd.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Voor de gehele projectzone Silsburg is onderzoek uitgevoerd naar ontwikkelingsmogelijkheden en werd een inrichtingsplan opgemaakt voor de braakliggende percelen in het gebied. Dit is toegevoegd aan de aanvraag.

 

8.      MER-screening:

Het bezwaar stelt dat de informatie in de MER-screening onvoldoende is.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier ontvankelijk en volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de ingediende plannen en documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van deze verkavelingsaanvraag.

 

9.      Bemaling:

Het bezwaar handelt over de bemaling in de projectzone en de impact hiervan (grondwater, invloedstraal, habitat).

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

De aanvraag in kwestie handelt over het verkavelen van gronden waarbij ruimte gelaten wordt om een ondergrondse garage te voorzien. Het betreft geen omgevingsvergunning voor de stedenbouwkundige handelingen voor de concrete realisatie van een project. Niettemin werd in deze aanvraag de mogelijke gevolgen van een toekomstige bemaling onderzocht. De bemaling, noch de bouw zelf maken echter geen deel uit van deze aanvraag. Als voorwaarde wordt opgenomen om een omgevingsvergunning te bekomen voor de bemaling voor de start van de werken.

 

10.  Boscompensatie:

Het bezwaar is gekant tegen een foute berekening van de boscompensatie.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Huidige aanvraag gaat gepaard met het verdwijnen van bos. Hiervoor is een boscompensatie voorzien dat goedgekeurd werd door het Agentschap Natuur en Bos. Dit is een voorwaarde die van rechtswege in een vergunning wordt opgenomen.

 

11.  Inrichting:

Het bezwaar stelt dat in het project onvoldoende wordt ingezet op fietsstallingen, deelfietsen en deelwagens.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

De aanvraag in kwestie handelt over het verkavelen van gronden. Het betreft geen omgevingsvergunning voor de stedenbouwkundige handeling voor de concrete realisatie van een project. Bovendien dient een aanvraag voor de stedenbouwkundige handelingen, te voldoen aan de voorschriften van de bouwcode die hier normen over oplegt.

 

12.  Verkeersveiligheid:

Het bezwaar is gekant tegen de onveilige situatie van de in- en uitritten voor de ondergrondse parkings en de oversteekplaats voor voetgangers.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Bezwaarindiener uit bezorgdheid over de mogelijkheid van een toekomstige ondergrondse garage die direct toegang zou hebben tot de Van Strydoncklaan, wat volgens hen een onveilige situatie zou veroorzaken. Deze ontsluitingsmogelijkheden werden echter met de wegbeheerder, namelijk het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), en de stedelijke dienst Mobiliteit besproken. Het aanvraagdossier bevat tijdelijke aanpassingen aan de Van Strydoncklaan om veilig in- en uit te kunnen rijden. Deze maatregelen zijn ook in lijn met een bredere visie waarbij AWV de Van Strydoncklaan zal heraanleggen. Hoewel dit momenteel nog geen concrete uitwerking heeft, is het mobiliteitsonderzoek al afgestemd op deze toekomstige ontwikkelingen. Zowel in de huidige als toekomstige situatie worden geen onaanvaardbare hinder of (verkeers)veiligheidsproblemen verwacht. Het voorwaardelijk gunstig advies van AWV en gunstig advies van de verkeerspolitie in het kader van de vergunningsprocedure bevestigen deze aanpak.

 

13.  Elektrische wagens:

Het bezwaar meent dat elektrische wagens niet in ondergrondse garages geparkeerd mogen worden. Waar gaan die bewoners, bezoekers van de woonentiteiten en van de

nevenbestemmingen hun (elektrische) auto dan parkeren?.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

De bezwaar is gebaseerd op speculaties. Bijkomend is het bezwaar gericht op de concrete inrichting van de ondergrondse garages, wat niet valt onder de voorliggende verkavelingsaanvraag.

 

14.  Openbaar onderzoek:

Het bezwaar beweert dat het openbaar onderzoek niet correct is uitgevoerd en dat een oude aanplakking zorgt voor verwarring.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Uit de gegevens van het dossier en de melding van aanplakking kan er geoordeeld worden dat het openbaar onderzoek correct is verlopen. De foto’s van aanplakking geven ook aan dat de affiche op een zichtbare plek is geplaatst. De aanwezigheid van oude borden op de locatie kan geen verwarring veroorzaken, omdat de vermelde data al lang verstreken zijn. Bijkomend is de bezwaarindiener in de gelegenheid gebleken om tijdig bezwaar te kunnen indienen binnen de duur van het openbaar onderzoek.

 

15.  Zaak der wegen:

Het bezwaar stelt dat de geëigende procedure van het Gemeentewegendecreet niet werd gevolgd.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Het is inderdaad zo dat de gemeenteraad moet beslissen over de aanleg van een gemeenteweg wanneer deze deel uitmaakt van een aanvraagdossier. De aanleg van de nieuwe wegenis en rooilijnen maakt deel uit van deze verkavelingsaanvraag. In dit kader werd de gemeenteraad verzocht om uitspraak te doen over het aspect van de zaak der wegen.

 

16.  Groepswoningbouw:

Het bezwaar stelt dat de aanvraag geen groepswoningbouw is en dit strijdig is met de voorschriften van het gewestplan.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

De projectzone is gelegen in het Gewestelijk RUP en dient aan de voorschriften van dit RUP getoetst te worden. In tegenstelling tot wat de bezwaarindiener beweert, is het niet het gewestplan, maar het Gewestelijk RUP dat van toepassing is en het gewestplan hier vervangt.

 

17.  Vaagheid:

Het bezwaar stelt dat de gegevens in de verkaveling vaag omschreven worden. Uitzicht en vorm van de gebouwen en parkings zijn niet inbegrepen.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier ontvankelijk en volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de ingediende plannen en documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van deze verkavelingsaanvraag. De concrete en gedetailleerde visueel-vormelijke uitwerking van de gebouwen wordt behandeld in de later in te dienen aanvraag voor omgevingsvergunning.Bovenkant formulier

 

18.  Geluid en luchtkwaliteit:

Het bezwaar stelt dat de luchtkwaliteit en het milieu achteruit zal gaan door het verdwijnen van de natuur en het bijkomend verkeer.

Beoordeling:

Het bezwaar is gegrond.

Het is correct dat een verkavelingsproject zoals hier voorligt een zekere mobiliteit en een wijziging van het groen, zal genereren. De stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu, hiervoor bevoegd, adviseert voorwaardelijk gunstig. De impact van het project op geluid en de luchtkwaliteit is onderzocht en wordt beperkt ingeschat wanneer voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden oa. over behoud of compensatie van groen, in het advies.

 

19.  Impact op aangrenzende percelen:

Het bezwaar meldt dat het project een negatieve impact zal hebben op lichtinval, privacy, uitzicht.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Gelet op de afstand tussen het mogelijke bouwvolume en de perceelgrenzen, kan deze stelling van de bezwaarindieners en die overigens niet concreet gemotiveerd wordt, niet bijgetreden worden. De privacy en lichtinval van de aangrenzende percelen worden gerespecteerd. Naar uitzicht is er mogelijks een bepaalde impact. De te verwachten hinder die hier zal ontstaan, resulteert niet in een hinder die in een stedelijke omgeving de gangbare normale burenhinder zal overschrijden.Bovenkant formulier 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden.

 

Voorwaarden

  1. De voorwaarden uit het advies van de brandweer dienen strikt te worden nageleefd.
  1. De voorwaarden uit het advies van Aquafin en Water-link dienen strikt te worden nageleefd
  1. De voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen strikt te worden nageleefd.
  1. De voorwaarden uit het advies van Proximus dienen strikt te worden nageleefd
  1. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie dienen strikt te worden nageleefd:

-          De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van landschappelijke boringen (eventueel gevolgd door waarderende en verkennende boringen en/ of een proefputtenonderzoek) en een proefputtenonderzoek, uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/25370), nadien maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op, ook het daaruit volgende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.  

-          De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

  1. De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het compensatieformulier en de goedkeuring of aanpassing door het Agentschap voor Natuur en Bos. De te ontbossen oppervlakte bedraagt maximaal het aantal m² als vermeld in de tabel bij ‘te ontbossen oppervlakte’, kolom ‘aangepast’. Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
  1. De voorwaarden uit het advies van de dienst Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu dienen strikt te worden nageleefd:

-          De verseluchtname voor ventilatie van de toekomstige bebouwing bevindt zich niet aan de zijde van de Van Strydoncklaan voor de woningen die hieraan grenzen.

-          Geluidshinder door verkeer wordt beperkt in de toekomstige woningen die grenzen aan de Van Strydoncklaan (streefwaarde maximaal 30 dB(A) in geluidsgevoelige ruimtes).

  1. Een beplantingsplan en padenstructuur dient te worden opgemaakt en verder te worden gedetailleerd in overleg met de stedelijke dienst Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen.
  1. Het advies van de stedelijke dienst Milieu dient te worden opgevolgd.
  1. De (in rood) aangepaste verkavelingsvoorschriften zijn strikt te volgen.


Lasten:

1.    Lastvoorwaarde: De houder van de vergunning is verplicht om de openbare wegenis (met inbegrip van de riolering), zoals aangegeven op de plannen en aangepast aan de (eventuele) voorwaarden, aan te leggen op eigen kosten.

2.    Lastvoorwaarde: De verkavelaar zorgt voor de nodige leidingen voor water-, elektriciteits-, kabeltelevisie- en fm-distributie zodat alle individuele kavels zonder uitbreiding van het distributienet kunnen worden aangesloten. Indien een uitbreiding of aanpassing van één of meerdere distributienetten noodzakelijk is, zal hij hiervoor alle kosten en waarborgen dragen. Hij zal voor dit alles contact opnemen met de maatschappijen die voor de distributie instaan en zich volgens hun richtlijnen gedragen, ook wat een eventuele eigendomstoewijzing van de leidingen betreft na hun realisatie.

3.    Lastvoorwaarde: Vooraleer onderhavige omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan worden uitgevoerd dient de verkavelaar:

-          een overeenkomst, conform het raadsbesluit van 26 oktober 2015 (jaarnummer 576), af te sluiten met de stad Antwerpen voor de kosteloze overdracht (kosteloos voor de stad) van de met infrastructuur voorziene gronden, gelegen in het toekomstig openbaar domein;

-          een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken te stellen in de handen van de stadsontvanger/financieel beheerder van de stad Antwerpen;

-          op eigen kosten te zorgen voor een opmetingsplan en een precad plan, opgemaakt door een beëdigd landmeter-expert of meetkundige-schatter van onroerende goederen;

-          de nodige bodemattesten aan te vragen.

Artikel 3

Het college beslist de bijgevoegde plannen goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen