Terug
Gepubliceerd op 18/12/2023

2023_CBS_08981 - Omgevingsvergunning - OMV_2023113881. Jacob Jordaensstraat 70-72. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 15/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08981 - Omgevingsvergunning - OMV_2023113881. Jacob Jordaensstraat 70-72. District Antwerpen - Weigering 2023_CBS_08981 - Omgevingsvergunning - OMV_2023113881. Jacob Jordaensstraat 70-72. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023113881

Gegevens van de aanvrager:

NV DEBINVEST met als adres Lange Leemstraat 14 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Jacob Jordaensstraat 70-72 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 6 sectie F nr. 1449P5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van 2 panden tot een meergezinswoning met 6 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          02/12/1977: vergunning (18#59151) voor een gevelverbouwing;

-          04/04/1969: vergunning (18#52073) voor een verbouwing (nr. 70)

-          17/12/1954: toelating (18#33196) voor veranderingswerken (nr. 72);

-          11/04/1941: toelating (18#13998) voor binnenveranderingen (nr. 70).

 

Geacht vergunde toestand

Jacob Jordaensstraat 70:

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • aaneengesloten bebouwing van 3 bouwlagen met een zadeldak;
  • inpandige garage;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in grijze bezetting;
  • aluminium buitenschrijnwerk;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • metalen garagepoort en houten voordeur;

-          inrichting: tuin van circa 60 m².

Jacob Jordaensstraat 72:

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met een zadeldak;
  • aanbouw van 1 tot 3 bouwlagen met een plat dak;
  • doorrit ten behoeve van de achterbouw en koer aan de linkerzijde;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in grijze bezetting;
  • aluminium buitenschrijnwerk;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • houten garagepoort en houten voordeur.

 

Bestaande toestand

-          functie: meergezinswoning met 5 woongelegenheden na samenvoeging van beide panden aan de Jacob Jordaensstraat 70 en 72;

-          bouwvolume:

  • gelijkvloerse centrale inkom;
  • inpandige garage aan de rechterzijde;
  • doorrit ten behoeve van de achterbouw en overdekte koer aan de linkerzijde;
  • volume-uitbreiding centraal op de 2de verdieping;
  • kleine open koer van circa 4 m² rechts achteraan;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in vuilwitte bezetting;
  • wit pvc buitenschrijnwerk;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • blauwe pvc garagepoort en 2 houten voordeuren;

-          inrichting:

  • Jacob Jordaensstraat 70: perceel ingekort tot een diepte van 15,90 m na afsplitsing tuinzone;
  • Jacob Jordaensstraat 72: perceel ingekort tot een diepte van 18,75 m na afsplitsing koer en achterbouw als eengezinswoning.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 6 wooneenheden waarvan:

  • 3 éénslaapkamerappartementen:
  • 3 tweeslaapkamerappartementen;

-          bouwvolume:

  • gesupprimeerde inpandige garageplaats rechts;
  • te behouden doorrit en overdekte buitenkoer links;
  • 3 dakterrassen en 2 inpandige terrassen;
  • ruime dakkapel vooraan;
  • volume-uitbreiding van het dakvolume links achteraan;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in witte sierpleister;
  • buitenschrijnwerk in zwart pvc;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • garagepoort gewijzigd naar een raam op de gelijkvloerse verdieping;
  • nieuwe smalle poort naar een fietsenberging;

-          inrichting:

  • Jacob Jordaensstraat 70: conform de bestaande toestand;
  • Jacob Jordaensstraat 72: conform de bestaande toestand.

 

Inhoud van de aanvraag

-          samenvoegen van 2 gebouwen;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 6;

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          wijzigen van de percelen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

29 september 2023

31 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen - Bouwadvies

29 september 2023

31 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

29 september 2023

31 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

29 september 2023

29 september 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 september 2023

6 oktober 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 24 Draairuimte:
    Aan de publiek toegankelijke zijde van elke deur dient een vrije en vlakke draairuimte van 1,50 meter te worden voorzien. Voor de meeste toegangen tot de appartementen is dit niet het geval.
  • artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur:
    Naast de krukzijde van de deur dient een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte te worden voorzien van 0,50 meter. Het gelijkvloerse appartement en het appartement op de 3de verdieping hebben aan de toegangsdeur geen opstelruimte van 0,50 meter.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: Alle onderdelen van een constructie dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie en op de omgeving. De dakterrassen op de derde verdieping zijn niet kenmerkend in de omgeving, net als het voorzien van een zwart rolluik in de voorgevel als toegang tot de fietsenberging.
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken: In- en uitsprongen aan hellende daken moeten zo ingericht zijn dat de schuine dakvorm herkenbaar blijft. Ze dienen in verhouding te zijn tot de dakoppervlakte. De dakkapel aan de voorzijde is niet in verhouding met de hellende dakvlakken. De dakuitbouw in het achterste dakvlak houdt geen rekening met de pandsgewijze opbouw van de achtergevel.
  • artikel 23 Opdelen van een woning: Bij het opdelen van een (geacht) vergunde eengezinswoning in meerdere woongelegenheden, dient een woongelegenheid van 100 m² te worden behouden, voorzien van een buitenruimte van minstens 15 m². Het ontwerp voldoet hier niet aan.
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: Elke verblijfsruimte dient te worden voorzien van voldoende daglicht en zicht. Deze opening dient minstens 10 % van de netto-vloeroppervlakte te bedragen. Elke verblijfsruimte dient een opening te hebben die rechtstreeks uitmondt in open lucht voor natuurlijke ventilatie van de ruimte. Voor de slaapkamer op de 3de verdieping (achteraan) is onvoldoende daglicht- ventilatie en zichttoetreding mogelijk wegens het ontbreken van een raamopening. De bureauruimte is voorzien van een raamopening met ondoorzichtige beglazing die niet opengaand is waardoor de ruimte geen uitzicht heeft en onvoldoende kan worden geventileerd.
  • artikel 26 Afvalverzameling: Een meergezinswoning met meer dan 4 woongelegenheden dient een gemeenschappelijke afvalberging te hebben, van minstens 4 m² en voorzien van verluchting. In het ontwerp is geen afvalberging terug te vinden.
  • artikel 27 Open ruimte: Door de afsplitsing van de percelen is op het niveau van het gelijkvloers niet langer minstens 20 % van het perceel onbebouwd.
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: De fietsenbergingen zijn onvoldoende groot en zijn moeilijk bereikbaar.
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: De 2 bijkomende wooneenheden genereren een bijkomende parkeerbehoefte van 2 autostalplaatsen. Er worden geen bijkomende stalplaatsen voorzien op het perceel. Bijkomend wordt de bestaande een vergunde stalplaats op het perceel gesupprimeerd.
  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: Bij ingrijpende renovaties waarbij het rioolstelsel kan worden aangepast, dient een gescheiden stelsel te worden voorzien dat voldoet aan de bepalingen van dit artikel. De toezichtputten dienen op het private perceel te worden voorzien, zo dicht mogelijk bij de perceelgrens aan het openbaar domein. Bij kelders die grenzen aan het openbaar domein dient een T-stuk te worden voorzien om toezicht op de riolering mogelijk te maken. De aansluitingen DWA en RWA moeten op minstens 0,20 en maximaal 0,50 meter van mekaar worden voorzien.
  • artikel 43 Septische putten: De plannen zijn onvoldoende duidelijk over de inhoud van de septische put.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

In voorliggende aanvraag worden de eengezinswoning aan de Jacob Jordaensstraat 70 en de meergezinswoning met drie woongelegenheden aan de Jacob Jordaensstraat 72 samengevoegd tot een meergezinswoning met 6 woongelegenheden.

 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Daarom legt artikel 23 van de bouwcode minimum eisen op in geval van opdeling van de eengezinswoning. De eengezinswoning aan de Jacob Jordaensstraat 70 heeft volgens de laatst vergunde toestand een tuin met een oppervlakte van circa 60 m2. Het samenvoegen van de eengezinswoning met de naastgelegen meergezinswoning en het opdelen in meerdere woongelegenheden kan volgens artikel 23 van de bouwcode enkel indien na de opdeling minstens één woongelegenheid met een netto-vloeroppervlakte van 100 m2 en aansluitende buitenruimte van 15 m2 behouden blijft. Dit is niet het geval waardoor de aanvraag strijdig is met de bouwcode. Hiervan kan niet worden afgeweken.

 

Bovendien stijgt door het vermeerderen van het aantal wooneenheden van 4 naar 6 zonder een adequaat antwoord te bieden op de toenemende parkeerdruk en zonder voldoende woonkwaliteit te creëren, de densiteit op onaanvaardbare wijze en daalt tegelijk het woongenot. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De vergunde bouwvolumes van de Jacob Jordaensstraat 70 en 72 omvatten twee hoofdgebouwen van drie bouwlagen onder zadeldak met achterbouwen van één tot drie bouwlagen onder platte daken.

 

De achtergelegen bebouwing en open ruimtes in binnengebied werden in 2007 van deze percelen afgesplitst, ondanks het ongunstig stedenbouwkundig advies dat hierover werd verleend. De afsplitsing van de percelen achteraan is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening en heeft een nadelige invloed op de verblijfskwaliteit en de mogelijkheden van de hoofdgebouwen vooraan. Zo blijft er na de afsplitsing op het voorste perceel aan de straat slechts een onbebouwde oppervlakte over van 4 m2 in plaats van de tuinzone van circa 60 m2 volgens de laatst vergunde toestand. Hierdoor is niet langer minstens 20 % van het perceel onbebouwd waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 27 van de bouwcode. Bovendien werden de achtergevels van de hoofdgebouwen na de afsplitsing scheidingsmuren waardoor het creëren van nieuwe gevelopeningen of inrichten van buitenruimte in de vorm van terrassen op de verdiepingen ook beperkingen kennen (erfdienstbaarheden, inkijk, privacy).

 

In plaats van het perceel te ontpitten en meer kwalitatieve buitenruimte op het niveau van het gelijkvloers te creëren, beoogt de aanvraag een uitbreiding van het bouwvolume op de verdiepingen. Enerzijds door het realiseren van twee grote dakuitbouwen in het voorste en achterste dakvlak, anderzijds door het inrichten van een aantal dakterrassen. Dit getuigt niet van een zorgvuldig ruimtegebruik.

 

De dakuitbouwen zijn strijdig met artikel 15 van de bouwcode. De breedte van de dakkapel in het voorste dakvlak zorgt ervoor dat de schuine dakvorm moeilijk herkenbaar blijft. De afmetingen dienen in verhouding te zijn tot het dakvlak hetgeen hier niet het geval is.

Ondanks het feit dat de twee panden worden samengevoegd tot één pand, blijft de pandsgewijze opbouw van de achtergevels duidelijk leesbaar. De dakuitbouw aan de achterzijde houdt hier geen rekening mee door geen afstand van 0,60 m te bewaren.

 

Op de eerste en derde verdieping worden aan de achterzijde enkele dakterrassen ingericht. De terrassen op de derde verdieping zijn niet kenmerkend in de omgeving en dus strijdig met artikel 6 van de bouwcode.

Daarnaast worden de ramen in de achtergevel op de eerste en tweede verdieping van de Jacob Jordaensstraat 72 gewijzigd of verwijderd en worden daarachter inpandige terrassen ingericht bij de appartementen. Het omvormen van de leefruimtes tot terrassen en het wijzigen van de gevelopeningen in de scheidingsmuur betekenen een te grote impact op de aanpalende percelen (wijziging van de erfdienstbaarheden, privacyhinder).

Verder reikt ook het dakterras op de derde verdieping ter hoogte van de Jacob Jordaensstraat 70 tot tegen de achterste perceelsgrens, waardoor ook hier storende zichten mogelijk zijn op het aanpalende perceel.

 

De geplande werken en wijzigingen aan het bouwvolume zijn ruimtelijk niet inpasbaar in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De verschillende woongelegenheden bezitten onvoldoende woonkwaliteit door het ontwerp en de vele strijdigheden met de bouwcode.
 

Door het verdwijnen van de buitenruimte van de Jacob Jordaensstraat 70 heeft de woongelegenheid op het gelijkvloers enkel toegang tot een kleine ingesloten koer. Het appartement ontvangt hierdoor weinig lichtinval. Bovendien heeft de bureauruimte slechts één raamopening voorzien van ondoorzichtige beglazing en die niet opengaand is, waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 24 van de bouwcode.

Verder is de slaapkamer aan de achterzijde van het appartement op de derde verdieping niet voorzien van een raamopening, waardoor ook deze ruimte onvoldoende lichtinval en luchttoevoer conform artikel 24 van de bouwcode krijgt. Licht en lucht zijn basiskwaliteiten van verblijfsruimtes, waardoor niet van dit artikel kan afgeweken worden.

 

Bij de appartementen op de eerste en tweede verdieping van de Jacob Jordaensstraat 70 zijn de leefruimtes niet kwalitatief en niet in verhouding tot de andere ruimtes in de appartementen.

 

Voorts heeft appartement 2.2 enkel toegang tot een buitenruimte via de gemeenschappelijke delen.

De ligging van dit terras, alsook van de terrassen op de eerste en tweede verdieping van de Jacob Jordaensstraat 72, tegen de achterste perceelsgrens, veroorzaakt onaanvaardbare hinder op vlak van privacy.

Tenslotte is ook de buitenruimte van het appartement op de derde verdieping niet verenigbaar met de omgeving.

Het voorzien van vergunbare terrassen en/of buitenruimte bij elke woongelegenheid is een basiskwaliteit, waarvan niet kan afgeweken worden.

De aanvraag voorziet niet in een afgescheiden afvalberging van minstens 4 m², voorzien van verluchting. Dit is strijdig met artikel 26 van de bouwcode.

Van dit voorschrift kan met betrekking tot een minimum aan comfort en hygiëne voor de bewoners, niet afgeweken worden.

 

Bij de werken wordt de meergezinswoning voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Echter wordt de aansluiting ter hoogte van de rooilijn niet gerealiseerd in overeenstemming met de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode. Ook is de inhoud van de septische put niet duidelijk vermeld op de plannen waardoor het niet duidelijk is of de aanvraag voldoet aan artikel 43 van de bouwcode.

 

Tot slot is de aanvraag in strijd met de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid. Gezien de meergezinswoning na de werken beschikt over 6 woongelegenheden over meer dan twee niveaus is deze verordening van toepassing op alle te verbouwen of uit te breiden gemeenschappelijke delen. Hieraan dient voldaan te worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevel wordt voorzien van een nieuwe afwerking in witte crepi bovenop de bestaande plint in blauwe hardsteen. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in zwarte pvc of het bestaande houten schrijnwerk wordt geschilderd in een zwarte kleur. Ter hoogte van de fietsenberging wordt de deur vervangen door een zwart rolluik.

 

Het toepassen van een rolluik in plaats van een deur in de voorgevel is niet kenmerkend in de omgeving en visueel niet inpasbaar in de straat.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

In de laatst vergunde toestand is er 1 eengezinswoning met garage, en een meergezinswoning met 3 appartementen. Deze worden verbouwd en uitgebreid tot 6 appartementen.

-          1 bijkomende appartement <60 m² met parkeernorm 1,05: 1 x 1,05 = 1,05;

-          1 bijkomend appartement tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,2: 1 x 1,2 = 1,2.

Er verdwijnt in de aanvraag ook 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1,05 + 1,2 + 1 = 3,25, afgerond 3.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er worden geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. De bestaande en vergunde autostalplaats van de Jacob Jordaensstraat 70 wordt gesupprimeerd, wat niet gunstig beoordeeld kan worden. Volgens het advies van de stedelijk dienst Mobiliteit dient de autostalplaats behouden te blijven.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de twee bijkomende appartementen met twee slaapkamers moeten 6 fietsenstallingen voorzien worden (2 x 3 = 6). Deze worden ingericht op het gelijkvloers in twee afzonderlijke fietsenbergingen. Beide fietsenbergingen zijn onvoldoende groot volgens de bepalingen van artikel 29 van de bouwcode. Ook is de trap in de inkomhal niet voorzien van een fietsgoot volgens het plan waardoor de tweede fietsenberging niet gemakkelijk te bereiken is.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

29 september 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

28 november 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

26 februari 2024

Verslag GOA

6 december 2023

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van de bevraging omwonenden werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

 

Hinder privacy: bezwaarindieners vrezen dat de vijf terrassen die worden ingericht ter hoogte van de achtergevel nadelige gevolgen zullen hebben voor de privacy in de aanpalende tuinen en woningen.
Beoordeling:

Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

In de aanvraag worden meerdere terrassen ingericht ter hoogte van de achterste perceelsgrens waardoor het mogelijk is dat er storende zichten worden gecreëerd op de aanpalende eigendommen. Het wijzigen van de gevelopeningen in de scheidingsmuur en het inrichten van terrassen langs de perceelsgrens op de verdiepingen betekenen een impact op de aanpalende percelen (wijzigen erfdienstbaarheden, privacy, inkijk).

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.