2023_CBS_08977 - Omgevingsvergunning - OMV_2022120978. Oudebareellei zonder nummer (zn) - openbaar domein. District Merksem - Goedkeuring

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gemengd woongebied en industriegebied. De gebieden die als gemengd woon- en industriegebied zijn aangeduid, zijn bestemd voor wonen en voor de andere in artikel 5.1.0. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Bedoelde functies alsmede voor de instandhouding en de gerechtvaardigde uitbreiding van de bedrijven die er gevestigd zijn. Wanneer die bedrijven hun huidige bedrijfsactiviteit niet meer voortzetten en geen andere activiteiten die tot dezelfde bedrijfssector behoren, uitoefenen, krijgt het betrokken gebied uitsluitend en definitief de bestemming van woongebied.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het voorwerp van de aanvraag betreft een bemaling ter hoogte van de Oudebareellei zonder nummer (zn) - openbaar domein te 2170 Merksem (Antwerpen). In de Oudebareellei te Merksem wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd over een lengte van 335 meter. Voor de aanleg van deze riolering moet de grondwatertafel verlaagd worden. Dit zal gebeuren door het plaatsen van een bronbemaling. De vergunning wordt aangevraagd voor een maximaal dagdebiet van 2.400 m³ en een maximaal jaardebiet van 146.739 m³. De gewenste grondwaterverlaging gaat tot 4,36 meter onder het maaiveld. Het bemalingswater zal geloosd worden op de regenwaterriool in het beheer van Waterlink. Er wordt 100 m³ per uur water geloosd op de regenwaterriool in de Deuzeldlaan. Deze regenwaterriool staat in verbinding met het grachtenstelsel dat aansluit op de grachten en vijvers in het Bouckenborghpark waar alsnog een deel van het water op natuurlijke wijze kan infiltreren. De vergunning wordt aangevraagd voor een periode van 1 jaar, te rekenen vanaf de melding van de start der werken.

De bemaling is een sleufbemaling, opgedeeld in 2 strengen. Er wordt gerekend dat de bemalingslengte bij streng 1 beperkt blijft tot 100 meter en bij streng 2 tot 115 meter. Het maximale dagdebiet zou dan voor streng 1 en streng 2 respectievelijk 2.333 m³/dag en 2.373 m³/dag bedragen. Indien er nog indelingsplichtige werfactiviteiten (breekwerken, stockage van producten, enzovoort) uitgevoerd worden, dienen deze ook aangevraagd te worden.

OVAM-dossiers

Binnen de invloedzone van de bemaling liggen verschillende OVAM-dossiers. Voor deze decretale bodemonderzoeken is er nagegaan of er vervuiling van het grondwater aanwezig is en of de bemaling een invloed kan hebben op de verspreiding.

De verplaatsing van de verontreinigingen werden gesimuleerd waarbij volgende verplaatsingen werden gemeten (in meter). 

Met uitzondering van OVAM-dossiers 26812 en 20690 wordt er geen noemenswaardige invloed verwacht op deze verontreinigde locaties. Uit OVAM-dossier 26812 blijkt dat er een verontreiniging van minerale olie, MTBE, benzeen en arseen in het grondwater wordt aangetroffen. De afstand van het dossier tot de bemaling is 95 meter, dit ligt binnen de invloedstraal van de bemaling. Uit OVAM-dossier 20690 blijkt dat er een verontreiniging dichloormethaan aanwezig is. Deze verontreiniging ligt op 45 meter van de bemaling. Er wordt vanuit gegaan dat de concentratie aan dichloormethaan is afgenomen onder invloed van natuurlijke attenuatie. Bovendien werd het onderzoek uitgevoerd in 2005 en was de concentratie destijds beperkt. Deze aanname is acceptabel gezien de concentratie van 13 µg/liter onder de bodemsaneringsnorm voor grondwater verontreinigd met dichloormethaan ligt (20 µg/liter), volgens bijlage IV Bodemsaneringsnormen van het Vlarebo. Het indelingscriterium voor dichloormethaan is 20 µg/liter.

Wat betreft dossier 20690 worden de bodemsaneringsnormen voor minerale olie, MTBE, benzeen en arseen overschreden. Deze bedragen respectievelijk 500, 300, 20 en 20 µg/liter. Het indelingscriterium voor benzeen bedraagt 10 µg/liter. MTBE en benzeen zouden volgens de simulatie respectievelijk 13 en 3 meter verplaatsen. Zowel de minerale olie als MTBE als benzeen, zijn mobiele componenten waarvan de verontreiniging in de beïnvloede waterlaag ligt. De bemaling duurt langer dan 6 maanden waardoor er een relevante kans is op beïnvloeding van de verplaatsing van de verontreiniging. De gesimuleerde verplaatsingen zijn niet aanvaardbaar.

Bovendien lezen we in de bemalingsstudie het volgende: “Indien het bemalingswater concentraties bevat hoger dan de geldende lozingsnormen […] dient het bemalingswater gezuiverd te worden alvorens te lozen.” De aanvraag laat echter niet toe het verontreinigde bemalingswater te zuiveren, gezien rubriek 3.6. ontbreekt. Bovendien is navraag gedaan bij de aanvrager en deze bevestigt dat er geen waterzuiveringsinstallatie geïnstalleerd zal worden. Om de verspreiding van de verontreiniging ter hoogte van bodemdossier 26812 te beperken, wordt in de bemalingsstudie geadviseerd de peilbuis ter hoogte van de Keibeek, indien nog beschikbaar is, opnieuw te bemonsteren om de concentraties van de vervuiling te actualiseren. Dit in overleg met de eigenaar. Indien de peilbuis niet aanwezig is, wordt geadviseerd een nieuwe peilbuis te steken, zo dicht mogelijk bij de Keibeek, om de werkelijke grondwaterstandverlaging te kunnen opvolgen en een actualisatie van de concentraties uit te voeren. De grondwaterstand dient zowel bij start als wekelijks geregistreerd en geëvalueerd te worden in samenwerking met het studiebureau. Indien een wezenlijke verplaatsing overeenkomt met de simulatie, dient een nieuwe studie opgesteld te worden waarin vervat wordt hoe de werkelijke verplaatsing beperkt zal worden. De maatregelen ter beperking van de verplaatsing van de verontreiniging worden eerst getroffen vooraleer de bemaling kan voortgezet worden. Dit wordt mee opgenomen als bijzondere voorwaarde.

Zettingen

De zettingen zijn niet groter dan 15 mm en zijn bijgevolg aanvaardbaar.

Verhoogde lozingsnormen

Er wordt een verhoogde lozingsnorm aangevraagd voor nikkel, arseen en PFAS voor respectievelijk 120 µg/liter, 50 µg/liter en 100 ng/liter. Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn er PFAS no regret-zones vastgelegd. Echter zijn er geen onderzoeksresultaten met PFAS in de omgeving gekend doch, gezien de onzekerheid over de aanwezigheid van PFAS, worden deze mee opgenomen in de aangevraagde verhoogde lozingsnormen. Deze verhoogde lozingsnorm wijkt af van de bepaling van titel II van het Vlarem, in de aanvraag wordt daarom een bijstelling van de lozingsnormen aangevraagd. Gezien het beperkte debiet en de beperkte duurtijd van de bemaling, zijn de verhoogde lozingsnormen aanvaardbaar. Enkel voor PFAS wordt de norm verlaagd naar 50 ng/liter gezien er geloosd wordt op de regenwaterriool en deze in verbinding staat met de grachten en vijvers van het Bouckenborghpark waar het water alsnog op natuurlijke wijze zou kunnen infiltreren. 

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Vanuit milieutechnisch standpunt wordt aan het college geadviseerd de vergunning voorwaardelijk te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Er wordt een peilbuis geplaatst ter hoogte van de Kleibeek. Dit om de verspreiding van de verontreiniging ter hoogte van OVAM-dossier 26812 te monitoren.

3. De grondwaterverlaging ter hoogte van de Kleibeek (OVAM-dossier 26812), wordt bij start en nadien wekelijks geregistreerd en gemonitord in samenspraak met het studiebureau.

4. Indien de invloed op het grondwater ter hoogte van OVAM-dossier 26812 zoals berekend in voorliggende studie, bevestigd wordt, dient een nieuwe studie opgesteld te worden waarin vervat wordt hoe de werkelijke verplaatsing beperkt zal worden. Deze studie wordt opgestuurd naar milieuvergunningen@antwerpen.be en mi@antwerpen.be. De bemaling kan slechts voortgezet worden nadat de maatregelen ter beperking van de verplaatsing van de verontreiniging genomen werden.

5. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

6. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden meegedeeld aan de dienst Vergunningen van de stad Antwerpen met vermelding van het omgevingsdossiernummer (milieuvergunningen@antwerpen.be).

7. Volgende bijzondere lozingsnormen gelden tijdens de bemaling: 
   

Parameter	Verhoogde lozingsnorm geadviseerd	Eenheid
arseen	50	µg/liter
nikkel	120	µg/liter
PFAS (individueel)	50	ng/liter

8. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximum 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-     bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;

-     bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

9. De bemaling kan geëxploiteerd worden voor de periode van één jaar vanaf de opstart van de bemaling.