Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023115698 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BV BESS INTERNATIONAL (0832664628) met als contactadres Ordamstraat 9 te 2030 Antwerpen en NV Edoco (0779960667) met als adres Ordamstraat 9 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Ordamstraat 9 te 2030 Antwerpen. |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie C nrs. 340W en 340Y |
waarvan: |
|
- 20230831-0056 | afdeling 16 sectie C nrs. 340Y en 340W (BESS International / Edoco) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een inrichting voor het afvullen van voedingsoliën |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- 06/10/2023: omgevingsvergunning (OMV_2023021699) voor wijzigingen aan een bestaand magazijn – regularisatie;
- 10/08/2018: omgevingsvergunning (OMV_2018069547) voor het bouwen van magazijn 17 en verharding.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een bedrijf met als activiteit het afvullen van voedingsoliën in diverse verpakkingen.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) BESS International / Edoco
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,40 m³/uur |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 1.250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 3 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 62 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
19.6.1°c) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 450 m³ |
23.2.1°a) | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 102,50 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 105 ton |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 100,85 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 24 oktober 2023 | 20 november 2023 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing.
Grotendeels geldt hier het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Evenwijdig met de Noorderlaan en op circa 400 meter ten zuiden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten noorden van de Noorderlaan gelden de bestemmingsvoorschriften Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’, Gebied voor spoorinfrastructuur en Zone voor permanente ecologische infrastructuur.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Bess International en dochteronderneming Edoco zijn gespecialiseerd in het afvullen van voedingsoliën. Plantaardige oliën zoals raapzaadolie, maïsolie en zonnebloemolie worden aangevoerd per tankwagen en binnen opgeslagen in 7 bovengrondse tanks van elk 50 m³ en 2 bovengrondse tanks van 35 m³ en 20 m³. Het betreft producten die niet zijn ingedeeld volgens VLAREM (vlampunt >250°C). Vanuit de tanks wordt de olie naar een afvullijn verpompt waar diverse types verpakkingen kunnen worden gevuld, gaande van 5 liter tot 1.000 liter. Alle afvul- en opslagactiviteiten vinden plaats op een vloeistofdichte vloer. De opslagtanks zijn voorzien van een overvulbeveiliging.
De vloer van de loods wordt met een industriële schrobmachine gereinigd waardoor er een beperkte hoeveelheid bedrijfsafvalwater wordt geproduceerd. Spills die eventueel zouden ontstaan bij de activiteiten worden meteen opgeruimd zodat deze niet opgenomen worden in de schrobmachine. Gezien de loods maximaal 1 x per week gereinigd wordt, zal er maximaal 0,4 m³/uur, 0,4 m³/dag en 20,8 m³/jaar bedrijfsafvalwater via de interne riolering geloosd worden in oppervlaktewater. Er zal telkens een visuele controle plaatsvinden op enige olieverontreiniging in het afvalwater van de schrobmachine. Indien olieverontreiniging aangetroffen wordt in het afvalwater zal dit afgelaten worden in een IBC die opgehaald wordt voor externe verwerking.
Het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen is niet indelingsplichtig (< 600 m³/jaar). Het debiet bedraagt 77 m³/jaar en het wordt via een IBA (individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater) geloosd.
Na passage via de IBA komt het echter samen met het bedrijfsafvalwater waardoor het totale debiet bedrijfsafvalwater wordt gebracht op maximaal 1,4 m³/uur, 1,4 m³/dag en 97,8 m³/jaar.
De verpakkingen die gevuld worden met de voedingsoliën betreffen preform kunststoffen voorwerpen die ter plaatse uitgeblazen worden tot de gewenste grootte. De installaties voor het uitblazen hebben een vermogen van 102,5 kW. Er wordt een opslag van maximaal 105 ton kunststofverpakkingen voorzien.
Er wordt 500 liter gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen opgeslagen in 2 brandwerende kasten die voorzien zijn van een gepaste inkuiping.
Het bedrijf beschikt over een oliegekoelde transformator van 1.250 kVA die voorzien is van een inkuiping.
Verder wenst men met onderhavige aanvraag een aantal ondersteunende inrichtingen of activiteiten te vergunnen:
- 3 stalplaatsen voor bedrijfsvoertuigen;
- luchtcompressoren met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 62 kW;
- opslag van 450 m³ houten paletten in een loods;
- opslag van 100,85 ton karton in een lokaal.
In het dossier wordt gesteld dat er gemiddeld 8 transportbewegingen per dag zijn voor leveringen en afhalingen van de voedingsoliën en dit enkel overdag en op weekdagen.
Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zullen zijn.
In een eerder ingetrokken dossier voor deze exploitatie verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/FPA/2023/H.00395.A3.0003). Vermits er met huidig dossier geen inhoudelijke wijzigingen zijn kan dit advies behouden blijven. De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
De risico’s voor het milieu ten gevolge van de beoogde verandering worden tot een aanvaardbaar niveau beperkt.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,40 m³/uur |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 1.250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 3 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 62 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
19.6.1°c) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 450 m³ |
23.2.1°a) | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 102,50 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 105 ton |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 100,85 ton |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 september 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 20 oktober 2023 |
Start openbaar onderzoek | 30 oktober 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 28 november 2023 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 4 december 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 3 maart 2024 |
Verslag GOA | 8 december 2023 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
30 oktober 2023 | 28 november 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,40 m³/uur |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 1.250 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 3 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 62 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
19.6.1°c) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 450 m³ |
23.2.1°a) | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 102,50 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 105 ton |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 100,85 ton |