Terug
Gepubliceerd op 18/12/2023

2023_CBS_08971 - Omgevingsvergunning - OMV_2023102401. Polderdijkweg 3. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08971 - Omgevingsvergunning - OMV_2023102401. Polderdijkweg 3. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_08971 - Omgevingsvergunning - OMV_2023102401. Polderdijkweg 3. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023102401

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

A. Hak Leidingbouw B.V. met als adres Steenoven 2-6 te 4196 Geldermalsen (Nederland)

Ligging van het project:

Polderdijkweg 3 te 2030 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 14 sectie A nr. 120T

waarvan:

 

-          20230728-0016

afdeling 14 sectie A nr. 120T (Bemaling)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Een tijdelijke bronbemaling voor werken aan RAPL-leiding.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

-          22/08/2008: vergunning (HVN/2008/B/0090) voor het herinrichten van parking A, laan H en E;

-          10/06/1999: vergunning (HV/1999/B/0018) voor heraanleg parking, plaatsen fietsenstalling en afbraak portiersloge.

 

Voorgeschiedenis milieu

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de uitvoering van een grondwaterbemaling met lozing en indien nodig voorafgaande zuivering van potentieel verontreinigd bemalingswater met mogelijk verhoogde concentraties aan PFAS, zware metalen en organische stoffen. Bijhorend aan de lozing worden bijstellingen van VLAREM II voorwaarden aangevraagd.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

3,80 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

3,80 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

5.556 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II: het plaatsen van een meetgoot.

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Het voorzien van een staalnamekraan en debietsmeter die conform artikel 5.53.3. van Vlarem II is.

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1.3° van VLAREM II met betrekking tot lozingsnormen voor gevaarlijke stoffen.

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Aangepaste lozingsnormen (zie verder in dit verslag).

3.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 5.53.6.1.1. §3 van VLAREM II: bemalingswater dat terug in de grond ingebracht wordt, mag geen behandeling ondergaan.

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Het voorzien van een monitoring die erop toeziet dat de lozingsnormen voor grondwater gerespecteerd worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

18 september 2023

20 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

18 september 2023

4 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

18 september 2023

7 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen


Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Over het goed lopen overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat.

 

In het gebied, aangeduid met de overdruk Hoogspanningsleiding, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. 

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

 

In het gebied, aangeduid met de overdruk Leidingstraat, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Hansadok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten noorden en oosten van het goed lopen overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Onderhavige aanvraag voorziet een bemaling voor het uitvoeren van inspectie- en herstelwerkzaamheden aan de RAPL-leiding, die ruwe aardolie vervoert. Gezien het bemalingswater mogelijke verhoogde concentraties van PFAS, zware metalen en organische stoffen kan bevatten wordt de bijhorende lozing en indien noodzakelijk zuivering van het potentieel verontreinigd bemalingswater aangevraagd.

 

Voor de werkzaamheden aan de leiding wordt een bouwput voorzien waarbij een bemaling noodzakelijk is om de werken in het droge te kunnen uitvoeren. Een bouwput van 12 meter bij 4 meter met een diepte van ongeveer 3,5 meter onder het maaiveld wordt voorzien waarbij water wordt onttrokken tot 4 meter onder het maaiveld.

 

De verwachte bemalingsduur bedraagt 90 dagen. Het maximale bemalingsdebiet wordt geschat op 3,8 m3/uur en maximaal 91 m3/dag. Het totale bemalingsdebiet wordt geschat op 5.556 m3/jaar.

De start- en einddatum van de bemaling dient gemeld te worden aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen.

 

Uit de bemalingsnota blijkt dat de maximaal toelaatbare absolute en differentiële zettingen ter hoogte van de nabijgelegen spoorweg worden overschreden met het voorgestelde bemalingsconcept. Er wordt dan ook in de nota aangeraden om de zettingen te monitoren en milderende maatregelen toe te passen. De nv Infrabel adviseerde op 4 oktober 2023 voorwaardelijk gunstig. Om zettingen ter hoogte van de spoorweg tot een minimum te beperken, wordt in het advies gesteld dat milderende maatregelen effectief moeten getroffen worden.

Door de exploitant werd op 24 november 2023 via het omgevingsloket een bericht verstuurd waarbij bevestigd werd dat de bemaling uitgevoerd zal worden in een hydraulisch gesloten bouwkuip, zodoende dat er ter hoogte van de spoorweg geen zettingen te verwachten zijn en bovendien migratie van verontreinigingen vermeden wordt. De milderende maatregel wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde.

 

Er bevinden zich geen beschermde of ecologisch belangrijke gebieden binnen de invloedsstraal van de bemaling.

 

De projectsite situeert zich in een PFAS-no regret zone waar maatregelen gelden.

De VMM adviseerde op 7 november 2023 voorwaardelijk gunstig. In het advies wordt benadrukt dat voor de lozing van bemalingswater de voorkeur gegeven moet worden aan het maximaal beperken van het netto bemalingsdebiet en retour/herinfiltratie van het bemalingswater. Slechts in laatste instantie kan er geloosd worden. De aanvraag voorziet dat een deel van het bemalingswater geïnfiltreerd zal worden.

 

De exploitant vraagt de lozing van potentieel verontreinigd bemalingswater met een maximaal debiet van 3,8 m3/uur. Het bemalingswater wordt via riolering geloosd in oppervlaktewater. Voor lozing worden onderstaande bijzondere lozingsnormen aangevraagd en beoordeeld door de VMM:

Parameter (µg/liter)

Aangevraagde norm

Advies VMM

Benzeen

100

10 (= indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Tolueen

900

90 (= indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Ethylbenzeen

50

10 (= 2 x indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Xyleen

40

10 (= 2,5 x indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Naftaleen

20

2 (= indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Arseen

50

50 (= 10 x indelingscriterium)

Cadmium

0,8

Schrappen

Kwik

0,15

0,15 (= indelingscriterium)

Barium

700

700 (= 10 x indelingscriterium)

Berylium

1

1 (= 10 x indelingscriterium)

Boor

7000

7000 (= 10 x indelingscriterium)

Chroom

500

500 (= 10 x indelingscriterium)

Kobalt

6

6 (= 10 x indelingscriterium)

Koper

500

500 (= 10 x indelingscriterium)

Lood

500

500 (= 10 x indelingscriterium)

Molybdeen

3500

3500 (= 10 x indelingscriterium)

Nikkel

300

300 (= 10 x indelingscriterium)

Seleen

30

30 (= 10 x indelingscriterium)

Thalium

2

2 (= 10 x indelingscriterium)

Tin

400

400 (= 10 x indelingscriterium)

Uranium

10

10 (= 10 x indelingscriterium)

Vanadium

50

50 (= 10 x indelingscriterium)

Zilver

4

4 (= 10 x indelingscriterium)

Zink

2000

2000 (= 10 x indelingscriterium)

Antimoon

1000

1000 (= 10 x indelingscriterium)

Tellurium

1000

1000 (= 10 x indelingscriterium)

Titanium

1000

1000 (= 10 x indelingscriterium)

Minerale olie

500

500 (=norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Dichloormethaan

200

20 (= indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Tetrachlooretheen

100

10 (= indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Trichlooretheen

100

10 (= indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

1,1,1-Trichloorethaan

200

200 (= 10 x indelingscriterium, norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

1,1,2-Trichloorethaan

200

12 (=norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Vinylchloride

100

1 (=norm standaardprocedure bodemsaneringen 2021)

Chloorbenzeen

60

60 (= 10 x indelingscriterium)

Isopropylbenzeen

10

10 (= 10 x indelingscriterium)

Tributyltinhydride (TBT)

0,002

Schrappen

1,2-dichloorethaan

100

30 (= 3 x indelingscriterium)

1,2-dichloorethenen (som cis en trans)

som =100

som =50 (= 5 x indelingscriterium)

Trichloormethaan

25

25 (= 10 x indelingscriterium)

PFAS

0,100

0,100

 

De lozingsnormen zoals voorgesteld door de VMM worden verleend.

 

Voor lozing van het bemalingswater worden twee indelingsrubrieken aangevraagd. Enerzijds rubriek 3.4.2° voor het lozen van het bemalingswater zonder behandeling in een waterzuiveringsinstallatie, op voorwaarde dat de staalname van het bemalingswater aantoont dat er geen overschrijdingen zijn van de aangevraagde lozingsnormen. En anderzijds rubriek 3.6.3.2°: indien uit staalname blijkt dat het bemalingswater verontreinigd is (boven de aangevraagde lozingsnormen), zal het bemalingswater voorafgaand aan lozing gezuiverd worden. De exploitatie van de bemaling wordt voorzien van een monitoringsprogramma. In functie van de analyseresultaten uit het monitoringsprogramma zal al dan niet gezuiverd worden.

 

De VMM stelt dat de kwaliteit van het bemalingswater geanalyseerd dient te worden in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximum 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en deze getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80 % van de norm bedraagt;

- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Ingeval het bemalingswater moet gezuiverd worden, gebeurt de effluentcontrole wekelijks tijdens de 1e maand, en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling. Het is aangewezen de frequentie van monitoring zoals voorgesteld door de VMM op te leggen als bijzondere voorwaarde. De analyseresultaten dienen bijgehouden te worden in een register en overgemaakt te worden aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen.

 

In het dossier wordt een bijstelling aangevraagd van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dat stelt dat er een meetgoot moet voorzien worden. De bijstelling wordt aangevraagd aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft. De exploitant voorziet een staalnamekraan en debietsmeter die conform artikel 5.53.3. van Vlarem II is.

Gezien het voorwerp van de aanvraag volstaat een controleput/aftapkraan waarbij een schepstaal kan genomen worden.

 

Tevens wordt een bijstelling aangevraagd van artikel 5.53.6.1.1. §3 van VLAREM II dat stelt dat het bemalingswater dat terug in de grond ingebracht wordt, geen behandeling mag ondergaan. De bijstelling wordt aangevraagd gezien de potentiële aanwezigheid van verontreiniging en de eventuele zuivering via een waterzuiveringsinstallatie. De exploitant voorziet een monitoring die erop toeziet dat de lozingsnormen voor grondwater gerespecteerd worden.

De bijstelling kan gunstig geadviseerd worden. Zoals gesteld in het advies van de VMM, kan het terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag voorkeur genieten op verplaatsing van verontreinigingen naar een ander milieucompartiment.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft betrekking op een project als vermeld in bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, meer bepaald op rubriek 10j. Bijgevolg moest een m.e.r.-screening gebeuren. Op basis van de m.e.r.-screening in het dossier, werd bij de volledig- en ontvankelijkheidsverklaring reeds geoordeeld dat de aanvraag niet moet vergezeld worden van een milieueffectenrapport, aangezien geen aanzienlijke negatieve effecten worden gegenereerd.

 

Advies aan het college

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

3,80 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

3,80 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

5.556 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_ 2023102401, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. De bemaling dient uitgevoerd te worden in een hydraulisch gesloten bouwkuip.
  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dient er geen meetgoot geïnstalleerd te worden. Er dient wel een controleput/aftapkraan voorzien te worden.
  1. In afwijking van artikel 5.53.6.1.1. §3 van VLAREM II mag gezuiverd bemalingswater via retour/herinfiltratie in de grond gebracht worden.
  1. Aanvullend op de algemene lozingsnormen voor de lozing van het bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater gelden de volgende bijzondere lozingsnormen:

Parameter

Norm (µg/liter)

Benzeen

10

Tolueen

90

Ethylbenzeen

10

Xyleen

10

Naftaleen

2

Arseen

50

Kwik

0,15

Barium

700

Berylium

1

Boor

7000

Chroom

500

Kobalt

6

Koper

500

Lood

500

Molybdeen

3500

Nikkel

300

Seleen

30

Thalium

2

Tin

400

Uranium

10

Vanadium

50

Zilver

4

Zink

2000

Antimoon

1000

Tellurium

1000

Titanium

1000

Minerale olie

500

Dichloormethaan

20

Tetrachlooretheen

10

Trichlooretheen

10

1,1,1-Trichloorethaan

200

1,1,2-Trichloorethaan

12

Vinylchloride

1

Chloorbenzeen

60

Isopropylbenzeen

10

1,2-dichloorethaan

30

1,2-dichloorethenen (som cis en trans)

som=50

Trichloormethaan

25

PFAS

0,100

  1. Op minstens bovenstaande zware metalen, organische stoffen en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025 wordt een monitoring uitgevoerd bij opstart. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
    - bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80 % van de norm bedraagt;
    - bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
    Ingeval dat het bemalingswater moet gezuiverd worden, gebeurt de effluentcontrole, wekelijks tijdens de 1e maand, en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling.
  1. Alle analyseresultaten dienen bijgehouden te worden in een register en dienen bezorgd te worden aan dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_2023102401.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

18 september 2023

Start openbaar onderzoek

23 september 2023

Einde openbaar onderzoek

22 oktober 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

1 januari 2024

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

31 maart 2024

Verslag GOA

8 december 2023

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

23 september 2023

22 oktober 2023

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_ 2023102401, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. De bemaling dient uitgevoerd te worden in een hydraulisch gesloten bouwkuip.
  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dient er geen meetgoot geïnstalleerd te worden. Er dient wel een controleput/aftapkraan voorzien te worden.
  1. In afwijking van artikel 5.53.6.1.1. §3 van VLAREM II mag gezuiverd bemalingswater via retour/herinfiltratie in de grond gebracht worden.
  1. Aanvullend op de algemene lozingsnormen voor de lozing van het bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater gelden de volgende bijzondere lozingsnormen:

Parameter

Norm (µg/liter)

Benzeen

10

Tolueen

90

Ethylbenzeen

10

Xyleen

10

Naftaleen

2

Arseen

50

Kwik

0,15

Barium

700

Berylium

1

Boor

7000

Chroom

500

Kobalt

6

Koper

500

Lood

500

Molybdeen

3500

Nikkel

300

Seleen

30

Thalium

2

Tin

400

Uranium

10

Vanadium

50

Zilver

4

Zink

2000

Antimoon

1000

Tellurium

1000

Titanium

1000

Minerale olie

500

Dichloormethaan

20

Tetrachlooretheen

10

Trichlooretheen

10

1,1,1-Trichloorethaan

200

1,1,2-Trichloorethaan

12

Vinylchloride

1

Chloorbenzeen

60

Isopropylbenzeen

10

1,2-dichloorethaan

30

1,2-dichloorethenen (som cis en trans)

som=50

Trichloormethaan

25

PFAS

0,100

  1. Op minstens bovenstaande zware metalen, organische stoffen en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025 wordt een monitoring uitgevoerd bij opstart. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
    - bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80 % van de norm bedraagt;
    - bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
    Ingeval dat het bemalingswater moet gezuiverd worden, gebeurt de effluentcontrole, wekelijks tijdens de 1e maand, en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling.
  1. Alle analyseresultaten dienen bijgehouden te worden in een register en dienen bezorgd te worden aan dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_2023102401.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

3,80 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

3,80 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

5.556 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een termijn van 3 maanden vanaf de opstart van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.