Op het einde van ieder jaar wordt een jaarafsluit voorzien, waarbij onder andere bestelbonnen worden overgezet naar het nieuwe jaar om de continuïteit van de stedelijke werking te garanderen. Aangezien de voorbereidingen van de jaarafsluit vooral in het laatste kwartaal van 2023 plaatsvinden en de jaarafsluit effectief begin 2024 zal plaatsvinden, wordt nu reeds een principebeslissing rond bestelbonnen en restkredieten voor de jaarafsluit 2023 aan het vast bureau voorgelegd.
Voor de transitie van 2022 naar 2023 werd er een gelijkaardig besluit genomen op het vast bureau van 25 november 2022 (jaarnummer 271).
Artikel 98 van het besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018 (BVR BBC), stelt dat in het begin van het boekjaar de vastleggingen geregistreerd worden van de uitgaven, die in de loop van het boekjaar gedaan worden als gevolg van verbintenissen uit vorige boekjaren.
Artikel 258 van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) stelt dat het college van burgemeester en schepenen vóór 1 maart van het lopende boekjaar bepaalt welk gedeelte van de kredieten voor de gemeente voor investeringen en financiering, die voor het vorige boekjaar opgenomen waren in het meerjarenplan maar nog niet zijn aangewend, overgedragen worden naar het lopende boekjaar. Het vast bureau doet hetzelfde voor het openbaar centrum voor maatschappelijke welzijn.
Artikel 84 §3 3° van het decreet lokaal bestuur stelt dat het vast bureau bevoegd is voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Voor de (niet-aangerekende) bestelbons op het einde van het boekjaar
Voor de niet-vastgelegde, niet-aangerekende kredieten (= restkredieten)
Het vast bureau keurt, voor de jaarafsluit 2023, goed dat: