Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023071495 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Yves Pauwels met als adres Belcrownlaan 18 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Korte Bremstraat 18-20 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 41 sectie B nrs. 411K3 en 411H3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van 2 arbeiderswoningen en bouwen van een meergezinswoning met 5 woongelegenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/02/2013: weigering (20128006) voor het slopen van 2 woningen en nieuwbouw 8 appartementen/studio's.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.
Nieuwe toestand
- functie:
- gelijkvloers:
- eerste verdieping:
- tweede verdieping:
- bouwvolume:
- gelijkvloerse verdieping links tot op 17 m;
- eerste en tweede verdieping links tot op circa 13,50 m;
- rechterzijde van het gebouw over 3 bouwlagen tot op circa 16 m;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande bebouwing;
- bouwen van een meergezinswoning;
- aanpassen van het openbaar domein voor nemen toegang.
- wijzigen van de scheimuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 28 juli 2023 | 8 september 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius - Bouwadvies/ Fluvius | 28 juli 2023 | 22 augustus 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen - Bouwadvies | 28 juli 2023 | 28 augustus 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 28 juli 2023 | 8 september 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 28 juli 2023 | 31 juli 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 juli 2023 | 16 augustus 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 28 juli 2023 | 8 augustus 2023 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 28 juli 2023 | 8 augustus 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Kwade Velden, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 januari 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen-art. 5.1 en zone voor openbare wegenis-art. 4.1.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
ZONE VOOR WONEN - Artikel 5.1:
- 5.1.2. Kavelstructuur: Percelen mogen worden samengevoegd om grotere percelen te creëren waarop bestaande, kleine woningen kunnen uitbreiden. In dit laatste geval mogen echter geen bijkomende woongelegenheden gecreëerd worden op de samengevoegde percelen. 2 percelen waarop telkens een eengezinswoning staat, worden samengevoegd en bebouwd met als resultaat een meergezinswoning met 5 woongelegenheden;
- 5.1.3. Bebouwing:
Op elke verdieping overschrijdt de bebouwing de toegestane bouwdiepte.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt niet aanvaard.
De vergunning wordt geweigerd.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Korte Bremstraat wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen. De functie wonen is inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag bevat de sloop van twee arbeiderswoningen met elk een netto-vloeroppervlakte van minder dan 100 m² en de nieuwbouw van een meergezinswoning met 5 appartementen. De werken worden uitgevoerd op 2 percelen.
De aanvraag is strijdig met de voorschriften van artikel 5.1.2. van het BPA Kwade velden. Zo worden de percelen samengevoegd en bijkomende woongelegenheden gecreëerd op de samengevoegde percelen waar het voorschrift wil voorkomen dat meer woongelegenheden worden voorzien per kavel.
Verder is de aanvraag ook strijdig met artikel 5.1.3. waarin de maximale bouwdiepte voor het gelijkvloers op 15 m wordt vastgelegd en voor de verdiepingen op 12 m. Met een bouwdiepte van 17 m op de begane grond en 13,50 m links en 16 m rechts op de verdiepingen, worden de opgelegde bouwdieptes overschreden. Dit BPA werd opgemaakt met als uitgangspunt de overstromingsgevoelige problematiek van deze omgeving aan te pakken. Daarom werd geopteerd om in deze omgeving slechts 1 woongelegenheid per kavel toe te staan en de bouwdiepte te beperken waardoor op bovenstaande voorschriften geen afwijking kan worden toegestaan.
Visueel-vormelijke elementen
Het straatbeeld in de onmiddellijke omgeving wordt bepaald door een gevelafwerking in baksteen in combinatie met afwerkdetails in blauwe hardsteen. Voor de nieuwe gevelafwerking wordt rode vormbaksteen voorgesteld en donkergroen buitenschrijnwerk. Onder de ramen worden nieuwe dorpels in blauwe hardsteen voorzien, onderaan de gevel wordt een plint voorzien, ook in blauwe hardsteen. De gevraagde aanpassingen zijn visueel dan ook gepast in de omgeving. Gezien de context kan de voorgestelde uitvoering gunstig geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voor deze aanvraag werd het advies ingewonnen bij onze stedelijke dienst Milieu. Hun advies luidt als volgt: “Voor de verwarming van de woningen wordt gebruik gemaakt van warmtepompen, die op het dak van het gebouw geplaatst worden.
Gelet op verwachte warmtevraag zal het vermogen van de toestellen hoger zijn dan 5 kW, en dus ingedeeld zijn als IIOA. De toestellen lijken niet op de plannen getekend en hadden opgenomen moeten worden in een luik IIOA.
Het dossier spreekt van een 'relatief lage parkeerdruk in de omgeving'. Dit komt niet overeen met de situatie ter plaatse.”
Uit het bovenstaande blijkt dat de mogelijke milieueffecten niet correct werden ingeschat.
De project-MER-screeningsnota wordt niet aanvaard. De vergunning dient geweigerd te worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 5 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 5 appartementen : parkeerbehoefte = 5 De werkelijke parkeerbehoefte is 5
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet volledig gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag dat een perceel betreft met een beperkte diepte. Dit laat het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe. Desondanks kan er 1 parkeerplaats voorzien worden.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5 – 1 = 4.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 1= 4 Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Er moeten 14 inpandige en afsluitbare fietsstalplaatsen ingetekend worden.
Woninggrootte
De aanvraag voorziet 5 appartementen waarvan 1 drieslaapkamer-appartement (110 m²), 2 tweeslaapkamer-appartementen (84 m²) en 2 eenslaapkamer-appartementen (50 en 52 m²). Omdat op beide percelen, met elk een breedte van meer dan 5 m, 2 ruime eengezinswoningen kunnen gebouwd worden is het voorzien van slechts 1 ruime eengezinswoning (in de vorm van een drieslaapkamerappartement) in deze nieuwbouw onvoldoende. Wonen in de stad is belangrijk. Een aanbod aan verschillende soorten woningen vormt de beste garantie dat er voor iedereen wel een geschikte woning te vinden is. En om ook voor gezinnen met kinderen een woonaanbod te kunnen garanderen, moet het bestaande aanbod aan eengezinswoningen maximaal behouden blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met voorschriften van het bijzonder plan van aanleg en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 mei 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 28 juli 2023 |
Start openbaar onderzoek | 8 augustus 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 6 september 2023 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 10 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 8 februari 2024 |
Verslag GOA | 13 december 2023 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
8 augustus 2023 | 6 september 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.