Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023131081 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Nofel Cetin met als adres De Bosschaertstraat 48/50 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Bosschaertstraat 50 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2450W5 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/06/1948: toelating (18#24315) voor woonhuis en garage oprichten.
Vergunde toestand/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen - Bouwadvies | 25 oktober 2023 | 17 november 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 25 oktober 2023 | 26 oktober 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikel 21, 24, 30, 34 van de bouwcode. Van artikel 24 en 34 kan er niet op geldige wijze worden afgeweken. Hiervoor zal een voorwaarde worden opgenomen bij de vergunning. Dit wordt verder toegelicht en gemotiveerd in de rubrieken hieronder.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt het uitbreiden van een meergezinswoning met twee woningen.
Voorafgaandelijk aan de omgevingsaanvraag werd er intern bevestigd door de stedelijke dienst Vermoeden van vergunning dat de 2 woningen effectief onder het vermoeden van vergunning vallen. Het aantal woningen blijft ongewijzigd waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt het uitbreiden van een meergezinswoning met een 3de bouwlaag onder plat dak en het isoleren van de achtergevel. Het aantal woningen blijft ongewijzigd. Op de 1ste en 2de verdieping wordt er een duplexwoning gecreëerd. Drie bouwlagen zijn niet vreemd in deze context en bijgevolg inpasbaar in de bebouwde omgeving. Voor wat de kenmerkende bouwdiepte betreft voor een 3de bouwlaag zien we dat dit in deze context overeenkomt met ongeveer 13 meter. We zien ook enkele uitzonderingen. Zo betreft het gebouw nummer 44 een uitzonderlijk groot gebouw op een uitzonderlijk groot perceel dat doorloopt tot in het binnengebied van dit bouwblok. Voor het overige zijn er enkele percelen die een gelijkaardige grootte hebben als het perceel in dit project en waarbij de bouwdiepte op de 3de verdieping historisch veel te diep is uitgevoerd. Hierdoor kunnen deze percelen niet als referentie dienen. De nieuwe bouwlaag vindt aansluiting bij het linkerbuurpand en is daardoor qua bouwdiepte in overeenstemming met de kenmerkende bouwdiepte van de omgeving. Het dakterras houdt voldoende afstand van beide buurpercelen waardoor er geoordeeld wordt dat er geen hinder naar de omgeving wordt verwacht. Gezien deze afstand tot de buurpercelen is het dakterras op voorgestelde bouwdiepte, stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Op het gelijkvloers wordt het inpandig terras gedeeltelijk bij het binnenvolume toegevoegd. Voor deze ruimte wordt op het plan geen functie geduid maar er kan vanuit gegaan worden dat dit een verlengde is van de leefruimte en keuken. Er wordt echter opgemerkt dat het keukenmeubel zich in de doorgang bevindt waardoor er slechts een doorgang is van amper 0,60 meter. Bovendien is de keuken door de toevoeging van volume ingesloten waardoor deze geen rechtstreeks licht, lucht en zicht heeft. Bijkomend is de oppervlakte van het raam (artikel 24) in de achtergevel ter hoogte van de bestaande living onvoldoende om zowel living als keuken van voldoende licht en lucht te voorzien. In voorwaarde bij de vergunning zal er om voormelde redenen worden opgenomen om de keuken open te werken zodat deze maximaal van licht, lucht en rechtstreeks zicht kan genieten. Bijkomend wordt er opgemerkt dat het toegevoegd volume op het gelijkvloers een binnenhoogte heeft van 2,50 meter. Volgens artikel 21 van de bouwcode moeten verblijfsruimtes een binnenhoogte hebben van minstens 2,60 meter. Het betreft echter een bestaand inpandig terras dat tevens volgens de hedendaagse normen geïsoleerd wordt. Bovendien zullen de ruimtes na het openwerken van de muren tussen de keuken van voldoende licht worden voorzien waardoor er met behulp van artikel 3 van de bouwcode een afwijking kan worden toegestaan.
Tot slot wordt het inpandig terras op de 1ste verdieping eveneens toegevoegd aan het binnenvolume. Dit heeft geen negatieve impact op de interne woonkwaliteit en op de omgeving.
Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig mits naleving van de voorwaarden horende bij de vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande gevel blijft bewaard wat zeer positief is. De bestaande rode gevelsteen wordt doorgezet voor de nieuwe bouwlaag. Ook de detailleringen van pleisterwerk worden herhaald. De uitwerking van de bijkomende bouwlaag gebeurt met respect voor de bestaande architecturale uitgewerkte gevel. De visueel vormelijke elementen zijn gunstig.
Fietsvoorzieningen:
Vermits het aantal wooneenheden niet uitgebreid wordt moeten er geen fietsstalplaatsen voorzien worden. Er wordt een fietsenberging voorzien in de ruimte waar vroeger de helling naar de garage was.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Na de verbouwing blijven er 2 wooneenheden aanwezig. Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
Bij het vergelijken van de toelating van 1948 uit het archief ((18#24315) en de plannen bestaande toestand, wordt er geoordeeld dat de verdiepte garage zoals weergegeven op het plan in het archief nooit zo is uitgevoerd. Deze vermeende autostaanplaats bevindt zich in de bestaande toestand op het gelijkvloers en dus niet ondergronds. Hierdoor heeft deze ruimte slechts een diepte van 4 meter wat onvoldoende is om een auto in te stallen. Bovendien is het niet mogelijk om de garage in de diepte uit te breiden aangezien de traphal rechtstreeks grenst aan deze ruimte. Bijkomend heeft de garagepoort slechts een breedte van 2,22 m. Om die reden is het kwalitatiever om een bruikbare en goedbereikbare fietsenberging te voorzien in deze ruimte zoals reeds in de bestaande toestand. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 25 oktober 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 25 oktober 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 23 januari 2024 |
Verslag GOA | 12 december 2023 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.