Terug
Gepubliceerd op 27/12/2023

2023_CBS_09215 - Omgevingsvergunning - OMV_2023131081. De Bosschaertstraat 50. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_09215 - Omgevingsvergunning - OMV_2023131081. De Bosschaertstraat 50. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_09215 - Omgevingsvergunning - OMV_2023131081. De Bosschaertstraat 50. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023131081

Gegevens van de aanvrager:

de heer Nofel Cetin met als adres De Bosschaertstraat 48/50 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

De Bosschaertstraat 50 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nr. 2450W5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/06/1948: toelating (18#24315) voor woonhuis en garage oprichten.

 

Vergunde toestand/vergund geachte toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met twee woongelegenheden.

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers en 1ste verdieping =15 meter inclusief inpandig terras;
  • open ruimte;

-          gevelafwerking:

  • donkergele parement en stalen schrijnwerk;
  • wit betonnen speklagen;
  • arduinen plint en dorpels;
  • borstwering 1ste verdieping in gietijzer;
  • houten poort (met vast deel in glas) en helling naar ondergrondse inpandige garage;

-          inrichting:

  • tuin.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met twee woongelegenheden.
    • Een slaapkamerappartement met netto vloeroppervlakte van circa 60,7 m²;
    • Twee slaapkamerappartement met netto vloeroppervlakte van circa 101,6 m².

 

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers en 1ste verdieping =15 meter:
    • inpandig terras gelijkvloers gedeeltelijk toegevoegd aan binnenvolume;
    • inpandig terras 1ste verdieping volledig toegevoegd aan binnenvolume;
  • open ruimte;

-          gevelafwerking:

  • rode parement en schrijnwerk in pvc houtimitatie, voordeur en poort in hout (bruin);
  • speklagen in pleisterwerk;
  • arduinen plint en dorpels;
  • borstwering 1ste verdieping in gietijzer;
  • houten poort (met vast deel in glas) naar gelijkvloerse inpandige fietsenstalling;

-          inrichting:

  • tuin.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met twee woongelegenheden (gelijkvloers en een duplex op 1ste en 2de verdieping):
    • Een slaapkamerappartement met netto vloeroppervlakte van circa 60,7 m²;
    • vier slaapkamerappartement (inclusief bureau) met netto vloeroppervlakte van circa 187 m².

 

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers en 1ste verdieping =15 meter:
    • inpandig terras gelijkvloers gedeeltelijk toegevoegd aan binnenvolume;
    • inpandig terras 1ste verdieping volledig toegevoegd aan binnenvolume;
  • open ruimte;

-          gevelafwerking:

  • rode parement en schrijnwerk in pvc houtimitatie, voordeur en poort in hout (bruin);
  • speklagen in pleisterwerk;
  • arduinen plint en dorpels;
  • borstwering 1ste verdieping in gietijzer;
  • houten poort (met vast deel in glas) naar gelijkvloerse inpandige fietsenstalling;

-          inrichting:

  • tuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen - Bouwadvies

25 oktober 2023

17 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

25 oktober 2023

26 oktober 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimte: Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of voor elke nieuwe ruimte bij volume-uitbreiding, dienen leefruimten een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. De gelijkvloerse toevoeging van het inpandig terras heeft een hoogte van 2,50 meter.
    • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Deze openingen moeten aan elk van de volgende eisen voldoen: De lichtdoorlatende oppervlakte van de opening is minimaal 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte, met een minimum van 1 vierkante meter. Van eventuele uitsprongen die zich direct boven de daglichtopening van de verblijfsruimte bevinden, moet voor de daglichtberekening de oppervlakte opgeteld worden bij de netto-vloeroppervlakte van de verblijfsruimte. De oppervlakte van het raam in de achtergevel ter hoogte van de bestaande living is minder dan 10 % van de netto-vloeroppervlakte en de uitsprong.
    • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: Bij nieuwbouw,  herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding of wijziging van het aantal wooneenheden dient de aanvraag te voldoen aan de normen zoals voorzien in de tabel onder artikel 30 §2, 1°. In vergelijking met de toelating in het stadsarchief verdwijnt er een autostaanplaats.
    • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Voor het nieuw plat dak is er geen opstand van 0,30 meter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
 

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op artikel 21, 24, 30, 34 van de bouwcode. Van artikel 24 en 34 kan er niet op geldige wijze worden afgeweken. Hiervoor zal een voorwaarde worden opgenomen bij de vergunning. Dit wordt verder toegelicht en gemotiveerd in de rubrieken hieronder.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt het uitbreiden van een meergezinswoning met twee woningen.

Voorafgaandelijk aan de omgevingsaanvraag werd er intern bevestigd door de stedelijke dienst Vermoeden van vergunning dat de 2 woningen effectief onder het vermoeden van vergunning vallen. Het aantal woningen blijft ongewijzigd waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het uitbreiden van een meergezinswoning met een 3de bouwlaag onder plat dak en het isoleren van de achtergevel. Het aantal woningen blijft ongewijzigd. Op de 1ste en 2de verdieping wordt er een duplexwoning gecreëerd. Drie bouwlagen zijn niet vreemd in deze context en bijgevolg inpasbaar in de bebouwde omgeving. Voor wat de kenmerkende bouwdiepte betreft voor een 3de bouwlaag zien we dat dit in deze context overeenkomt met ongeveer 13 meter. We zien ook enkele uitzonderingen. Zo betreft het gebouw nummer 44 een uitzonderlijk groot gebouw op een uitzonderlijk groot perceel dat doorloopt tot in het binnengebied van dit bouwblok. Voor het overige zijn er enkele percelen die een gelijkaardige grootte hebben als het perceel in dit project en waarbij de bouwdiepte op de 3de verdieping historisch veel te diep is uitgevoerd. Hierdoor kunnen deze percelen niet als referentie dienen. De nieuwe bouwlaag vindt aansluiting bij het linkerbuurpand en is daardoor qua bouwdiepte in overeenstemming met de kenmerkende bouwdiepte van de omgeving. Het dakterras houdt voldoende afstand van beide buurpercelen waardoor er geoordeeld wordt dat er geen hinder naar de omgeving wordt verwacht. Gezien deze afstand tot de buurpercelen is het dakterras op voorgestelde bouwdiepte, stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Op het gelijkvloers wordt het inpandig terras gedeeltelijk bij het binnenvolume toegevoegd. Voor deze ruimte wordt op het plan geen functie geduid maar er kan vanuit gegaan worden dat dit een verlengde is van de leefruimte en keuken. Er wordt echter opgemerkt dat het keukenmeubel zich in de doorgang bevindt waardoor er slechts een doorgang is van amper 0,60 meter. Bovendien is de keuken door de toevoeging van volume ingesloten waardoor deze geen rechtstreeks licht, lucht en zicht heeft. Bijkomend is de oppervlakte van het raam (artikel 24) in de achtergevel ter hoogte van de bestaande living onvoldoende om zowel living als keuken van voldoende licht en lucht te voorzien. In voorwaarde bij de vergunning zal er om voormelde redenen worden opgenomen om de keuken open te werken zodat deze maximaal van licht, lucht en rechtstreeks zicht kan genieten. Bijkomend wordt er opgemerkt dat het toegevoegd volume op het gelijkvloers een binnenhoogte heeft van 2,50 meter. Volgens artikel 21 van de bouwcode moeten verblijfsruimtes een binnenhoogte hebben van minstens 2,60 meter. Het betreft echter een bestaand inpandig terras dat tevens volgens de hedendaagse normen geïsoleerd wordt. Bovendien zullen de ruimtes na het openwerken van de muren tussen de keuken van voldoende licht worden voorzien waardoor er met behulp van artikel 3 van de bouwcode een afwijking kan worden toegestaan.

 

Tot slot wordt het inpandig terras op de 1ste verdieping eveneens toegevoegd aan het binnenvolume. Dit heeft geen negatieve impact op de interne woonkwaliteit en op de omgeving.

Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig mits naleving van de voorwaarden horende bij de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande gevel blijft bewaard wat zeer positief is. De bestaande rode gevelsteen wordt doorgezet voor de nieuwe bouwlaag. Ook de detailleringen van pleisterwerk worden herhaald. De uitwerking van de bijkomende bouwlaag gebeurt met respect voor de bestaande architecturale uitgewerkte gevel. De visueel vormelijke elementen zijn gunstig.

 

Fietsvoorzieningen:

Vermits het aantal wooneenheden niet uitgebreid wordt moeten er geen fietsstalplaatsen voorzien worden. Er wordt een fietsenberging voorzien in de ruimte waar vroeger de helling naar de garage was.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Na de verbouwing blijven er 2 wooneenheden aanwezig.

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

Bij het vergelijken van de toelating van 1948 uit het archief ((18#24315) en de plannen bestaande toestand, wordt er geoordeeld dat de verdiepte garage zoals weergegeven op het plan in het archief nooit zo is uitgevoerd. Deze vermeende autostaanplaats bevindt zich in de bestaande toestand op het gelijkvloers en dus niet ondergronds. Hierdoor heeft deze ruimte slechts een diepte van 4 meter wat onvoldoende is om een auto in te stallen. Bovendien is het niet mogelijk om de garage in de diepte uit te breiden aangezien de traphal rechtstreeks grenst aan deze ruimte. Bijkomend heeft de garagepoort slechts een breedte van 2,22 m. Om die reden is het kwalitatiever om een bruikbare en goedbereikbare fietsenberging te voorzien in deze ruimte zoals reeds in de bestaande toestand.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De keuken dient te worden opengewerkt zodat de living, keuken en de uitbreiding aansluitend aan de keuken één open ruimte worden.
  1. Het gedeelte van het nieuw dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

25 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

25 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

23 januari 2024

Verslag GOA

12 december 2023

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De keuken dient te worden opengewerkt zodat de living, keuken en de uitbreiding aansluitend aan de keuken één open ruimte worden.
  1. Het gedeelte van het nieuw dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.