Terug
Gepubliceerd op 27/12/2023

2023_CBS_09238 - Omgevingsvergunning - OMV_2023125056. Edisonlaan 19. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_09238 - Omgevingsvergunning - OMV_2023125056. Edisonlaan 19. District Ekeren - Goedkeuring 2023_CBS_09238 - Omgevingsvergunning - OMV_2023125056. Edisonlaan 19. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023125056

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Kelly Driesen met als adres Edisonlaan 19 te 2180 Antwerpen en de heer Thomas Van den Bosch met als adres Edisonlaan 19 te 2180 Antwerpen

Ligging van het project:

Edisonlaan 19 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 17 sectie G nr. 283Y

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder schuin dak;

-          gevelafwerking:

  • rode baksteen.

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder schuin dak;
  • aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak met bouwdiepte van circa 16 m aan linkerperceelsgrens en circa 12,3 m aan rechterperceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • schrijnwerk in aluminium;

-          inrichting:

  • volledig verharde voortuin;
  • tuinberging in achtertuin. 

 

Nieuwe toestand

-          bouwvolume:

  • nieuwe aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak met totale bouwdiepte van circa 16,9 m;

-          gevelafwerking:

  • aanbouw afgewerkt in thermowood;
  • nieuw schrijnwerk in zwartkleurig aluminium;

-          inrichting:

  • volledig verharde voortuin;
  • tuinberging in achtertuin. 

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          slopen van aanbouw;

-          uitbreiden van het gelijkvloers volume;

-          plaatsen tuinhuis;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          volledig verharden van de voortuin;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

verblijfsruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 m. De vrije hoogte van de nieuwe keuken is slechts 2,5 m;

  • artikel 27 Open ruimte:

in de voortuin zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. De maximaal toegelaten verharding heeft een breedte van 1,50 m. In de aanvraag is de volledige voortuin verhard;

verhardingen zoals een terras of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m2. De tuin heeft een oppervlakte van 65,5 m2 waarvan circa 26 m2 verhard wordt; dit is 39,5 % van de oppervlakte;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het gedeelte van de scheidingsmuren heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden;

  • artikel 38 Groendaken:

de zones van het nieuwe plat dak waar geen koepels worden geplaatst, dienen te worden aangelegd als groendak. Bij eengezinswoningen is een groendak niet verplicht indien de dakwaterafvoer naar een hemelwaterput is voorzien. Er wordt geen hemelwaterput voorzien;

  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel

de aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Indien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient zo mogelijk op particulier domein toch een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden, bijvoorbeeld in de kelder door een afsluitbare opzetbuis (T – stuk) op de afvoerleiding. Het plaatsen van een eventuele toezichtsput op de openbare ruimte gebeurt uitsluitend door de rioolbeheerder. In geen geval wordt op het openbare domein een straatputdeksel geplaatst.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op verbouwingswerken aan een eengezinswoning. De woonfunctie blijft behouden en is inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In de huidige toestand bezit de eengezinswoning 2 bouwlagen onder zadeldak met een gelijkvloerse uitbreiding. De gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt 16 meter. Aan de rechterzijde is de huidige bouwdiepte minder diep. De aanvraag stelt voor om de bestaande achterbouw te slopen en een nieuw volume te plaatsen tot een bouwdiepte van bijna 17 m. De voorgestelde ingrepen aan het bouwvolume zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar. De voorgestelde bouwdiepte is maximaal, maar toch inpasbaar in de omgeving.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Het aangevraagde is niet in overeenstemming met artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren van de bouwcode, de scheimuren met de aanpalende worden niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden.

Aangezien het dak volgens artikel 38 van de bouwcode als groendak moet worden uitgevoerd kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

In voorliggende aanvraag wordt de voortuin volledig verhard. De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin. Uitsluitend de strikt noodzakelijke verhardingen kunnen overblijven, namelijk een toegangspad met een maximale breedte van 1,5 m en een pad langs de gevel wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De gelijkvloerse uitbreiding wordt met een vrije hoogte van 2,50 m uitgevoerd. In artikel 21 wordt vermeld dat de minimale hoogte van een verblijfsruimte, zoals een keuken, een minimale vrije hoogte van 2,60 m moet hebben. Hier kan niet van worden afgeweken omdat het de verblijfskwaliteit waarborgt. Als voorwaarde wordt opgenomen de nieuwe uitbreiding met een vrije hoogte van 2,60 m uit te voeren zonder de scheimuren op te trekken.

De woning voldoet verder aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. De gelijkvloerse uitbreiding is met een vrije hoogte van 2,60 m uit te voeren, zonder de scheimuren op te trekken.

3. De voortuin moet groen aangelegd worden waarbij uitsluitend het toegangspad wordt verhard met een maximale breedte van 1,5 m, conform artikel 27 (Open ruimte) en eventueel een pad langs de voorgevel ten behoeve van onderhoud. De oppervlakte van het pad langs de gevel ((5,3 – 1,5) x 1,5 = 5,7 m²) kan ook anders aangelegd en benut worden als niet-overdekte stalplaats voor fietsen met fietsbeugels.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. Bij uitvoering moet voldaan worden aan artikel 41 (Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) van de bouwcode.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 september 2023

Volledig en ontvankelijk

23 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

22 december 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

21 maart 2024

Verslag GOA

14 december 2023

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de looptijd van de bevraging werd 1 bezwaar ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

 

Het bezwaar stelt dat de uitbreiding van het project gedeeltelijk over de perceelsgrens zal

komen.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond.

Hoewel de plannen onduidelijk zijn over de positie van de nieuwe scheimuur, betreft de mogelijke overschrijding enkel een overschrijding van de perceelsgrens met de afwerking van de nieuwe scheimuur. Deze uitvoeringswijze is een keuze die bepaald moet worden in onderling overleg tussen de aanpalenden en is van burgerrechtelijke aard. Het betreft geen bezwaar van  stedenbouwkundige aard.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. De gelijkvloerse uitbreiding is met een vrije hoogte van 2,60 m uit te voeren, zonder de scheimuren op te trekken.

3. De voortuin moet groen aangelegd worden waarbij uitsluitend het toegangspad wordt verhard met een maximale breedte van 1,5 m, conform artikel 27 (Open ruimte) en eventueel een pad langs de voorgevel ten behoeve van onderhoud. De oppervlakte van het pad langs de gevel ((5,3 – 1,5) x 1,5 = 5,7 m²) kan ook anders aangelegd en benut worden als niet-overdekte stalplaats voor fietsen met fietsbeugels.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. Bij uitvoering moet voldaan worden aan artikel 41 (Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.