Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023116543 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Kamal Kharmach met als adres Drakenhoflaan 8 te 2100 Antwerpen en mevrouw Siham Llouh met als adres Drakenhoflaan 8 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Drakenhoflaan 8 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nr. 829H6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/11/1997: vergunning (19973317) voor het verbouwen van een woning.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: servitudeweg aan de rechterzijde naast de garage.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag, de aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de Drakenhoflaan.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De Drakenhoflaan wordt voornamelijk gekenmerkt met woningen bestaande uit drie à vier bouwlagen, met langs de straatkant van de aanvraag enkele uit twee bouwlagen. Het betreffende pand bestaat uit twee bouwlagen met een aangebouwde garage uit één bouwlaag onder plat dak.
De aanvraag betreft de uitbreiding van een bestaande eengezinswoning. Het volume van het aangebouwde garage wordt verticaal uitgebreid, zodat het volledige gebouw een totale hoogte van 7,17 m heeft. Dit is vergelijkbaar met de aanpalende woning waar zich boven de garage ook een verdieping bevindt. Deze volume-uitbreiding is ruimtelijk inpasbaar.
Aanpalend op de achtergevel wordt het terras gedeeltelijk heraangelegd met totale oppervlakte van 30 m² en de bestaande luifel wordt vervangen door een nieuwe structuur met lamellen dak. De constructie heeft een hoogte van 3,11 meter ten op zicht van de nulpas. Hiervoor zijn geen wijzigingen nodig aan de bestaande scheidingsmuur. Dit zorgt ervoor dat het terras meer verbinding met de leefruimtes creëert, zonder bijkomende onaanvaardbare hinder te creëren naar de aanpalers.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden geïsoleerd en afgewerkt in gebroken witkleurig crepi. Het houten buitenschrijnwerk wordt vervangen door antracietkleurig aluminium materiaal, de ijzeren sierbalustrades worden verwijderd en er komt één zwarte borstwering ter hoogte van het linkse raam op de bovenverdieping.
Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. De isolatie plus het afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren om een optimaal rendement te hebben binnen wat voorzien is in het rooilijndecreet.
Ook al is pleisterwerk eerder atypisch in het straatbeeld dat voornamelijk gekenmerkt wordt door gevels in baksteen, komen er hier en daar ook gevels in een lichte bepleistering voor. Omdat het gevelmetselwerk van de woning in kwestie in een beige kleur is geschilderd, zal de verschijningsvorm qua kleur nagenoeg gelijk blijven. Een lichte kleurstelling kan omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de historische waarde gunstig worden geadviseerd.
Het toepassen van buitengevelisolatie afgewerkt met crepi mag echter niet leiden tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpels, deuromlijsting, kader rond de garage, erker, deksteen, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.
Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, met een hoogte van minimum 60 cm, om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Bij het plaatsen van buitengevelisolatie dient er aandacht besteed te worden aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein.
Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.
Nieuwe platte daken met een oppervlakte van meer dan 20 m², dienen te worden ingericht als groendak conform artikel 38 van de bouwcode. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Conform artikel 40 en 41 dienen de toezichtputten op het private perceel te worden voorzien, zo dicht mogelijk bij de perceelgrens aan het openbaar domein. Bij kelders die grenzen aan het openbaar domein dient een T-stuk te worden voorzien om toezicht op de riolering mogelijk te maken. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Zonnepanelen dienen geplaatst te worden volgens een enkelvoudige, geometrische vorm. Op schuine daken worden ze geïntegreerd in het dakvlak of worden ze zo dicht mogelijk tegen en evenwijdig met het dakvlak geplaatst. Op platte daken mag de ondersteunende constructie geen nieuw hellend dak vormen. De panelen dienen achter elkaar op het platte dak geplaatst te worden. De maximale hoogte is beperkt tot 1,50 meter. De zonnepanelen dienen te voldoen aan deze bepalingen van artikel 36 van de bouwcode.
De voorgestelde werken beogen een optimalisatie van de woon- en leefkwaliteit van de woning. Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het platte dak van de uitbreiding is te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
3. De zonnepanelen op het platte dak moeten achter elkaar geplaatst worden met maximale hoogte tot 1,50 meter conform artikel 36 van de bouwcode.
4. De isolatie plus het afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.
5. De bestaande elementen in natuursteen (raamdorpels, erker, deuromlijsting, kader rond garage, dekstenen, …) zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
6. Na het uitvoeren van de werken moet een plint van minimum 60 cm hoogte voorbij het gevelmateriaal steken.
7. De kroonlijst is te behouden en door te trekken boven de uitbreiding boven de garage of te vervangen door een kroonlijst met dezelfde hoogte en uitsteek.
8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 september 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 22 september 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 21 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 19 februari 2024 |
Verslag GOA | 13 november 2023 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het platte dak van de uitbreiding is te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
3. De zonnepanelen op het platte dak moeten achter elkaar geplaatst worden met maximale hoogte tot 1,50 meter conform artikel 36 van de bouwcode.
4. De isolatie plus het afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.
5. De bestaande elementen in natuursteen (raamdorpels, erker, deuromlijsting, kader rond garage, dekstenen, …) zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
6. Na het uitvoeren van de werken moet een plint van minimum 60 cm hoogte voorbij het gevelmateriaal steken.
7. De kroonlijst is te behouden en door te trekken boven de uitbreiding boven de garage of te vervangen door een kroonlijst met dezelfde hoogte en uitsteek.
8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.