Terug
Gepubliceerd op 27/12/2023

2023_CBS_09211 - Omgevingsvergunning - OMV_2020152232. Jan Van Rijswijcklaan 191-193. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_09211 - Omgevingsvergunning - OMV_2020152232. Jan Van Rijswijcklaan 191-193. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_09211 - Omgevingsvergunning - OMV_2020152232. Jan Van Rijswijcklaan 191-193. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020152232

Gegevens van de aanvrager:

de heer Alain D'Haese met als contactadres Maaltekouter 1 te 9051 Gent

Gegevens van de exploitant:

NV Easyfairs Belgium (0424681440) met als adres Maaltekouter 1 te 9051 Gent

Ligging van het project:

Jan Van Rijswijcklaan 191-193 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nrs. 2142S, 2144S en 2144P

waarvan:

 

-          20181212-0099

afdeling 9 sectie I nrs. 2144P, 2142S en 2144S (Easyfairs Venues nv - Antwerp Expo hal 5)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het verder exploiteren van een beurscomplex (Antwerp Expo)

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Voor het exploiteren van Antwerp Expo werd op 5 december 2003 aan Bouwen en Wonen nv een milieuvergunning verleend met referentie AN2003/499.  De vergunning werd gewijzigd door de besluiten met referenties AN2006/765 en OMV_2018140592 voor respectievelijk de uitbreiding met een polyvalente ruimte en een uitbreiding met een bijkomende beurshal.

 

Inhoud van de aanvraag

Voorliggende aanvraag betreft de hernieuwing en wijziging van de milieuvergunning voor de verdere exploitatie van het congrescentrum aan de Jan Van Rijswijcklaan.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Easyfairs Venues nv - Antwerp Expo hal 5
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

4.000,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,39 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.1.1.2°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

800,00 kVA

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

150 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

147,78 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.000,00 liter

31.1.2°b)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

1.800,00 kW

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A) LAeq,15min;

95 dB(A) LAeq,15min

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

5 hallen

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b);

3.479,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

3 juli 2023

22 augustus 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

3 juli 2023

13 juli 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

3 juli 2023

15 december 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor verblijfrecreatie. Deze gebieden zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accommodatie alsmede de verblijfsaccommodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendsverblijfparken.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening


Het huidige gebouwencomplex is gelegen in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en een gebied voor verblijfsrecreatie.

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. De laatste vergunning OMV_2018140592 dateert van 2018 en omvatte de bouw van een bijkomende hal.

Voorliggende aanvraag omvat enkel ingedeelde inrichtingen en activiteiten.

Zo wordt een bijkomende stookolietank met verdeelslang geplaatst zodat de heftruck voorzien kan worden van brandstof. Verder wordt een generator bijgeplaatst indien een evenement onvoldoende stroom voorziet.

De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het beurscomplex omvat 5 tentoonstellingspaviljoenen of beurshallen waarin congres- en seminarieactiviteiten worden georganiseerd. De bebouwde oppervlakte van de Expo-site bedraagt circa 18.600 m².

 

Voor de exploitatie van de site worden verscheidene ingedeelde inrichtingen of activiteiten ontplooid. Het betreft hoofdzakelijk ondersteunende activiteiten waaronder:

  • stroomaggregaten van 800 kVA;
  • stationaire motoren met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 1.800 kW;

    deze activiteiten worden voorzien voor bepaalde evenementen om potentiële stroomtekorten op te vangen; het wordt bijgevolg niet aanzien als een noodgenerator.

  • het stallen van 150 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens;
  • stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 3.479 kW; een emissiemeetverslag uitgevoerd op de stookketels van hal 5 is bijgevoegd; hieruit blijkt dat de installaties voldoen aan de sectorale voorwaarden; ten opzichte van de bestaande situatie wordt het vermogen van de stookketels opgetrokken met 86 kW. Het meetverslag van de overige stookketels werd niet gevoegd aan het aanvraagdossier. Dit wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde.

De overige ingedeelde inrichtingen zijn louter meldingsplichtig en betreffen:

  • lozing van circa 4.000 m³ huishoudelijk afvalwater;
  • beperkte opslag van gevaarlijke stoffen;
  • een brandstofverdeelinstallatie;  het tanken gebeurt op een vloeistofdichte vloer die afwatert via een koolwaterstoffenafscheider;
  • de exploitatie van polyvalente zalen en muziekactiviteiten; het aanvraagdossier omvat een geluidstudie waarin aangetoond wordt dat er voldaan kan worden aan de geldende geluidsnorm, bij emissieniveau van 95 dB(A).

 

Voor de evaluatie van de milieueffecten werd voor de discipline mobiliteit - de relevantste milieudiscipline - naar een plan-m.e.r.-screening verwezen. Dit plan werd opgesteld in 2018 in het kader van een planologisch attest. In de nota wordt ervan uitgegaan dat: “De verkeersgeneratie en bijhorende parkeerdruk zullen bijgevolg op een gelijkaardig niveau blijven als de huidige situatie… Daarom worden de effecten niet kwantitatief begroot en ook niet afgetoetst aan de capaciteit op de wegen en kruispunten.”

 

Voor de discipline lucht worden in dezelfde nota geen aanzienlijke effecten op de luchtkwaliteit verwacht. “Er kan worden gesteld dat de luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied slecht is, gelet op de hoge waardes aan NO2-gehalte in de lucht…Het gemotoriseerd verkeer is dus een grote verantwoordelijke voor de bestaande slechte luchtkwaliteit in de omgeving.”

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

4.000,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,39 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.1.1.2°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

800,00 kVA

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

150 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

147,78 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.000,00 liter

31.1.2°b)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

1.800,00 kW

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A) LAeq,15min;

95 dB(A) LAeq,15min

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

5 hallen

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b);

3.479,00 kW


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Een geldig verslag van de luchtemissiemetingen van alle stookketels wordt binnen een termijn van 6 maanden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juni 2023

Volledig en ontvankelijk

30 juni 2023

Start openbaar onderzoek

12 juli 2023

Einde openbaar onderzoek

10 augustus 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

13 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

11 januari 2024

Verslag GOA

16 december 2023

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

12 juli 2023

10 augustus 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Brandweervoorwaarden

De brandweervoorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Een geldig verslag van de luchtemissiemetingen van alle stookketels wordt binnen een termijn van 6 maanden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

4.000,00 m³/jaar

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,39 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.1.1.2°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

800,00 kVA

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

150 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

147,78 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.000,00 liter

31.1.2°b)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

1.800,00 kW

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A) LAeq,15min;

95 dB(A) LAeq,15min

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

5 hallen

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b);

3.479,00 kW

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.