2023_CBS_09474 - Omgevingsvergunning - OMV_2023132726. Boterlaarbaan 30, Herentalsebaan 191-203, 207. District Deurne - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 18 mei 2021 werd in beroep de sloop van de bestaande bebouwing en heropbouw van 2 appartementsgebouwen vergund door de deputatie (OMV_2020157581).

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een grondwaterwinning noodzakelijk voor het uitvoeren van de bouwkundige werken.

Aangevraagde rubriek(en)

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling site Peeters
 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling site Peeters

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een bemaling voor een ondergrondse parkeergarage van een nieuwbouwproject.

De aanvraag is gesitueerd op de percelen gelegen aan de Herentalsebaan 193-207 en Boterlaarbaan 30-48 te Deurne. Op deze locatie werd op 9 december 2021 door de deputatie een omgevingsvergunning verleend voor een nieuwe woonontwikkeling met een ondergrondse parkeergarage. De woonontwikkeling en ondergrondse parkeergarage is hoofdzakelijk vergund.

Voorliggende aanvraag is verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het project betreft een nieuwbouwproject met één ondergronds niveau, waarvoor een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk is.

Bemaling

Voor de aanleg van de bouwput (ondergrondse verdieping met liftputten) moet er bemaald worden om de werken droog te kunnen uitvoeren. De aan te leggen bouwput heeft maximale afmetingen van circa 44 bij 82 meter. De bemalingsdiepte bedraagt 3,37 mTAW voor de ondergrondse verdieping en 1,87 mTAW voor de liftputten (Tabel 1).

Tabel 1: Overzicht van de uitgravings- en bemalingspeilen alsook de noodzakelijke grondwaterverlaging ten opzichte van de aangenomen GWS van +4,0 mTAW.

Als bemalingsconcept wordt voorgesteld om een klassieke bemaling met gravitaire filters te gebruiken voor de ondergrondse verdieping. Waar er plaats is om in talud te kunnen uitgraven worden de filters buiten het talud geplaatst. Waar deze mogelijkheid er niet is door plaatsgebrek worden de filters binnen een grondkerende beschoeiing geplaatst. De filters met een lengte van 9 meter worden geplaatst op een onderlinge tussenafstand van 4 meter. De filters worden verbonden aan een zuigleiding, geconnecteerd met een plunjerpomp. Voor de bemaling van de liftputzones worden er lokaal tijdelijke filterkaders bijgeplaatst.

De bemaling zal 174 dagen duren, waarvan 28 dagen voor de bemaling van de liftputten. Het gesimuleerde initiële debiet van de bemaling bedraagt circa 41 m³/uur waarna een stationair debiet van circa 21 m³/uur bereikt wordt. Tijdens de fases van de liftputten zal het debiet tijdelijk terug stijgen tot 40 à 30 m³/uur. In totaal zal 103.400 m³ grondwater opgepompt worden. De invloedstraal van de bemaling bedraagt circa 1.020 meter.

Uit de theoretische zettingsberekeningen in de bemalingsstudie blijkt dat er geen overschrijdende zettingen > 20 mm zullen optreden in de omgeving van de werken.

Bodemverontreinigingen

Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn er 119 OVAM-bodemdossiers gekend. Alle dossiers binnen de 0,5 meter verlagingscontour werden gescreend. Buiten de 0,5 meter contour werden enkel de dossiers weerhouden en gescreend waarbij het grondwater zich meer dan 10 meter verplaatst onder invloed van de bemaling en rekening houdend met de natuurlijke grondwaterstroming. Het numeriek grondwatermodel met behulp van de software MODPATH werd gebruikt om deze verplaatsing te simuleren. MODPATH berekent de verplaatsing van waterdeeltjes door advectieve grondwaterstroming.

Uit verdere analyse en rekening houdend met deze criteria werden 22 OVAM-dossiers weerhouden. In zes dossiers worden concentraties boven de bodemsaneringsnormen (BSN)aangetroffen in het grondwater (Tabel 2). Met MODPATH werd de grondwaterverplaatsing zonder (over de afgelopen vier jaar) en met invloed van de bemaling (vanaf de verontreinigde peilbuizen van 2019) gesimuleerd.

Voor alle gescreende OVAM-dossiers wordt de mogelijke verplaatsing onder invloed van de bemaling aanvaardbaar geacht. Tijdens de bemaling moeten het debiet en de grondwaterstand gemonitord worden om te controleren of de theoretisch berekende verplaatsingen overeenkomen met de reële verplaatsing.

Tabel 2: De bodemdossiers waarvoor concentraties boven de BSN aangetroffen zijn in het grondwater.

De grootste concentratie tetrachlooretheen werd gemeten  ter hoogte van OVAM-dossier 55083. Het betreft een historische verontreiniging die een ernstige bodemverontreiniging vormt. Bijgevolg moet er een beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd worden. Dit beschrijvend bodemonderzoek is reeds lopende.

De geplande ontgraving en grondwaterwinning kunnen mogelijk een effect hebben op de verontreiniging. Uit voorzorg dienen de ontgraving en de bemaling te gebeuren in overleg met een door de onderzoeksplichtige aangestelde bodemdeskundige, zodat bij de opmaak van het BBO hiermee rekening gehouden kan worden.

Verder is de projectsite gelegen in de no regret-zone voor PFAS (5 tot 10 km rond Zwijndrecht).

Waterkwaliteit

Op 28 juni 2023 werd het grondwater in peilbuis Pb1 bemonsterd en geanalyseerd op het Standaard Analyse Pakket (SAP) en PFAS.

De analysecertificaten werden toegevoegd aan de bemalingsstudie.

Uit de analyseresultaten blijkt dat er verhoogde concentraties zijn aan arseen (38 µg/liter), chroom (220 µg/liter) en PFBA (59 ng/liter).

De lozingsrubrieken 3.4.2° en 3.6.3.2° worden aangevraagd voor een debiet van 41 m³/uur.

Omwille van verhoogde concentraties aan zware metalen (arseen en chroom) en PFAS in het bemalingswater worden er verhoogde lozingsnormen aangevraagd:

Indien uit staalname blijkt dat het bemalingswater verontreinigd is (boven de geldende/vergunde lozingsnormen), zal het bemalingswater, vooraleer het geloosd wordt, gesaneerd worden met behulp van een waterzuiveringsinstallatie.

Gelet op de vastgestelde concentraties PFAS, chroom en arseen zal het grondwater bij de opstart behandeld moeten worden in een waterzuiveringsinstallatie (WZI) die garanties biedt dat de lozingsnormen gerespecteerd worden. Het effluent van de WZI zal periodiek gecontroleerd moeten worden om de werking ervan te verifiëren en om het voorkomen van onverwachte verontreiniging door het aantrekken van grondwater snel op te sporen.

Gezien het dichtstbijzijnde bijzonder beschermde natuurgebied “Habitatrichtlijngebied Historische fortengordels van Antwerpen ” gelegen is ten oosten op circa 2.000 meter van het projectgebied, zal de bemaling door de afstand geen invloed hebben op dit beschermde gebied. Verder is de projectsite gelegen in woongebied volgens het gewestplan.

Om de effecten op geluid te beperken zal er gewerkt worden met bemalingspompen voorzien van een geluiddempende omkasting. De bemalingspompen worden slim gepositioneerd zodat de hinder naar omwonenden zoveel mogelijk beperkt wordt.

Lozing afvalwater

Het grondwater is van onvoldoende kwaliteit en ongeschikt om te retourneren. Vervolgens wordt er bij voorkeur geloosd op een nabijgelegen RWA-stelsel of waterloop in de nabije omgeving. Het meest nabije RWA-stelsel ligt in de Wouter Haecklaan. Wellicht is een dergelijke overbrugging een te grote hinderlijke inrichting (onder andere hinder van leidingen aan opritten). Door gebrek aan andere opties zal er op DWA geloosd moeten worden. Het bemalingswater zal worden geloosd op de riolering van de Boterlaarbaan te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne). Een saneringscontract zal worden afgesloten met Aquafin voor debieten > 10 m³/uur.

Advies VMM

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht adviseert gunstig voor:

-          de tijdelijke lozing (174 dagen) van bemalingswater met een maximaal debiet van 41 m³/uur – 984 m³/dag (rubriek 3.4.2.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen Deurne)

-          de tijdelijke lozing (174 dagen) van bemalingswater via een waterzuivering met een maximum debiet van 41 m³/uur – 984 m³/dag (rubriek 3.6.3.2.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen Deurne) 

Volgende bijzondere voorwaarden worden hierbij opgelegd:

• De bijzondere lozingsnormen voor PFAS, arseen en chroom bedragen respectievelijk 0,100 µg/liter, 50 µg/liter en 500 µg/liter.
• De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

• In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
• Dit advies is slechts gunstig op voorwaarde dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin bekomen wordt voor de lozing van het bemalingswater op de riolering van de Boterlaarbaan te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne).

Deze voorwaarden worden opgenomen in bijzondere voorwaarden.

Het advies van VMM-dienst grondwater is stilzwijgend gunstig.

Bijstelling sectorale voorwaarden

De exploitant vraagt volgende bijstellingen op de sectorale voorwaarden van Vlarem II:

• artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.
• bijlage 4.2.5.1.1 §1 - controle-inrichting voor lozingen van afvalwater. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft, wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst maar enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II, artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).
• bijlage 5.53.6.1.1 §2 - Lozing op een openbare riolering is alleen toegestaan als het conform de best beschikbare technieken niet mogelijk is om zich op een andere manier van dat water te ontdoen: in dit dossier zijn de maatregelen om de RWA te bereiken zeer ingrijpend omdat de Boterlaarbaan (4 à 5 banen) overbrugd moet worden alsook in het verdere tracé diverse opritten gekruist worden.

Gezien de bemalingsduur van 174 dagen worden deze gevraagde bijstellingen gunstig geadviseerd.

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven voor een tijdelijke lozing van het bemalingswater met een debiet van 41 m³/uur en 984 m³/dag en 103.400 m³/jaar over een periode van 6 maanden al dan niet na behandeling in een waterzuiveringsinstallatie.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer (OMV_ 2023132726), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket (SAP) en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag verder in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. 

De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
-           bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;
-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk. 

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (pfas@antwerpen.be).

4. Voor de tijdelijke lozing (174 dagen) van het bemalingswater met een debiet van maximaal 41 m³/uur zonder (rubriek 3.4.2°) en met een waterzuivering (rubriek 3.6.3.2°) in een DWA-riolering, zijn volgende bijzondere lozingsnormen van toepassing: 

5. Vóór de start van de bemalingswerken moet met NV Aquafin een overeenkomst afgesloten worden om het bemalingswater te lozen in de openbare riolering van de Boterlaarbaan te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne).

6. De ontgraving en bemaling dienen met het oog op het nog uit te voeren BBO in overleg met een door de onderzoeksplichtige aangestelde erkende bodemdeskundige te gebeuren.

7. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
8. In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist moet een toelating inname openbaar domein verkregen worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling. 

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.