Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023129198 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Hans De Gryse met als adres Vlaamshoofdlaan 39 te 2020 Antwerpen en mevrouw Sophie Lodewijks met als adres Vlaamshoofdlaan 39 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | Vlaamshoofdlaan 39 te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nr. 776H7 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/04/1965: vergunning (18#47480) voor een woonhuis;
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- overeenkomstig de vergunde toestand;
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- verhogen van de scheidingsmuur;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Het toegangspad naar de voordeur is 1,60 meter breed. Het pad naar de zijtuinstrook samen met de oprit meet 5,65 meter
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De bestaande vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met het woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De woning maakt deel uit van een reeks bel-etagewoningen en wordt op het gelijkvloers uitgebreid met een tuinkamer. De bouwdiepte van de uitbreiding is in overeenstemming met de bouwdiepte van het merendeel van de overige woningen in de reeks. De resterende tuinzone blijft voldoende diep.
Op het dak van de tuinkamer wordt een dakterras ingericht aansluitend bij de leefruimte van de bel-etagewoning. Een buitentrap verbindt het dakterras met de tuin. De buitentrap wordt voorzien tussen de bestaande tuinmuur in metselwerk op de perceelsgrens met de linkeraanpalende woning en de nieuwe tuinkamer. De tuinmuur in metselwerk wordt opgehoogd om inkijk op het linkeraanpalende perceel te voorkomen. De verhoging van de scheidingsmuur veroorzaakt geen noemenswaardige hinder naar (zon)lichttoetreding op het aanpalende perceel aangezien er geen raampartijen aanwezig zijn ter hoogte van de scheidingsmuur en gezien de oriëntatie op het noorden ten aanzien van de linkeraanpalende woning. De uitbreiding, de buitentrap en de verhoogde scheidingsmuur zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De zijtuinstrook die in de bestaande toestand grotendeel verhard is, wordt onthard en voorzien van stapstenen. Deze ingreep wordt gunstig beoordeeld. Gezien de voortuin niet voldoet aan de bepalingen artikel 27 van de bouwcode, en dit geen vergunde verharding betreft, wordt geadviseerd om deze ontharding door te trekken in de voortuinstrook in het verlengde van de zijtuinstrook. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De interne hoogte van de nieuwe tuinkamer bedraagt 2,56 meter. Dit in strijd met artikel 21 van de bouwcode dat stelt dat elke nieuwe verblijfsruimte bij volume-uitbreiding een minimale hoogte dient te hebben van 2,60 meter. De tuinkamer wordt één optrede lager voorzien dan de vloerpas van het hoofvolume. Om een dakterras te kunnen aanleggen aansluitend op de leefruimte van de bel-etagewoning en om een dakpakket te kunnen voorzien dat voldoet aan de huidige energieprestatienormen, komt de interne hoogte van de tuinkamer uit op 2,56 meter. De tuinkamer wordt royaal voorzien van raampartijen in de achtergevel en in de zijgevel. De tuinkamer zal bovendien niet de hoofdverblijfsruimte van de woning vormen. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden.
De bestaande vergunde garage wordt verkleind tot een diepte van 3 meter en wordt ingericht als fietsenberging. Een diepte van 3 meter is onvoldoende om een auto te kunnen stallen. Autostalplaatsen worden bij voorkeur inpandig in het gebouw voorzien. Het supprimeren van de bestaande inpandige autostalplaats is dan ook in strijd met artikel 30 van de bouwcode. Het supprimeren van de inpandige autostalplaats wordt niet gecompenseerd door het creëren van een levendige plint (bouwcode, artikel 12) en is bijgevolg niet aanvaardbaar. In de voorwaarden bij de vergunning moet worden opgelegd dat er een ruimte moet behouden blijven achter de garagepoort die voldoende diep is, met een minimale maat van 5 meter, om een auto te kunnen stallen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Een inpandige autostalplaats te behouden met een minimale diepte van 5 m.
3. De voortuinstrook in het verlengde van de zijtuinstrook moet op dezelfde manier onthard worden als de zijtuinstrook en ingericht worden met stapstenen.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 september 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 3 november 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 29 oktober 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 27 januari 2024 |
Verslag GOA | 13 december 2023 |
Naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Een inpandige autostalplaats te behouden met een minimale diepte van 5 m.
3. De voortuinstrook in het verlengde van de zijtuinstrook moet op dezelfde manier onthard worden als de zijtuinstrook en ingericht worden met stapstenen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.