Terug
Gepubliceerd op 04/12/2023

2023_CBS_08465 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - Aecom Belgium bv, Putsebaan 204, 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen). Dossiernummer BSP2023/015/AV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08465 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - Aecom Belgium bv, Putsebaan 204, 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen). Dossiernummer BSP2023/015/AV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring 2023_CBS_08465 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - Aecom Belgium bv, Putsebaan 204, 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen). Dossiernummer BSP2023/015/AV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

OVAM vraagt advies aan het college over een bodemsaneringsproject met als opdrachtgever Aecom Belgium bv – Arnould Nobelstraat 38 - 3000 Leuven (referentie OVAM 12350).

Juridische grond

Het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming; het besluit van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming.

Argumentatie

Het college beslist op basis van het verslag van de dienst Vergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist het gunstige advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, goed te keuren onder volgende bijzondere voorwaarden:

  1. Om de verontreiniging van het openbaar domein te vermijden dient voor het oprijden ervan een wielwasinstallatie geplaatst te worden om slijk en zand van de transportvoertuigen te verwijderen.
  2. De werf voor het bodemsaneringsproject moet ontoegankelijk zijn voor onbevoegden.
  3. Bij de opstelling en keuze van de technische installatie, in het bijzonder de bemalingspomp, dient rekening te worden gehouden met de geluidsdruk. De richtwaarden voor geluid in openlucht opgenomen in Vlarem II dienen nageleefd te worden.
  4. Elk vorm van stofhinder dient vermeden te worden door gebruik te maken van vernevelingsinstallaties op momenten dat er risico is op stofvorming (zomer, winderig weer, breken en zeven, en dergelijke).
  5. Indien buiten de bodemsaneringszone abnormale hinderlijke geuren worden waargenomen, worden onmiddellijk corrigerende maatregelen getroffen om de emissies te beperken.
  6. De uitvoerder van de saneringswerken is verantwoordelijk voor het reinigen van de openbare weg indien deze door de grondtransporten afkomstig van de werf vervuild is.
  7. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarde:
  8. parameter

    lozingsvoorwaarde

    ethylbenzeen

    10 µg/l

    xyleen

    10 µg/l

    arseen20 µg/l
  9. De voorgestelde meetfrequentie van het in- en effluent van het WZI wordt als voorwaarde opgelegd.
  10. Duidelijke signalisatie over de toegang tot de werf moet aangebracht worden. Als de saneringswerken in de donkere maanden van het jaar plaatsvinden, is een verlichting van de toegangszone aangeraden.
  11. Bij voorkeur vindt de actieve sanering van de grond niet plaats tijdens de vakantieperiodes.
  12. De aanvangsdatum en einddatum van de saneringswerken moeten worden meegedeeld aan de dienst Vergunningen/Milieu (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van de naam en telefoonnummer van de saneringsverantwoordelijke.
  13. Gezien de risico’s die uitgaan van de verontreiniging, dient de sanering opgestart te worden binnen de maximale termijn van 5 jaar naar analogie met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning waarin gesteld wordt dat een vergunde inrichting in gebruik moet worden genomen binnen deze maximale termijn, op straffe van verval van de vergunning. Bovendien zorgt deze voorwaarde voor een aanvaardbare periode tussen de bekendmaking van de noodzaak tot bodemsanering en de werkelijke uitvoering hiervan.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.