Terug
Gepubliceerd op 11/12/2023

2023_CBS_08868 - Ondiepwatermijnenveger M477 Oudenaarde, Droogdokkenweg 4, 2030 Antwerpen - Voorwaardelijk gunstig advies over het voornemen tot bescherming als monument - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/12/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08868 - Ondiepwatermijnenveger M477 Oudenaarde, Droogdokkenweg 4, 2030 Antwerpen - Voorwaardelijk gunstig advies over het voornemen tot bescherming als monument - Goedkeuring 2023_CBS_08868 - Ondiepwatermijnenveger M477 Oudenaarde, Droogdokkenweg 4, 2030 Antwerpen - Voorwaardelijk gunstig advies over het voornemen tot bescherming als monument - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het agentschap Onroerend Erfgoed bereidt op vraag van de Vlaamse minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed, de voorlopige bescherming als monument voor van ondiepwatermijnenveger M477 Oudenaarde, Droogdokkenweg 4, Antwerpen. Op 9 november 2023 vroeg het agentschap de stad om advies aangaande de voorlopige bescherming, conform het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Het agentschap Onroerend Erfgoed vraagt voorafgaand aan de voorlopige bescherming van een object advies aan de betrokken gemeenten, de agentschappen en departementen van de Vlaamse beleidsdomeinen Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Mobiliteit en Openbare Werken, Leefmilieu, Natuur en Energie en Landbouw en Visserij en aan de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. De minister beslist, rekening houdend met deze adviezen, tot de voorlopige bescherming. Vervolgens organiseert de gemeente een openbaar onderzoek. Rekening houdend met de bezwaren en opmerkingen uit het openbaar onderzoek beslist de minister al dan niet tot de definitieve bescherming. De periode tussen de voorlopige en de definitieve bescherming duurt maximum negen maanden. De minister kan deze periode eenmalig met drie maanden verlengen.

Juridische grond

De voorlopige bescherming gebeurt op basis van artikel 6.1.1 tem 6.1.11 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 6.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 stelt dat de Vlaamse Regering voorafgaand aan de voorlopige bescherming het advies inwint bij de colleges van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeentebesturen en de departementen of agentschappen van de Vlaamse overheid bevoegd voor ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed, leefmilieu, natuur en energie, mobiliteit en openbare werken en landbouw en visserij. Deze adviezen worden uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de ontvangst van de adviesvraag. Als deze termijn wordt overschreden, wordt het advies geacht gunstig te zijn. Aan deze adviesvereiste kan worden voorbijgegaan in geval van dringende noodzakelijkheid.

Argumentatie

Geschiedenis en beschrijving

De intensieve opruiming van mijnen na de Tweede Wereldoorlog leidde er toe dat aan de kust en in Antwerpen sterk geïnvesteerd werd in schepen en manschappen voor het vegen van mijnen. België verwierf een wereldwijde reputatie op het vlak van de ontmijning en nam daardoor tijdens de Koude Oorlog een leidende rol op bij de NAVO.

In het kader van de hulpplannen voor het heropleven van de Europese economie werd in de loop van de jaren 1950 een reeks schepen gebouwd voor de Belgische Zeemacht, waaronder 16 ondiepwatermijnenvegers. De M477 Oudenaarde is daarvan het best bewaarde exemplaar, inclusief de uitrusting. Deze schepen werden onder licentie naar Amerikaans model gebouwd en zijn de enige mijnenvegers die in eigen land gebouwd werden.

Vanwege hun functie was de romp van deze schepen geheel van hout en de uitrusting volledig van non-ferro metaalsoorten. Bovendeks bevat de M477 Oudenaarde  magnetisch, akoestisch en mechanisch veegtuig, geschikt voor dieptes van 4,5 tot 10 meter, de commandobrug met besturingsapparaten en de navigatie- en kaartenkamer. Benedendeks bevinden zich het matrozenverblijf met communicatiepost en keuken, een machinekamer met mijnveegmotor, een machinekamer voor de voortstuwing en de stuurmachinekamer.

De schepen werden in de loop van hun bestaan regelmatig aangepast aan nieuwe navigatie- en mijnbestrijdingstechnieken. Na ongeveer 30 jaar dienst was hun rol echter uitgespeeld. In 1987 werd de M477 Oudenaarde gedeclasseerd. In 1989 gaf Defensie het schip in feitelijke bruikleen aan het Nationaal Scheepvaartmuseum te Antwerpen. Het werd op de Scheldekaaien geplaatst ten noorden van het Noorderterras. In 2018 werd de M477 Oudenaarde, samen met de andere museumschepen uit de Antwerpse collectie, verplaatst naar de Droogdokkensite aan het Kattendijkdok. Op 8 februari 2019, jaarnummer 1095, besliste het college om de bruikleenovereenkomst stop te zetten. In 2021 besloot Defensie om het schip in eigendom over te dragen aan de stichting Maritiem Patrimonium/Patrimoine Maritime (MPM), die zich actief inzet voor het behoud en de revalorisatie van enkele waardevolle erfgoedschepen. De stichting staat in voor de restauratie en het onderhoud van de M477 Oudenaarde.

Aanleiding en evaluatie

Het beschermingsdossier kwam tot stand na een ad hoc aanvraag van de eigenaar, de stichting MPM, aan de minister bevoegd voor onroerend erfgoed. De ondiepwatermijnenveger M477 is een niet varend schip dat zich bevindt op een kade van de beschermde droogdokkensite te Antwerpen, tussen droogdok 9 en 10. Vermits het schip niet kan varen en een vaste standplaats heeft op de droogdokkensite wordt het niet als varend erfgoed maar als monument beschermd. 

De M477 Oudenaarde is de laatste intact bewaarde ondiepwatermijnenveger. Het schip getuigt van een specifieke periode in de Belgische militaire geschiedenis, namelijk de decennia na de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog, een periode waarin België binnen de NAVO een toonaangevende rol speelde op het vlak van mijnbestrijding en heeft daarom een belangrijke historische waarde. Het schip getuigt tevens van een specifieke fase in de ontwikkeling van militaire technologie met aanwending van state of the art uitrusting. Om die reden heeft de Oudenaarde ook een belangrijke wetenschappelijke en technische erfgoedwaarde.

Advies

Het beschermingsdossier voor de M477 Oudenaarde bevat een goed uitgewerkte historische nota en beschrijving, waarbij de erfgoedwaarden die aan de basis van de voorgenomen bescherming liggen op overtuigende wijze worden beschreven. Het schip is een unieke getuige aangezien dit de laatste, in goede toestand bewaarde, ondiepwatermijnenveger ter wereld is. Het schip is representatief vanwege zijn rol als mijnenveger en als getuige van de vakkennis waarover België beschikte inzake mijnbestrijding. 

Naast de omschrijving van de historische waarde omvat het beschermingsdossier ook een goed gestoffeerde argumentatie over de wetenschappelijke en technische waarde van deze mijnenveger, zowel op het vlak van de mijnbestrijding als op dat van de scheepsbouw. De hoge erfgoedwaarde van het schip is in overeenstemming met een waardenstelling die enkele jaren geleden werd opgesteld door een medewerker van het MAS in functie van het beheer van de maritieme collectie.

De beheersdoelstellingen, die in het ontwerpbesluit zijn opgenomen, garanderen in principe het toekomstig behoud van het object. Dat zijn in de eerste plaats de verplichting tot onderhoud en wanneer nodig restauratie van het schip, een verantwoordelijkheid die de eigenaar, in casus de stichting MPM, dient op te nemen. Daarnaast voorzien de beheersdoelstellingen het behoud van de uitrusting en wordt ook de maatschappelijke dimensie van de bescherming vermeld, namelijk de publieke ontsluiting van dit uitzonderlijk erfgoedobject.

Voor de eigenaar van het schip zal de bescherming als monument het mogelijk maken om voor instandhoudings- en restauratiewerken erfgoedpremies te bekomen. Deze financiële tegemoetkoming zal de mogelijkheden tot behoud van het schip sterk bevorderen.

De bescherming als monument brengt met zich mee dat het schip op de huidige ligplaats beschermd wordt en niet zonder meer kan verplaatst worden, ook niet binnen de site. Met het oog op de toekomstige herwaardering en ontwikkeling van de droogdokkensite is dat een belangrijke beperking. Alhoewel het niet de intentie kan zijn om het schip naar een locatie buiten de droogdokkensite te verplaatsen kunnen toekomstige herinrichtingswerken van de site een (al dan niet tijdelijke) verplaatsing noodzaken. Op dat moment is het aangewezen dat er een eenvoudige procedure voorzien is om het schip te kunnen verplaatsen.

Het beschermingsdossier argumenteert dat het schip bouwfysisch in een behoorlijke staat is, maar in de jaren voorafgaand aan de verplaatsing naar de droogdokkensite in 2018 bleek dat er sprake was van ernstige vochtinsijpeling. Voor zover dat probleem niet structureel werd aangepakt, moet daar prioritair werk van gemaakt worden.

In het beschermingsdossier is occasioneel sprake van nog aanwezige (roerende) uitrusting, maar in het ontwerpbesluit voor de bescherming worden geen cultuurgoederen vermeld, alhoewel de beheersdoelstellingen het behoud van de uitrusting voorop stellen. Het is aangewezen om hier verder onderzoek naar te voeren en om in het besluit een lijst van deze cultuurgoederen op te nemen.

De dienst stadsontwikkeling/onroerend erfgoed/monumentenzorg en Talentontwikkeling en vrijetijdsbesteding/Museum aan de Stroom adviseren de voorgenomen bescherming van de M477 Oudenaarde voorwaardelijk gunstig en vragen om de nodige flexibiliteit aan de dag te leggen en een eenvoudige procedure te voorzien die het mogelijk moet maken om het schip binnen de droogdokkensite te verplaatsen. Anders gesteld: de bescherming in situ van de Oudenaarde mag een algehele heraanleg of restauratie van de Droogdokkensite niet in de weg staan. Daarnaast dient aan het beschermingsbesluit ook een lijst van cultuurgoederen toegevoegd te worden die intrinsiek deel uitmaken van de uitrusting van de M477 Oudenaarde en mee de erfgoedwaarde van het object bepalen.

Beleidsdoelstellingen

5 - Bruisende stad
1SBR04 - Antwerpen staat op de kaart als (onroerend) erfgoedstad: onroerend erfgoed is een troef in het ruimtelijk beleid en een hefboom voor stadsontwikkeling
1SBR0401 - Het onroerend erfgoed is gevrijwaard, waar nodig door herbestemming, om het door te geven aan de volgende generatie
1SBR040107 - Beschermingsprocedures zijn gevoerd (wettelijke taak)

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist de vraag tot voorlopige bescherming van de ondiepwatermijnenveger M477 Oudenaarde, Droogdokkenweg 4,  2030 Antwerpen, voorwaardelijk gunstig te adviseren, mits

  • de nodige flexibiliteit getoond wordt en er een eenvoudige procedure wordt voorzien die het mogelijk maakt om het schip tijdelijk en binnen de droogdokkensite te verplaatsen. Anders gesteld: de bescherming in situ van de Oudenaarde mag een algehele heraanleg of restauratie van de Droogdokkensite niet in de weg staan;
  • er een lijst van cultuurgoederen die intrinsiek deel uitmaken van de uitrusting van het schip aan het beschermingsbesluit wordt toegevoegd.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.